De toenemende digitale afleiding en behoefte naar multitasking leidt ertoe dat mensen tijdens het nuttigen van maaltijden bezig zijn met een breed scala aan andere activiteiten. Recent werk...Show moreDe toenemende digitale afleiding en behoefte naar multitasking leidt ertoe dat mensen tijdens het nuttigen van maaltijden bezig zijn met een breed scala aan andere activiteiten. Recent werk suggereert dat afleiding tijdens het eten gerelateerd is aan een toenemende voedselinname en mogelijke gewichtstoename. Bovendien suggereert recent werk dat de hoeveelheid slaap invloed kan hebben op deze relatie. Om inzicht te krijgen tussen consumptiepatronen, BMI en slaap werd er een correlatieanalyse en een moderatie-analyse uitgevoerd op basis van verzamelde data van 135 respondenten tussen de 16 en 60 jaar oud (N = 135, M = 26, SD = 9,81). Er was geen sprake van een hoofdeffect van afleiding op BMI en er was geen sprake van een hoofdeffect van de totale score op PSQI op BMI. Tevens was er geen interactie-effect van zowel afleiding als de totale PSQI-score op BMI. Uit exploratieve analyses bleek dat de slaapkwantiteit in tegenstelling tot slaapkwaliteit wel correleert met de totale score op afleiding (r = ,34, p = ,039). De hoeveelheid geslapen uren had effect op verschillende soorten afleiding tijdens het ontbijt, de lunch en het diner (niet op het eten van een snack) waarbij een korte slaapduur resulteerde in een mindere mate van afleiding. Deze bevindingen benadrukken de invloed van het aantal uren slaap dat een individu heeft op de mate afleiding tijdens het eten.Show less
In dit onderzoek is er gekeken naar de rol van slaap in de relatie tussen sociaal economische status en internaliserende en externaliserende gedragsproblemen in India. Aan dit onderzoek hebben 293...Show moreIn dit onderzoek is er gekeken naar de rol van slaap in de relatie tussen sociaal economische status en internaliserende en externaliserende gedragsproblemen in India. Aan dit onderzoek hebben 293 adolescenten in de leeftijdscategorie van tien tot veertien jaar oud meegedaan met een gemiddelde leeftijd van 12.375 (SD = 1.169). Er deden 161 jongens mee en 123 meisjes. De groep met een lage sociaal economische status bestond uit 102 participanten. Hiervan waren er 40 jongens en 58 meisjes. De gemiddelde leeftijd was 12.569 (SD = 1.278). De groep met een hoge sociaal economische status bestond uit 191 participanten. Deze groep bevatte 121 jongens en 65 meisjes. De gemiddelde leeftijd was 12.273 (SD = 1.095). Sociaal economische status is bepaald aan de hand van de deelnemende scholen. Door middel van dataverzameling is het aantal uur slaap gemeten. Er werden voor drie dagen tijdsdagboeken ingevuld en is er per dag een semi-gestructureerd interview afgenomen. Gegevens over internaliserend en externaliserend probleemgedrag zijn verzameld door de Strengths and Difficulties Questionnaire af te nemen. Uit de resultaten blijkt dat er een relatie is tussen sociaal economische status en internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. Een lagere sociaal economische status is gerelateerd aan meer internaliserend en externaliserend probleemgedrag. De relatie tussen sociaal economische status en internaliserend en externaliserend probleemgedrag kan niet verklaard worden door het aantal uur slaap. Er is wel een relatie gevonden tussen sociaal economische status en slaap. Een hogere sociaal economische status is gerelateerd aan een kortere slaapduur. Er is geen relatie gevonden tussen slaap en internaliserende en externaliserende gedragsproblemen. Vervolgonderzoek zou kunnen kijken naar de kwaliteit van slaap onder invloed van omgevingsfactoren. Ook kan vervolgonderzoek kijken naar de mogelijke invloed van cultuur op de relatie tussen slaap en gedragsproblemen.Show less
Er is onderzoek gedaan naar het verband tussen slaap en internaliserende problemen als state¬-kenmerk en internaliserende problemen als trait-kenmerk. Het verschil tussen beide verbanden is...Show moreEr is onderzoek gedaan naar het verband tussen slaap en internaliserende problemen als state¬-kenmerk en internaliserende problemen als trait-kenmerk. Het verschil tussen beide verbanden is onderzocht om te achterhalen of er verschil bestaat tussen de twee vormen internaliserende problemen. Slaap wordt uiteengezet als slaapkwantiteit en slaapkwaliteit. De steekproef bestaat uit 97 kinderen op het basisonderwijs in de leeftijd van negen tot 11 jaar (M= 10.00, SD= 0.791). Er wordt gebruik gemaakt van vier vragenlijsten die ouders en kinderen thuis invullen. Het slaaplogboek gedurende zeven dagen en de Sleep Disturbance Scale (SDSC) om slaapkwantiteit en slaapkwaliteit te meten. De Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) is gebruikt om internaliserende problemen als state-kenmerk te onderzoeken en de Early Adolescent Questionnaire, Revised (EATQ-R) om internaliserende problemen als trait-kenmerk te meten. Uit de resultaten is gebleken dat internaliserende problemen als state-kenmerk een verband vertonen met maten van slaapkwaliteit. Namelijk met uitgeslapen gevoel (R=0.405; p<0.001), stoornissen bij het inslapen en doorslapen (R=0.222; p=0.029) en overmatige slaperigheidsproblemen (R=0.252; p=0.013). Internaliserende problemen als trait-kenmerk vertonen geen verband met maten van slaapkwaliteit. Beide vormen van internaliserende problemen vertonen geen verband met slaapkwantiteit. De conclusie is dat er een verschil bestaat tussen de vormen van internaliserende problemen wat betreft slaapkwaliteit; internaliserende problemen als state-kenmerk vertoont in tegenstelling tot internaliserende problemen als trait-kenmerk wel een verband met slaapkwaliteit. Mogelijk komt dit doordat internaliserende gedragsproblemen (als state-kenmerk) het gevolg zijn van slaapproblemen, maar dat internaliserende gedragsproblemen geen invloed hebben op slaapproblemen (als trait-kenmerk). Er kunnen echter ook diverse methodologische verklaringen een rol spelen die worden besproken in deze scriptie.Show less
Introductie Er is onderzocht of er een relatie is tussen de slaapduur en het werkgeheugen van kinderen van 8-9 jaar (n=30) en kinderen van 10-11 jaar oud (n =27), waarbij experimentele manipulatie...Show moreIntroductie Er is onderzocht of er een relatie is tussen de slaapduur en het werkgeheugen van kinderen van 8-9 jaar (n=30) en kinderen van 10-11 jaar oud (n =27), waarbij experimentele manipulatie van de slaapduur plaatsvond. Verwacht werd dat kinderen van 8 en 9 jaar minder lang zouden slapen dan kinderen van 10 en 11 jaar oud en laatstgenoemde groep kinderen beter zou scoren op taken die het werkgeheugen meten. Daarnaast was de verwachting dat kinderen na de slaapbeperking minder goed zouden presteren op taken die het werkgeheugen meten en slaapverlenging samen zou gaan met betere prestaties. Methode In de eerste week werd de slaapduur in de basisconditie gemeten, waarna de slaapduur in de twee daaropvolgende weken drie opeenvolgende nachten met één uur werd verlengd en beperkt. Slaapduur werd gemeten met een slaaplogboek en actigrafie. Het werkgeheugen werd onderzocht met de WISC-IIINL testen Cijferreeksen Voorwaarts en Cijferreeksen Achterwaarts. Ook is er gebruik gemaakt van de Algemene Vragenlijst, Child Behavior Check List, Vragenlijst voor Chronotype bij Kinderen en de Vragenlijst Slaapgewoonten van het kind. Resultaten Kinderen van 8 en 9 jaar oud sliepen in de basisconditie significant langer (M=613.04 minuten, SD= 34.60) dan kinderen van 10 en 11 jaar (597.44 minuten, SD= 28.05) (p<.05). De oudere leeftijdsgroep scoorde in de basisconditie gemiddeld hoger op beide cijferreeksen, maar er was geen sprake van een significant verschil. Er bleek een significante correlatie tussen slaapduur gemeten met actigrafie in de basisconditie en scores op beide cijferreeksen van kinderen van 8 en 9 jaar oud (p<.01). Kinderen van 8 en 9 jaar bij wie slaapbeperking of slaapverlenging was geslaagd, gemeten met actigrafie, scoorden significant hoger op Cijferreeksen Voorwaarts in deze betreffende condities vergeleken met de basisconditie. Discussie De gevonden significante resultaten komen niet geheel overeen met de verwachting en dienen met voorzichtigheid te worden geïnterpreteerd. Nader onderzoek naar de relatie tussen slaapduur en het werkgeheugen is aan te bevelen.Show less
In dit onderzoek wordt een antwoord gegeven op de vraag of de slaapduur van invloed is op de emotionele informatieverwerking bij schoolgaande kinderen tussen de acht en elf jaar oud ...Show moreIn dit onderzoek wordt een antwoord gegeven op de vraag of de slaapduur van invloed is op de emotionele informatieverwerking bij schoolgaande kinderen tussen de acht en elf jaar oud (steekproefgrootte N = 51). De normale slaapduur van de kinderen is gedurende een week gemeten, middels een slaaplogboek en actigrafie, en de slaapduur is vervolgens gemanipuleerd door middel van verandering van bedtijd in de avond gedurende enkele opeenvolgende dagen. De kinderen werden verzocht te slapen volgens een slaapschema waarbij ze enkele dagen één uur langer en daarna één uur korter dan gewoonlijk sliepen, of in omgekeerde volgorde, met daartussen een herstelperiode van vier dagen. De emotionele informatieverwerking, het proces waarbij de wereld wordt waargenomen en beoordeeld vanuit de emoties, eigenbelangen en zorgen, is gemeten middels de Ultimatum Game en de Face Reliability Task. De resultaten van dit onderzoek laten geen eenduidig beeld zien. Niet alle prestaties op de testen na de slaapbeperking en na de slaapverlenging verschillen significant met de prestaties na de normale slaap. De prestaties die wel verschillen laten daarnaast geen eenduidige richting zien. Zo reageerden de kinderen gemiddeld na de slaapbeperking op één voorstel van de Ultimatum Game positiever dan dat ze deden nadat ze normaal geslapen hadden. Deze uitkomst kan de gedachte echter bevestigen dat korter slapen kan leiden tot impulsievere reacties en snellere onjuiste responsen op emotionele stimuli. Ook de slaapverlenging zorgde ervoor dat de kinderen gemiddeld significant positiever reageerden op één voorstel. Dit komt overeen met de gedachte dat een langere slaapduur zorgt voor een betere controle en verwerking van emoties. Uit de resultaten is niet met zekerheid op te maken dat slaapverlenging zorgt voor een verschil in het beoordelen van gezichten. Door de resultaten uit eerdere onderzoeken wordt echter wel verwacht dat langer slapen zorgt voor contextueel juistere emotionele reacties en het makkelijker herkennen van gezichtsuitdrukkingen. Ondanks dat er nog vragen onbeantwoord blijven, wijst dit onderzoek er op dat een langere slaapduur zorgt voor verbetering in de emotionele informatieverwerking.Show less