Dit onderzoek bespreekt de resultaten van een taalkundig-stilistische analyse van het taalgebruik van patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) tijdens een onlinebehandeling. Diverse...Show moreDit onderzoek bespreekt de resultaten van een taalkundig-stilistische analyse van het taalgebruik van patiënten met het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) tijdens een onlinebehandeling. Diverse onderzoekers stellen dat er een verband bestaat tussen keuzes in taalgebruik en veranderingen in het psychologisch welzijn van patiënten. Bij onderzoek naar dit verband wordt echter veelal gebruikgemaakt van kwantitatieve computergestuurde analysemethoden waaraan verschillende beperkingen verbonden zijn. Het doel van het huidige onderzoek was om te achterhalen of het aan de hand van de methode van de taalkundige stilistiek, waarbij kwalitatieve en kwantitatieve analyse gecombineerd worden, mogelijk was om een correlatie aan te tonen tussen formuleringskeuzes van patiënten met CVS en het al dan niet herstellen van deze ziekte door middel van een online cognitieve gedragstherapie. De casusstudie richtte zich op een specifiek aspect van het taalgebruik van de patiënten, namelijk op het gebruik van stilistische verschijnselen die eraan bijdragen dat handelingen in mindere mate worden toegeschreven aan de handelende persoon. De keuze voor dit aspect is gemotiveerd door de nadruk die gelegd wordt op het belang van het nemen van verantwoordelijk- heid voor het eigen herstel in de literatuur over cognitieve gedragstherapie en door de ontwikkelaars en therapeuten van de behandeling. Door te kijken naar de mate waarin patiënten gebruikmaakten van stilistische verschijnselen waarmee handelingen in mindere mate worden toegeschreven aan de handelende persoon, wanneer zij handelingen beschreven die zij moesten uitvoeren om te herstellen, werd getoetst of dit een aanwijzing zou kunnen vormen voor de mate waarin de patiënten zichzelf voorstellen als verantwoordelijk voor hun eigen herstel. Zodoende werden de teksten van de patiënten gedurende de verschillende behandelfases geanalyseerd, om te achterhalen of er verschillen te zien waren in het gebruik van deze stilistische verschijnselen door patiënten die na afloop van de behandeling hersteld waren en patiënten die niet hersteld waren. Uit de casusstudie is gebleken dat herstelde patiënten, gedurende de verschillende fases van de behandeling, inderdaad minder gebruikmaakten van het totaal aan onderzochte stilistische verschijnselen dan niet-herstelde patiënten. Ook kon een afname in het gebruik van het totaal aan geanalyseerde verschijnselen tussen meetpunt T0 (de assessmentfase) en T1 (de behandelfase) in verband gebracht worden met een succesvolle uitkomst van de therapie, terwijl een toename in het gebruik van het totaal aan geanalyseerde verschijnselen gedurende alle fases van de behandeling correleerde met een onsuccesvolle uitkomst van de therapie. Op basis van deze resultaten wordt geconcludeerd dat een verschillende uitkomst van de therapie, oftewel een verschillende verandering in psychologisch welzijn, weerspiegeld is in een verschil in formuleringskeuzes tijdens de behandeling. Zodoende demonstreert het huidige onderzoek dat er een correlatie bestaat tussen bepaalde formuleringskeuzes in het taalgebruik van patiënten met CVS en (een verandering in) hun psychologisch welzijn. Dit laat de vruchtbaarheid zien van de methode van de taalkundige stilistiek, waarmee bepaalde beperkingen die verbonden zijn aan kwantitatieve computeranalyses omzeild kunnen worden, voor het analyseren van het taalgebruik van patiënten tijdens een onlinebehandeling. Wel is voorzichtigheid geboden bij het generaliseren van deze resultaten naar andere gevallen dan de huidige casusstudie.Show less