In 1895, the Dutch Social Democratic Workers’ Party (SDAP) convened for its first party conference. Two years later, the first SDAP members were elected to Parliament. Between these years and the...Show moreIn 1895, the Dutch Social Democratic Workers’ Party (SDAP) convened for its first party conference. Two years later, the first SDAP members were elected to Parliament. Between these years and the Second World War, the SDAP transitioned from a party with revolutionary aspirations to a fully normalized parliamentary entity. This thesis studies the SDAP’s assembly culture (vergadercultuur) in both the House of Representatives and their own party conferences. The first part of the thesis utilizes a combination of traditional and innovative digital methodologies to demonstrate that the normalisation of the position of the SDAP in the House of Representatives peaked in the mid-1920s. The second part of the thesis explores the development of the internal assembly culture of the SDAP, focusing on the role of the chairperson, procedures, time management, and usage of ‘persoonlijke feiten’, a phenomenon originating from Parliament. This section shows that while the internal assembly culture of the SDAP matured in many respects, this process was non-linear in many other respects, rendering the metaphor of maturation insufficient.Show less
De scriptie onderzoekt de drijfveren, positie en rol van de predikanten en SDAP-politici Gerrit Willem Melchers, Frederik Willem Nicolaas Hugenholtz en Albertinus van der Heide.
Aan het leven en werk van Suze Groeneweg (1875-1940) is ondanks haar unieke rol als eerste vrouwelijke parlementariër relatief weinig aandacht besteed. In deze politiek-historische scriptie wordt...Show moreAan het leven en werk van Suze Groeneweg (1875-1940) is ondanks haar unieke rol als eerste vrouwelijke parlementariër relatief weinig aandacht besteed. In deze politiek-historische scriptie wordt Groenewegs werk tijdens haar eerste periode in de Tweede Kamer onderzocht en beschreven, evenals de integratie binnen haar partij, de SDAP. Hieruit blijkt dat Groeneweg een ‘gematigde’ feministe was, die goed omging met het partijbestuur en de partijlijn volgde. Ze was een krachtig redenaar die de arbeidersaanhang aan kon spreken, eerder bestuurder dan activist, en bovenal ‘gewoon’ één van de honderd Kamerleden.Show less
Studie naar het functioneren van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij als werkgever bij haar twee grootste zelfstandige organen, het dagblad Het Volk en de brochurehandel die in hetzelfde pand...Show moreStudie naar het functioneren van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij als werkgever bij haar twee grootste zelfstandige organen, het dagblad Het Volk en de brochurehandel die in hetzelfde pand aan de keizersgracht te Amsterdam gelegen waren. Er wordt in de studie gekeken naar voorvallen op de werkvloer en conflictafhandeling. Er wordt ook een korte ontstaansgeschiedenis gegeven van de partij en haar organen.Show less
Een onderzoek naar de politieke cultuur van de Leidse gemeenteraad van 1919-1920. In dit jaar debuteerde de SDAP in de Leidse gemeenteraad. Onderzoek richt zich op de verkiezingen, achtergrond van...Show moreEen onderzoek naar de politieke cultuur van de Leidse gemeenteraad van 1919-1920. In dit jaar debuteerde de SDAP in de Leidse gemeenteraad. Onderzoek richt zich op de verkiezingen, achtergrond van de SDAP-raadsleden en hun gedrag in de Leidse raad.Show less
Na 1934 ontstond in Spanje een verwarde strijd waarin twee groeperingen tegenover elkaar kwamen te staan. Dit mondde in 1936 uit in een burgeroorlog die de internationale gemeenschap niet ongemoeid...Show moreNa 1934 ontstond in Spanje een verwarde strijd waarin twee groeperingen tegenover elkaar kwamen te staan. Dit mondde in 1936 uit in een burgeroorlog die de internationale gemeenschap niet ongemoeid heeft gelaten. Het Europese politieke klimaat werd tijdens het Interbellum beheerst door het nationaalsocialisme en fascisme van Duitsland en Italië. De nadruk werd steeds meer op het communistische gevaar van de Sovjet-Unie gelegd, waardoor de oorlog een internationaal karakter kreeg. Duitsland en Italië steunden Franco in zijn strijd tegen het communisme. De Westerse democratieën kozen daarentegen voor een non-interventiepolitiek om de oorlog af te bakenen en een internationaal conflict te vermijden. De Sovjet-Unie besloot de republikeinen wel militair te steunen. Daarnaast kregen de republikeinen steun van individuen die in de milities van de Internationale Brigades vochten. Ook Nederlanders vochten mee in deze Internationale Brigades. De Nederlandse regering besloot echter het non-interventiebeleid van de Westerse democratieën te volgen. Ook de katholieken en fascisten in Nederland hadden weinig op met de republikeinen en kozen de kant van de nationalisten. De linkse politieke partijen steunden de republikeinen wel in hun strijd tegen Franco. Hier zijn vooral de SDAP en de CPN belangrijk in geweest. De Nederlandse politieke partijen waren verdeeld over alle facetten van de Spaanse Burgeroorlog. Bij dit onderzoek is vooral gekeken naar de tegenstelling tussen de meest onverenigbare kranten binnen het Nederlandse politieke discours, namelijk de linkse Tribune/het Volksdagblad/de Waarheid enerzijds en de rechtse Telegraaf en de katholieke Tijd anderzijds. Voorafgaand aan het onderzoek zijn zeven frames gekozen, waarna is getoetst of de berichtgeving binnen die frames kan worden gevangen. Dit zijn het politiekdebatframe, het crisisframe, het diplomatieframe, het geopolitieke frame, het sociale frame, het ronselarijframe en het goed/foutframe.Show less
Hendrikus Hubertus van Kol (1852-1925) was known for his aid to the early socialist movement in the Netherlands and for his pleas for a better treatment of the indigenous people of the Dutch...Show moreHendrikus Hubertus van Kol (1852-1925) was known for his aid to the early socialist movement in the Netherlands and for his pleas for a better treatment of the indigenous people of the Dutch Netherlands-Indies. At the same time, however, he himself owned a coffeeplantation at the island Java, called 'Kajoemaas'. At this plantation, he did not install any social conveniences which he pleaded for in the parliament after 1894. It is very likely that this entrepreneurship made him very wealthy. Many have seen this as a contradictionary element in his work as a advocate of the socialist movement. However, this thesis tries to show that his fortune played an important role in establishing his own support during the break of the SDAP (Sociaal Democratische Arbeiderspartij) and the SDB (Sociaal-Democratische Bond) in 1893. With the help of his money and patronage, he became one of the co-founders of SDAP in 1894. The role of Van Kols money and his position as a patron in the early socialist movement has been much underrated. This thesis shows that the contradiction between the socialist Van Kol and the source and use of his money is more complex than it is at first sight.Show less
Research master thesis | History: Societies and Institutions (research) (MA)
open access
Eind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan...Show moreEind jaren 1870 had de Duitse socialistische beweging een duidelijke en positieve invloed op het ontwakende socialisme in Nederland. De SDV nam in 1878 een vertaling van het Gothaer Programm aan als haar eigen partijprogramma en spiegelde zich bewust aan de succesvolle Duitse partijorganisatie. In de jaren die volgden werden zowel de ideologische basis als het repertoire van de SDV en de SDB (1881) uitgebreid onder invloed van het uit Duitsland afkomstige sociaaldemocratische drukwerk, de door de SAPD-Rijksdagfractie ondernomen propagandatochten en de persoonlijke contacten tussen Duitsers en Nederlanders. Daarbij wonnen de Duitse ideologie en praktijk aan autoriteit door de grote praktische successen die de SAPD behaalde bij de verkiezingen en door de manier waarop zij zich in haar activiteiten wist te onttrekken aan de controle van de reactionaire Bismarckstaat. In 1883 was het Nederlandse socialisme voldoende ontwikkeld om een rol van betekenis te spelen in de Nederlandse context. De in het buitenland verworven theoretische en praktische kennis werd binnen de Nederlandse politieke cultuur toe- en aangepast. Het groeiende zelfbewustzijn van de SDB-leden en de noodzaak de buitenlandse voorbeelden aan de eigen politieke cultuur aan te passen, maakten tegelijkertijd dat de SDB een kritischer houding aannam tegenover zijn zusterorganisaties in het buitenland. De Nederlandse socialistenleider Ferdinand Domela Nieuwenhuis ontwikkelde zich daarbij tot de grootste criticus van de parlementaire tactiek van de Duitse sociaaldemocraten. Hij ging de SDB voor op weg naar het anarchisme. Voor de partijleden die het parlementarisme en het verkiezingswapen niet geheel wensten op te geven, was er geen plaats meer binnen de partij. Hen restte geen andere mogelijkheid dan zich van de SDB af te keren en een eigen sociaaldemocratische partij op te richten: de SDAP. De SDAP vertoonde zowel in haar structuur als in haar ideologische beginselen grote gelijkenis met de SPD. Deze overeenkomsten waren een gevolg van de zwakke positie die de nieuwe partij innam in het ‘vijandige’ Nederlands-socialistische klimaat: de SDAP had een sterke bondgenoot nodig die haar ideologisch en financieel kon steunen. De Nederlandse sociaal-democraten onderschreven weliswaar het Erfurter Programm, maar in de praktijk bood de Nederlandse versie van dit programma de jonge partij vooral een rechtvaardiging naar de buitenwereld. Door de financiële steun van Bahlmann en de SPD kon deze rechtvaardiging bovendien via de sociaaldemocratische pers worden uitgedragen. Uit deze ontwikkeling van het Nederlandse socialisme blijkt dat de Duitse sociaaldemocratie via zowel positieve als negatieve transferprocessen heeft bijgedragen aan de oprichting van de SDAP en dat zij de Nederlandse partij door de eerste moeilijke periode heen heeft geholpen. De Duitse sociaaldemocratie heeft de oprichting van de SDAP echter niet veroorzaakt. De Nederlandse ontwikkelingen werden begin jaren 1890 te sterk gestuurd door de nationale omstandigheden en door de sterke karaktereigenschappen van in Nederland opererende persoonlijkheden als Domela. De oprichting van de SDAP op 26 augustus 1894 was evenzeer het gevolg van een keuze tegen Domela, als van een keuze voor het parlementarisme.Show less