Er is in de loop der jaren veel onderzoek gedaan naar verschillen in prestatiemotivatie tussen vrouwen en mannen bij adolescenten en volwassenen. Naar verschillen bij kinderen is veel minder...Show moreEr is in de loop der jaren veel onderzoek gedaan naar verschillen in prestatiemotivatie tussen vrouwen en mannen bij adolescenten en volwassenen. Naar verschillen bij kinderen is veel minder onderzoek gedaan. Deze studie richt zich dan ook op geslachtsverschillen in prestatiemotivatie bij kinderen in de leeftijd van acht tot twaalf jaar. Daarnaast is er gekeken naar de relatie tussen sociale wenselijkheid en geslacht. Ook is onderzocht of er sprake is van een relatie tussen de zelf- en ouderrapportage. Als laatste is gekeken in hoeverre leeftijd samenhangt met prestatiemotivatie. Aan deze studie deden 363 kinderen (M = 10.33, SD = 0.94) mee. Er is gebruik gemaakt van de Prestatiemotivatie Test voor Kinderen 2 en de Dimensions of Mastery Questionnaire voor ouders. Uit de resultaten van deze studie blijkt dat er geen geslachtsverschillen gevonden zijn bij prestatiemotivatie (t (316) = 0.88, p = .378) en sociale wenselijkheid (t (259) = 0.25, p = .807). Er is ook geen relatie aanwezig tussen de zelfrapportage en ouderrapportage. Als laatste is er een negatief verband gevonden tussen leeftijd en prestatiemotivatie wanneer het gerapporteerd werd door ouders, terwijl er sprake was van een positief verband tussen leeftijd en prestatiemotivatie bij de zelfrapportage. Men kan dus concluderen dat geslacht niet van invloed is op prestatiemotivatie bij deze jonge kinderen. Ook zijn er geen geslachtsverschillen bij sociale wenselijkheid aanwezig. Ouders en kinderen ervaren de omgeving anders, waardoor de ouders vinden dat hun kind minder gemotiveerd wordt naarmate hij of zij ouder wordt, terwijl juist de kinderen vinden dat hun prestatiemotivatie toeneemt met de leeftijd. Verder onderzoek is nodig om te onderzoeken hoe deze relaties daadwerkelijk in elkaar zitten.Show less
Met behulp van vragenlijsten, afgenomen onder 484 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar in de provincie Zuid-Holland, is getracht een verklaring te vinden voor probleemgedrag onder...Show moreMet behulp van vragenlijsten, afgenomen onder 484 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar in de provincie Zuid-Holland, is getracht een verklaring te vinden voor probleemgedrag onder jongeren van de grootse migrantengroepen (Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen) in vergelijking met hun autochtone leeftijdsgenoten. Zoals verwacht is gebleken dat er geen samenhang bestaat tussen de etnische achtergrond en het normbesef van een jongere en dat er een zwakke, negatieve samenhang bestaat tussen normbesef en probleemgedrag. Anders dan de doelstelling en het beeld vanuit de maatschappij doet vermoeden, is er geen samenhang gevonden tussen etnische achtergrond en probleemgedrag, wat inhoudt dat migrantenjongeren hierin niet verschillen van autochtone jongeren. Daarnaast is er geen modererend effect gevonden voor sociale wenselijkheid op de samenhang tussen normbesef en probleemgedrag voor de verschillende etnische achtergronden.Show less