Deze masterscriptie onderzoekt de effectiviteit van het convenant Duurzame Kleding en Textiel (CKT) als beleidsinstrument binnen de context van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen...Show moreDeze masterscriptie onderzoekt de effectiviteit van het convenant Duurzame Kleding en Textiel (CKT) als beleidsinstrument binnen de context van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Door middel van een analyse van beleidsdocumenten en interviews worden de succesfactoren van beleidseffectiviteit beoordeeld, met nadruk op de informatiekwaliteit van de beleidstheorie. Het onderzoek richt zich op drie centrale beleidsdoelen van het CKT, waarbij gebruik wordt gemaakt van theoretische kaders zoals die van Hoogerwerf en Tirion. De bevindingen tonen aan dat hoewel bepaalde beleidsdoelen niet volledig zijn gerealiseerd, het derde doel, gericht op gezamenlijke acties, als succesvol wordt beschouwd. Het onderzoek concludeert dat de kwaliteit van de beleidstheorie een potentiële voorspeller is van beleidsucces, maar verdere studie is noodzakelijk om deze relatie te bevestigen. De resultaten bieden waardevolle inzichten voor het ontwerp en de evaluatie van toekomstige IMVO-convenanten.Show less
In de twintigste eeuw is gepoogd om textiel als kunstvorm te verheffen, te emanciperen, tot een aan de beeldende kunsten gelijkwaardige kunstvorm. Dit onderzoek onderscheidt de emancipatoire...Show moreIn de twintigste eeuw is gepoogd om textiel als kunstvorm te verheffen, te emanciperen, tot een aan de beeldende kunsten gelijkwaardige kunstvorm. Dit onderzoek onderscheidt de emancipatoire ontwikkeling van textiel als kunstvorm grofweg in drie essentiële fases. In de eerste fase, na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918), werd gepoogd textiel te verheffen van ambacht tot toegepaste kunst. Met toegepaste kunst wordt hier de esthetische vormgeving van functionele kunstuitingen bedoeld. Na de Tweede Wereldoorlog (1940-1945) richtte de tweede fase zich op de verheffing van toegepaste kunst tot beeldende kunst om in de derde fase een verheffing in te zetten van beeldende kunst tot autonome ruimtelijke kunst. Het Stedelijk Museum Amsterdam, dat in 1895 werd geopend, groeide in de twintigste eeuw uit tot een toonaangevend internationaal museum voor moderne en hedendaagse kunst en vormgeving. Textiel was een van de talrijke kunstvormen die het museum presenteerde, daarmee werd textiel in een brede context getoond. Het onderzoek heeft zich daarom gericht op het Stedelijk Museum als casus waarbinnen de twintigste-eeuwse emancipatie van textiel als kunstvorm onderzocht kan worden. De tentoonstellingen Het behang en het gordijn (1927), Textiel als Kunst (1956) en Perspectief in textiel (1969) vertellen samen het verhaal van de pogingen tot emancipatie van textiel als kunstvorm. Bij de tentoonstellingen hebben de organisatoren van de tentoonstellingen de emancipatie van textiel als kunstvorm gestimuleerd op verschillende manieren en met verschillende motieven.Show less