Veel nieuwsorganisaties verkeren momenteel in economisch moeilijke tijden, waardoor zij mogelijkheden zoeken om nieuw publiek aan zich te binden. Eén van die mogelijkheden is het gebruik van...Show moreVeel nieuwsorganisaties verkeren momenteel in economisch moeilijke tijden, waardoor zij mogelijkheden zoeken om nieuw publiek aan zich te binden. Eén van die mogelijkheden is het gebruik van Snapchat. Bijna twee miljoen Nederlanders maken gebruik van Snapchat, waarvan 960.000 dagelijks. Vooral jongeren zijn erg actief op Snapchat; het merendeel van de Snapchatgebruikers in Nederland is tussen de 15 en 19 jaar oud (Van der Veer et al., 2017, p.13). Verwacht wordt dat Snapchat steeds meer gaat stijgen en binnen afzienbare tijd zelfs Twitter voorbij zal gaan (Van der Veer, et al., 2017, p.28). Dit medium kan voor nieuwsorganisaties dan ook interessant zijn om nieuwe doelgroepen aan zich te binden. Behalve het aantrekken van nieuwe doelgroepen, worden journalisten steeds meer gedwongen om rekening te houden met het gebruikersgedrag van nieuwsconsumenten (Wendelin et al., 2015). Nieuwsorganisaties hebben met toenemende concurrentie te maken, waardoor zij zich verplicht voelen om meer aandacht aan de voorkeuren van hun publiek te besteden. Dit zorgt ervoor dat het nieuwsaanbod verandert en steeds meer wordt gevormd door deze voorkeuren (Klinenberg, 2005; McManus, 1994; Mindich, 2005; Underwood, 1993, geciteerd in Boczkowski & Peer, 2011. p.857). Een voorbeeld hiervan is de verschuiving van public affairs naar non public affairs in de media: er wordt steeds meer voorkeur gegeven aan nieuws over non public affairs in vergelijking met public affairs, omdat het publiek dit soort nieuws liever leest (Boczkowski & Peer, 2011). Bij nieuws op sociale media is er tevens sprake van verzachting. Nog meer dan op nieuwssites, als we Maier (2010) moeten geloven. Uit zijn onderzoek blijkt dat zelfs als sociale media en nieuwssites, kranten, tv en radio over hetzelfde onderwerp berichten, het nieuws op sociale media vanuit een andere, zachtere, invalshoek benaderd wordt. Vaak worden populaire verhalen meer verspreid op sociale media omdat redacteuren zo hopen meer lezers naar hun websites te trekken (Lee & Tandoc, 2017, p.439). Is er in Nederland sprake van een evenwichtige nieuwsselectie, of wordt er ook hier meer steeds meer zacht nieuws geplaatst op nieuwssites en sociale media? Om hier antwoord op te kunnen geven, is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke nieuwsfactoren en nieuwsonderwerpen bevat het nieuws van NOS op Snapchat, en in welke mate verschilt dit met het nieuws op de website? De inhoud van het nieuws op de website en op Snapchat van de NOS wordt geanalyseerd met behulp van een kwantitatieve inhoudsanalyse van 274 webartikelen en 74 Snapchatberichten van de NOS. Aan de hand hiervan kan er een uitspraak worden gedaan over wat voor soort nieuws het meeste voorkomt op de website en op Snapchat en of hier een verschil in zit. Uit de resultaten blijkt dat op Snapchat de nieuwsfactoren slecht nieuws en verrassing het vaakst voorkomen in de nieuwsberichten, evenals relevantie en nabijheid. Exclusiviteit, beroemdheid, agenda en personificatie komen het minst vaak voor in het Snapchatnieuws van de NOS. In het nieuws op de website van de NOS komen conflict, slecht nieuws, relevantie en nabijheid het meeste voor. Samen met follow-up en power elite. De nieuwsfactoren exclusiviteit, agenda, drama en beroemdheid komen het minst vaak voor in de websiteberichten. Een andere uitkomst van het onderzoek is dat er op de website van de NOS voor het grootste deel algemeen nieuws wordt geplaatst en in de Snaplines komt zacht nieuws het vaakst aan bod. Opvallend is dat bij beide kanalen hard nieuws het minste voorkomt. Op de website van NOS gaat 27% van de berichten over zacht nieuws, tegenover 20,9% over hard nieuws. Op Snapchat is dit 2 verschil groter: hier gaat 24,4% van de berichten over hard nieuws en 41,9% over zacht nieuws. Verder publiceren beide kanalen het meeste nieuws over non public affairs. Waarbij op Snapchat significant meer non public affairs nieuws wordt geplaatst dan op de website. Er kan dan ook met zekerheid worden gezegd dat er op beide kanalen, maar met name op Snapchat, verzachting van het nieuws plaatsvindt.Show less
Door het gebruik van nieuwe media in de journalistiek, zoals Snapchat, rijst de vraag wat dit doet met de journalistieke content. Snapchat heeft zeer specifieke eigenschappen: content moet live...Show moreDoor het gebruik van nieuwe media in de journalistiek, zoals Snapchat, rijst de vraag wat dit doet met de journalistieke content. Snapchat heeft zeer specifieke eigenschappen: content moet live zijn, content verdwijnt weer (Bayer et al, 2015) en er zijn allerlei bewerkingstools aanwezig (Piwerk en Joinson, 2016). Snapchat is erg populair onder jongeren en het is daarom niet gek dat een nieuwsorganisatie als de NOS Snapchat gebruikt om die doelgroep te bereiken. In eerdere onderzoeken naar blogs (Singer, 2005) en Twitter (Lasorsa et al, 2012) werd onderzocht in hoeverre een nieuw medium de journalistieke normen van onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping schaadt. Uit deze onderzoeken bleek dat journalisten grofweg dezelfde journalistieke normen en werkwijze handhaafden op blogs als binnen traditionele journalistiek, maar dat dit op Twitter veranderde. Journalisten gebruikten enerzijds hun traditionele normen binnen Twitter, maar pasten zich ook aan Twitter aan. In dit onderzoek zijn 186 snaps van NOS Snaplines geanalyseerd aan de hand van de drie begrippen: onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping. Uit de resultaten blijkt NOS Snaplines relatief onpartijdig wanneer het gaat om tekst. Wanneer er naar bewerkingstools zoals emoji’s en stickers wordt gekeken, blijkt dat deze bewerkingen de snaps wel partijdig maken. Deze bewerkingstools kunnen namelijk ook emoties of meningen verkondigen. Eerder onderzoek stelt dat journalisten een manier zoeken om emoties uit te besteden. Dit kan een journalist doen door niet zijn eigen emoties op te schrijven, maar de emoties van een ander (Wahl-Jorgensen). Er zou in het geval van NOS Snaplines gesteld kunnen worden dat emoties worden uitbesteed aan eigenschappen van een medium, door bijvoorbeeld emoji’s binnen Snapchat in te zetten. NOS Snaplines blijkt uit de analyse over een lage mate van transparantie te beschikken, terwijl social media normaliter transparanter zijn dan traditionele media (Singer, 2005; Lasorsa et al, 2012). Hyperlinking maakt social media transparant, maar Snapchat heeft deze mogelijkheid niet. Toch zijn er andere manieren om transparant te zijn. Zo is Snapchat een medium waar juist alledaagse content, materiaal van achter de schermen en content vanaf locatie kan worden geplaatst, wat transparant kan worden bevonden maar weinig gebeurt in NOS Snaplines. Uit de analyse naar het derde begrip, gatekeeping, blijkt dat de rol van gatekeeper sterk wordt bewaakt binnen NOS Snaplines. Het podium wordt niet snel gedeeld. De begrippen onpartijdigheid, transparantie en gatekeeping lijken nog gehandhaafd te worden binnen Snapchat, in die zin kan gesteld worden dat de journalisten Snapchat ‘normalizen’. Ze zorgen dat hun eigen normen en waarden gebruikt kunnen worden in het nieuwe medium. Gesteld kan worden dat NOS Snaplines nog lijkt op een traditioneel achtuurjournaal, uit de analyse is gebleken dat zelfs de opbouw hetzelfde is. Maar aan de andere 3 kant gebruiken de Snaplines-redacteuren emoji’s en stickers die het nieuws partijdig maken. In eerder onderzoek naar Twitter viel op dat er minder waarde werd gehecht aan het concept van onpartijdigheid (Lasorsa et al 2012), wat ook het geval blijkt te zijn in NOS Snaplines. Dit duidt op het idee dat binnen sociale-mediajournalistiek voornamelijk de journalistieke norm van onpartijdigheid aan het veranderen is. Hoewel in de literatuur het dominante paradigma is dat subjectiviteit en emoties in nieuws beperkt moeten worden, zijn er ook tegengeluiden waarbij onderzoekers een positievere houding hebben tegenover emotionele (meer partijdige) journalistiek (Pantti, 2010; Wahl-Jorgensen, 2013; Opgenhaffen en Welbers, 2017). Want opiniërend, persoonlijk en subjectief nieuws kan een voordeel hebben op feitelijk nieuws omdat consumenten, zeker op social media, worden overspoeld met feitelijk nieuws. Een interpretatie kan dan een extra laag geven aan het objectieve nieuws (Marchi, 2012). Daarnaast blijkt uit de analyse dat de nieuwsonderwerpen die worden besproken vooral bestaan uit non-public affairs, oftewel nieuws dat aantrekkelijk is voor jongeren, maar waarvan journalisten normaliter denken dat het minder nieuwswaarde heeft (Boczkowski & Mitchelstein, 2010). Hoewel NOS Snaplines-redacteuren aan de ene kant hun journalistieke normen gebruiken binnen Snapchat, passen ze ook hun werkwijze aan Snapchat aan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat redacteuren van NOS Snaplines op een andere manier journalistiek bedrijven en dat de journalistiek wel degelijk verandert door een nieuw medium als Snapchat.Show less
Veel nieuwsorganisaties hebben vanwege de mediapolis, de wereld waarin we niet met media leven, maar in media (Deuze, 2011), een sociaal mediakanaal aangemaakt (Messner et al., 2011). Ook voor...Show moreVeel nieuwsorganisaties hebben vanwege de mediapolis, de wereld waarin we niet met media leven, maar in media (Deuze, 2011), een sociaal mediakanaal aangemaakt (Messner et al., 2011). Ook voor Snapchat. Snapchat is een van de nieuwste en snelst groeiende sociale media; een platform waarbij de content na 24 uur verdwijnt. Een miljoen Nederlanders maken gebruik van Snapchat. Vooral de jongere doelgroep van 15 tot 19 jaar (van der Veer, Sival & van der Meer, 2016). Houden journalisten, wanneer ze nieuwsberichten maken, rekening met deze doelgroep, en met de verdwijnende content? We stuiten hiermee op de grote vraag van dit onderzoek: In hoeverre verschilt de nieuwsselectie op Snapchat met de nieuwsselectie op de website van datzelfde medium van vijf grote sportmedia: SB Nation, CBC Sports, USA Today Sports, TSN en Eurosport? Deze vraag beantwoorden we door middel van een kwantitatieve inhoudsanalyse. De vijf verschillende sportmedia zijn gevolgd op Snapchat. Op basis van de inhoud van deze snaps is gezocht naar de corresponderende websiteberichten, op de website van het betreffende sportmedium. Van de 385 matchende snaps en websiteberichten is een vergelijking gemaakt op basis van onderwerp, genre, nieuwswaarden, emotionaliteit en originaliteit. Resumerend kan gesteld worden dat de twee verschillende platforms van compleet andere aard zijn. De overeenkomsten qua genre, onderwerp en nieuwswaarden zijn ver te zoeken. Wat opviel was dat er op de website meer emotionaliteit wordt gebruikt in de nieuwsberichten dan op Snapchat. Het enige waarin Snapchat en de website niet verschillen is de originaliteit. Op beide platforms worden de berichten speciaal voor het platform zelf gemaakt, wat betekent dat journalisten voor de website en voor Snapchat aparte berichten creëren.Show less
This thesis is a genealogy of photography as a communicative object, one that goes against the grain of photography as a memento. The phenomenon that has triggered my interest is Snapchat, a...Show moreThis thesis is a genealogy of photography as a communicative object, one that goes against the grain of photography as a memento. The phenomenon that has triggered my interest is Snapchat, a smartphone app with which photographs can be exchanged that disappear almost immediately. My genealogical method, as inspired by Michel Foucault, is not one of looking for origins; I acknowledge the inconsistencies and vicissitudes of history. Rather, my aim is to establish how conditions were shaped in order for a phenomenon such as Snapchat to emerge. Throughout my research I assess how the paradox of the photograph as memento versus the photograph as communicative object has affected photography’s relation to terms such as memory and communication over the course of a number of decades. In order to establish productive analyses, I use examples from vernacular photography as well as art photography and conceptual art. The family photo album, Instagram, and Fiona Tan’s Vox Populi are the protagonists in the first chapter, in which I assess the altered relation between photography and memory. In the second chapter, On Kawara, the picture postcard, and Polaroid photograph serve to illustrate some characteristics of visual, photographic communication. The emphasis in such interactions is on the transfer of phatic messages, an exchange in which the photograph as an object plays a mere verificatory role; it helps the sender to tell the recipient that they are still alive. The third chapter centres on the disappearance of the photograph that is the consequence of Snapchat and other disappearing-photo-apps. At a time in which we amass daunting amounts of photographs, Snapchat has begun to relieve us somehow from the burden of remembrance and time-consuming structuring processes, but clearly, it does not operate without collateral damage. Certainly, the way in which photography functions as part of our daily life is rapidly altering. Snapchat’s wealth of ambiguities complicates straightforward interpretation, certainly at this stage in time when it is still relatively new. Could it be considered an inherent critique of the way in which we build our online identities, or is it inextricably part of the social media machine? Does it enable a renewed sense of intimacy, or is it the epitome of contemporary alienation? Through the continuous publicness of our private lives, much of the distinction between what used to be the private and the public has collapsed. Snapchat provides an answer to this situation in the sense that it offers its users a right to be forgotten, yet also, the consistent exposure and interaction it motivates leaves little room for privacy. And contrary to what many believe, this increased exposure does not seem to make us more visually literate, and it never ceases to overwhelm us. More than ever, Snapchat has made visual communication to be about its “here I am” value, and less and less about the photograph itself. Clearly, it is not an isolated phenomenon as such, rather, it is symptomatic for many widespread societal changes, attitudes and developments. As you will read, Snapchat’s inconsistencies cannot currently be solved, but arguably, that should not be seen as a weakness. On the contrary: they demonstrate the complexity of the phenomenon that I have studied.Show less