Het kan van adverteerders redelijkerwijs worden gezegd dat zij strategisch manoeuvreren. Enerzijds proberen zij een doelgroep zo effectief te overtuigen van hun boodschap, anderzijds hebben zij...Show moreHet kan van adverteerders redelijkerwijs worden gezegd dat zij strategisch manoeuvreren. Enerzijds proberen zij een doelgroep zo effectief te overtuigen van hun boodschap, anderzijds hebben zij veel verschillende grenzen om zich aan te houden: zowel de discussieregels als grenzen van het actietype. Deze grenzen zijn vastgelegd in de Nederlandse Reclame Code (NRC), die in stand wordt gehouden door de Reclame Code Commissie (RCC) en het College van Beroep (CvB) van de Stichting Reclame Code (SRC). Ook de adviezen van de Stichting zijn gebonden aan een kader. Het doel van dit onderzoek is analyseren in hoeverre de gronden waarop de RCC en het CvB hun beslissingen baseren, verfijnd kunnen worden aan de hand van de inzichten uit de pragmatiek. In de pragmatiek is al veel geschreven over misleiding, maar er is nog geen systematische manier om uitingen te analyseren. Daarom is – na het behandelen van de literatuur over coöperatie, liegen, manipulatie en bedrog vanuit een Griceaans perspectief – een eerste poging gedaan om een operationele definitie op te stellen. Deze is vervolgens gebruikt om drie dossiers van de SRC te (her)analyseren. In deze zaken hebben zowel de RCC als het CvB uitspraken gedaan, die niet altijd overeenkwamen, wat erop duidt dat er niet zonder meer overeenstemming is als het gaat om uitspraken over misleiding. Dit biedt ook de mogelijkheid tot verfijning van de gronden. Uit de analyse bleek dat er zeker manieren zijn waarop de inzichten uit de pragmatiek de gronden van de uitspraken kunnen verfijnen. Allereerst door de operationele definitie van misleiding mee te nemen, waarbij verschillende elementen geëxpliciteerd worden, die nu slechts gevoelsmatig behandeld lijken te worden. Daarnaast door niet alleen op de letterlijke tekst te focussen, ontstaat er een mogelijkheid ook het effect van implicaties en implicaturen te zien, die worden opgeroepen maar niet letterlijk aanwezig zijn. Als laatste is er nog een praktisch punt, dat in de behandeling van de RCC al verder wordt doorgezocht naar statistische onderbouwing van argumenten van de twee partijen. Hoewel er nog een aantal kanttekeningen en verbeterpunten te noemen zijn bij de analyse en resultaten/conclusies, laat dit onderzoek wel een mogelijkheid zien. De uitspraken over misleiding van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep kunnen consistenter worden onderbouwd, door inzichten uit de pragmatiek te gebruiken. Vervolgonderzoek zou deze inspanning op grotere schaal kunnen uitvoeren, om te kijken of de conclusies ook kwantificeerbaar zijn.Show less
In deze masterscriptie wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de verkiezingsdebatten in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012. Verkiezingsdebatten zijn voor lijsttrekkers een...Show moreIn deze masterscriptie wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de verkiezingsdebatten in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2012. Verkiezingsdebatten zijn voor lijsttrekkers een uitgelezen gelegenheid om hun eigen standpunten en belangrijkste argumenten uiteen te zetten. Zodoende trachten zij de kiezer te overtuigen op hen te stemmen, zodat zij uiteindelijk voorop kunnen gaan bij het vormen van een nieuwe regering en het leiden van het land. Door middel van de uitgebreide pragma-dialectiek, waarin strategisch manoeuvreren een belangrijke rol speelt, is een analyse gemaakt van lijsttrekkers in drie verkiezingsdebatten uit de campagne van 2012. De notie strategisch manoeuvreren verwijst naar het feit dat discussianten een verschil van mening niet alleen willen oplossen, maar het meningsverschil ook willen winnen. Er bestaat dus zowel een dialectische als een retorische dimensie. Strategisch manoeuvreren vindt altijd plaats in een specifieke argumentatieve praktijk, in de pragma-dialectiek ook wel argumentatief actietype genoemd. Om een zo compleet mogelijk beeld van het strategisch manoeuvreren te geven, wordt dus eerst de argumentatieve praktijk, oftewel het argumentatieve actietype, van het Nederlands verkiezingsdebat gekarakteriseerd. Uit deze omschrijving blijkt dat het belangrijkste doel van de lijsttrekkers is om de (potentiële) kiezer te overtuigen. Het overtuigen geschiedt door het gewenste beleid te beargumenteren, waardoor het publiek gelijktijdig wordt geïnformeerd over de inhoud van het nieuwe beleid. Hierbij is het informeren ondergeschikt aan het overtuigen. Daarnaast dienen politici zich aan een aantal regels te houden. Ze dienen rekening te houden met de institutionele regels van het verkiezingsdebat, zoals met respect debatteren en andere deelnemers niet persoonlijk aanvallen. Daarnaast moeten ze, net als in alle andere actietypen, rekening houden met de pragma-dialectische discussieregels. De primaire resultaten van de analyses laten zien dat politici gebruikmaken van drie verschillende argumentatietypen, waarvan de pragmatische argumentatie het meest gebruikt werd. Daarnaast laten de analyses zien dat binnen het verkiezingsdebat ruimte is voor het gebruik van verschillende stijlfiguren en presentatiemiddelen en dat politici zich bewust aan het publiek, de (potentiële) kiezer aanpassen. Uit deze primaire resultaten zijn drie strategische keuzes (eigenaarschap, framing en het gebruik van autoriteitsargumentatie) geëxtraheerd en is gekeken naar hoe de keuze van de argumentatie, de keuze uit de presentatiemiddelen en de aanpassingen aan het auditorium samen bijdragen aan de vormgeving van de strategisch keuzes. In deze analyses wordt nogmaals benadrukt dat politici alles in het werk stellen om de kiezer te bereiken en te overtuigen. Deze scriptie kan beschouwd worden als een exploratief-analytisch en hypothesevormend onderzoek, dat gebruikt kan worden bij verder onderzoek naar strategisch manoeuvreren in het Nederlands verkiezingsdebat. Zodoende kunnen de analyses uitgevoerd worden op een recentere casus of kan er een groter corpus gebruikt worden.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
This thesis focuses on the use of metaphor in political discussions, and especially its relation to the appearance of fallacious arguments. When they co-appear, the metaphor seems to be taking away...Show moreThis thesis focuses on the use of metaphor in political discussions, and especially its relation to the appearance of fallacious arguments. When they co-appear, the metaphor seems to be taking away fallaciousness of the arguments, making the fallacies seem more reasonable to the average language user. To investigate whether this strategic manoeuvre is being used in Dutch politics, three debates of the Dutch elections in 2017 are examined, in which the appearance of the false analogy stands out and is being elaborated on.Show less