Hoewel vondstlagen regelmatig voorkomen bij archeologische sites, is het niet altijd duidelijk hoe deze ontstaan en wat een vondstlaag zegt over het gebruik, de duur en het verval van een...Show moreHoewel vondstlagen regelmatig voorkomen bij archeologische sites, is het niet altijd duidelijk hoe deze ontstaan en wat een vondstlaag zegt over het gebruik, de duur en het verval van een vindplaats. De termen vondst- en cultuurlaag worden in de Nederlandse archeologie inconsequent gebruikt en de ontstaanswijze wordt niet altijd onderzocht of beschreven. Het grote verschil tussen een vondst- en cultuurlaag is dat een cultuurlaag altijd in-context ligt, terwijl dit bij een vondstlaag niet het geval hoeft te zijn. Wanneer door vormingsprocessen en post-depositionele processen een laag en daarmee ook de vondsten uit context is komen te liggen, is sprake van een vondstlaag. Het archeologische materiaal binnen een vondstlaag hoeft niet noodzakelijk met elkaar in verband te staan of met de daaronder aanwezige sporen. Vondstlagen kunnen op meerdere manieren ontstaan onder invloed van geologische processen, bodemvorming en menselijke activiteiten. Als sedimentatie niet meer plaatsvindt op een oppervlak kan hier bodemvorming optreden. Wanneer de mens hierop gaat wonen zal dit ook zichtbaar zijn in deze laag. De mens kan landschapsvormende processen in gang zetten of versterken. Zo kan bioturbatie versterkt worden door het bemesten van nutriënt-arme bodems. Daarnaast oefent de mens invloed uit op het landschap door bijvoorbeeld erosie te veroorzaken door intensieve betreding. Vertrapping is een veel voorkomend proces dat verantwoordelijk is voor de verticale verplaatsing van artefacten in de bodem. Hierdoor ontstaan cultuurlagen die in-context gelegen zijn. Uit dit onderzoek blijkt dat een vondstlaag niet altijd op de correcte wijze wordt geïnterpreteerd, wat kan leiden tot verkeerde inzichten in het aangetroffen archeologische materiaal. Een cultuurlaag is altijd een vondstlaag, echter hoeft een vondstlaag niet een cultuurlaag te zijn. Binnen dit scriptieonderzoek wordt onderzocht of dit verschijnsel een grotere nadruk moet krijgen binnen de Nederlandse archeologie en hoe dit geïmplementeerd kan worden. De belangrijkste verschillen tussen vondst- en cultuurlagen in het Nederlandse rivieren- en kustgebied hangen samen met de verschillende landschappelijke settingen. In beide gebieden komen cultuurlagen vooral voor in hoger gelegen, droge gebieden. Vondstlagen worden daarentegen vaak aangetroffen in de nattere, lager gelegen delen. Verder valt te constateren dat nauwelijks onderscheid gemaakt kan worden tussen vondst- en cultuurlagen in verschillende perioden. Het landschap kan echter veranderen gedurende de perioden, waardoor hier wel verschillen ontstaan. Het is belangrijk om te weten hoe een cultuur- of vondstlaag is ontstaan om deze van elkaar te kunnen onderscheiden. De stratigrafie van de bodem, zichtbaar in profielen, kan vaak onthullen hoe een laag is gevormd. In sommige gevallen is dit echter moeilijk vast te stellen en is bodemmicromorfologisch onderzoek nodig.Show less
De ontstaansgeschiedenis van de Gelderse IJssel is tot op heden vrijwel uitsluitend op fysisch-geografisch vlak onderzocht. Verdwenen nederzettingen in het IJsselgebied kunnen echter opvallende...Show moreDe ontstaansgeschiedenis van de Gelderse IJssel is tot op heden vrijwel uitsluitend op fysisch-geografisch vlak onderzocht. Verdwenen nederzettingen in het IJsselgebied kunnen echter opvallende gegevens prijsgeven over het moment en de wijze waarop de Gelderse IJssel ontstaan is. Deze scriptie geeft een impressie van hoe archeologische data antwoorden kunnen geven op vraagstellingen op landschappelijk niveau.Show less