Sinds de uitgave van Luttwaks boek The grand strategy of the Roman Empire in 1976 is er een historisch debat gaande, waarin de centrale vraag is of de Romeinse keizers een grand strategy, een...Show moreSinds de uitgave van Luttwaks boek The grand strategy of the Roman Empire in 1976 is er een historisch debat gaande, waarin de centrale vraag is of de Romeinse keizers een grand strategy, een bepaalde strategie, volgden. In deze scriptie wordt de verdediging van de Romeinse oostgrens ten tijde van het Principaat en de Parthen (27 v.C.-224 n.C.) onder de loep genomen, waarvoor gekeken wordt naar de keizerlijke strategieën en het functioneren van het Romeinse leger in het Romeinse oosten, om uiteindelijk een bijdrage te kunnen leveren aan het grand strategy-debat. Daaruit blijkt dat vanaf Augustus een zeker beleid te zien is, dat zich uitte in het opschuiven van de Romeinse oostgrens richting de Eufraat. Vanaf het moment dat er een redelijke rechte oostgrens gecreëerd was, die deels langs de Eufraat liep, werd deze gehandhaafd. Toen de Parthen echter agressiever werden creëerden Marcus Aurelius en Septimius Severus een Romeins bolwerk in Mesopotamië, waardoor de Romeinen een sterke strategische positie verkregen. Het Romeinse leger bleek dankzij de hulp- en bondgenotentroepen die tot zijn beschikking stonden en de aanpassingen aan de in het oosten aanwezige vijanden goed te kunnen functioneren. Aan de hand van deze conclusies kan men wel degelijk stellen dat de Romeinse keizers een grand strategy hadden. From the moment that Luttwak’s book The grand strategy of the Roman Empire was published in 1976 there has been an ongoing historical debate, in which the central question is whether Roman emperors did or did not follow a grand strategy. In this thesis the defence of the Roman eastern border in the time of the Principate and the Parthians (27 BC-224 AD) has been examined, so that in the end a position can be taken in the grand strategy-debate. To attain this end this study has been examining the imperial strategies and how the Roman army functioned in the east. The results are that from Augustus on a certain policy can be deduced: the Roman border was slowly extended to the Euphrates. From the moment that the border ran a relatively straight course from north to south, partly running along the Euphrates, it was kept that way. That changed when the Parthians got more aggressive; Marcus Aurelius and Septimius Severus created a Roman bulwark in Mesopotamia, which gave the Romans a strong strategic position. The Roman army was very efficient thanks to the many auxiliary and allied troops in it and the adaptations to its enemies. Looking at these conclusions it can be concluded that the Roman emperors did have a grand strategy.Show less