This research is the follow-up of a research previously carried out on the structures and traces of the Valkenburg Marktveld excavation. These have been in part re-examined in order to make the...Show moreThis research is the follow-up of a research previously carried out on the structures and traces of the Valkenburg Marktveld excavation. These have been in part re-examined in order to make the findings more up to date. For this research the original excavation documentary has been utilised. The publications by the original excavators and the books and article by Robert van Dierendonck have been used as the current standard. New research has been used and compared to the old data, such as the 2018 article of rural granaries by Javier Dominguez. A summary of Dutch Roman military granaries has been compiled. This list has been used to compare the different granaries and to test their capacity, using several methods. Three new methods are proposed and one of these methods is also tested. For the first time, the wells of the military area have been examined in some detail. The results show relative late dates, that indicate a use in the second century AD. Sadly, well 47 could not be dated more specific than between 75 and 260.Show less
Nijmegen was een van de grote Romeinse steden in Germania Inferior, waarvan een significant deel bestond uit militaire bebouwing. Opvallend genoeg zijn er op de toppen van de stuwwal, de hoogste...Show moreNijmegen was een van de grote Romeinse steden in Germania Inferior, waarvan een significant deel bestond uit militaire bebouwing. Opvallend genoeg zijn er op de toppen van de stuwwal, de hoogste locaties in de omgeving, geen Romeinse wachttorens bekend die hier wel verwacht kunnen worden vanwege het goede zicht op de omgeving. Op basis van de theorie over signaalsystemen tussen wachttorens (Woolliscroft 2010) is, met behulp van viewshed analysis een aantal locaties aangewezen die geschikt zijn voor wachttorens. Van deze locaties is de bekende archeologische data uit Archis en opgravingrapporten bekeken. Met deze informatie is een verwachtingskaart gemaakt van locaties met de meeste kans op de wachttorens.Show less
In deze scriptie wordt onderzocht waarom Romeinse ambachtslieden hun beroep gebruikten voor het creëren van een identiteit op hun grafmonumenten. Hiervoor zijn de grafinscripties van Romeinse...Show moreIn deze scriptie wordt onderzocht waarom Romeinse ambachtslieden hun beroep gebruikten voor het creëren van een identiteit op hun grafmonumenten. Hiervoor zijn de grafinscripties van Romeinse edelsmeden en juweelwerkers geanalyseerd.Show less
In deze scriptie wordt er gekeken naar de verschillen in de aardewerkassemblages in de Romeinse periode aan de hand van drie sites. In Pompeii en Abdera wordt er specifiek naar twee huizen gekeken...Show moreIn deze scriptie wordt er gekeken naar de verschillen in de aardewerkassemblages in de Romeinse periode aan de hand van drie sites. In Pompeii en Abdera wordt er specifiek naar twee huizen gekeken en bij Colchester naar al het aardewerk gevonden op de site. Door het analyseren van het aardewerk kunnen er conclusies worden getrokken over de aardewerkassemblages van de drie sites en over de manier waarop deze sites zijn onderzocht.Show less
Een van de klassen aardewerk die veelvuldig bij archeologisch onderzoek in het Middellandse Zeegied wordt aangetroffen is African Red Slip Ware (ARSW). Dit wijdsverspreide Tunesische tafelwaar kan...Show moreEen van de klassen aardewerk die veelvuldig bij archeologisch onderzoek in het Middellandse Zeegied wordt aangetroffen is African Red Slip Ware (ARSW). Dit wijdsverspreide Tunesische tafelwaar kan belangrijke inzichten verschaffen in de lokale(Laat-)Romeinse economie, terwijl juist deze laatste fase van distributie vrijwel niet wordt onderzocht. Deze studie naar de distributie van ARSW in Boeotië laat het potentieel zien van onderzoek naar de verspreiding van dit aardewerk op een lokale en regionale schaal. Naast een indicatie voor status en economische activiteit blijkt het aardewerk ook te kunnen worden gebruikt om het karakter van verschillende sites aan te duiden. De relatief strikte dateringen van verschillende vormen uit Hayes zijn typo-chronologie maken het mogelijk om naast de ruimtelijke distributie ook de chronologische ontwikkeling van de distributie van het aardewerk in verschillende regio's te onderzoeken. Dit resulteert in een aantal parallelle (chronologische/ruimtelijke) ontwikkeling, maar vooral in regionale verschillen die kenmerkend zijn voor de Laat-Romeinse periode in Griekenland.Show less
In deze scriptie staat de volgende hoofdvraag centraal: Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen het paardentuig dat is aangetroffen op de Romeinse vindplaats te Naaldwijk en de Romeinse...Show moreIn deze scriptie staat de volgende hoofdvraag centraal: Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen het paardentuig dat is aangetroffen op de Romeinse vindplaats te Naaldwijk en de Romeinse vindplaats aan de Scheveningseweg in Den Haag? In de Romeinse periode was het landschap van West-Nederland dynamisch. Bewoning was in de hooggelegen gebieden gelegen. In de hooggelegen gebieden en de duinen zijn de omstandigheden voor de conservering van het paardentuig niet ideaal. De vindplaats in Naaldwijk was gelegen op een haakwal. Er is in 2004, 2007 en 2008 opgegraven. Er zijn zes bewoningsfasen te onderscheiden. Daaruit blijkt dat het om een ruraal inheemse nederzetting gaat. In de 6e bewoningsfase werd er Romeins materiaal uit de omgeving hergebruikt. De vindplaats aan de Scheveningseweg was gelegen op een strandwal. Er is van 1984 tot 1987 vlakdekkend opgegraven. Er zijn twee bewoningsfasen te onderscheiden. De 1e fase betreft het een boerenerf. In de 2e fase gaat het om een militaire vicus. Romeins paardentuig kan in militaire of civiele context zijn gebruikt. In de typochronologie is het paardentuig op basis van de typochronologie van Nicolay beschreven. Aan de hand van de archeologische context waarin het materiaal is gevonden kan worden bepaald hoe het paardentuig is gebruikt. In Naaldwijk zijn 21 stuks paardentuig aangetroffen, aan de Scheveningseweg dertien stuks paardentuig. Aan de Scheveningseweg is relatief gezien de hoeveelheid paardentuig veel hoger. Ook is de samenstelling is anders dan in Naaldwijk. Het paardentuig uit Naaldwijk is iets breder gedateerd. Deze duidelijke verschillen zijn te verklaren door de militaire context van de Scheveningseweg enerzijds en de civiele context van Naaldwijk.Show less