Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of er een verschil is tussen mannen en vrouwen in middelengebruik (tabak, alcohol, softdrugs en harddrugs) en hun motieven. De steekproef betrof n =...Show moreHet doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of er een verschil is tussen mannen en vrouwen in middelengebruik (tabak, alcohol, softdrugs en harddrugs) en hun motieven. De steekproef betrof n = 514 respondenten in de leeftijd van 14-30 jaar met een gemiddelde leeftijd van 21.80 jaar, waarbij n = 199 mannen en n = 315 vrouwen. In het onderzoek is gebruik gemaakt van een algemene vragenlijst over middelengebruik, de Vragenlijst Effecten Middelengebruik en de BISBAS. Uit de resultaten van ANOVA’s blijkt dat mannen meer tabak roken (F(1,512) = 1,187, p = 0.01), alcohol drinken (F(1,512) = 0.664, p < 0.001), softdrugs (F(1,512) = 67.40, p < 0.001) en harddrugs (F(1,512) = 29.88, p < 0.001) gebruiken dan vrouwen. Tevens blijkt uit MANOVA’s dat er verschillen zijn in motieven. Mannen gebruiken middelen meer om te ontspannen dan vrouwen (F(2,513) = 12.55, p < 0.001) en mannen zijn meer sensatiezoekend (F(2,513) = 10.83, p < 0.001) en gedreven (F(2,513) = 5.321, p = 0.02). Vrouwen daarentegen zijn strafgevoeliger (F(1,512) = 82.33, p < 0.001). Uit ANCOVA blijkt dat het verschil tussen hoeveel mannen en vrouwen tabak roken verklaard wordt door onderliggende motieven Risk and Agression, Self Perception, BAS Drive, BAS Fun Seeking, BAS Reward Responsiveness en BIS (F(1,505) = 0.43, p = 0.47). Dit betekent dat het verschil in tabak verklaard wordt door onderliggende motieven, maar voor alcohol, softdrugs en harddrugs wordt het verschil niet verklaard door motieven. Deze bevindingen over het verschil in motivatie en middelengebruik door mannen en vrouwen kunnen van belang zijn bij het voorkomen van overmatig middelengebruik en het behandelen ervan.Show less