Deze scriptie onderzoekt de naoorlogse politieke consensus tussen de Labour Partij en de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk, welke na de Tweede Wereldoorlog een ongekende intensiteit...Show moreDeze scriptie onderzoekt de naoorlogse politieke consensus tussen de Labour Partij en de Conservatieve Partij in het Verenigd Koninkrijk, welke na de Tweede Wereldoorlog een ongekende intensiteit heeft bereikt. Het onderzoek omvat een analyse van de consensus tussen de politieke partijen die zich ontwikkelde tussen 1945 en 1967. Er wordt specifiek gekeken naar de voortzetting en reconstructie van deze consensus na de Suez-crisis van 1956, in relatie tot het koloniale en defensiebeleid ten aanzien van de Britse kolonie Aden tot aan de onafhankelijkheid in 1967. De studie benadrukt de complexiteit en nuances die inherent zijn aan de politieke verhoudingen in het naoorlogse Verenigd Koninkrijk, en onderstreept de noodzaak van een analyse om het concept van consensus te evalueren. Door een herwaardering van de rol van de Suez-crisis en de daaruit voortvloeiende veranderingen binnen het defensie- en koloniale beleid, wordt een vernieuwende blik geworpen op de invloed van deze crisis op de politieke consensus. De kolonie Aden fungeert als casestudy binnen het onderzoek, en er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de Britse Defence White Papers als primaire bronnen van informatie. Deze dissertatie draagt bij aan het academische debat over de veranderlijke aard van de Britse strategische belangen en beleidsvorming, en bevordert tevens een diepgaander inzicht in de Britse buitenlandse politiek.Show less
In dit onderzoek staan de electorale hervormingsvoorstellen in het Verenigd Koninkrijk tussen 1990 en 2011 centraal. In deze periode zijn er drie concrete voorstellen voor het vervangen van het...Show moreIn dit onderzoek staan de electorale hervormingsvoorstellen in het Verenigd Koninkrijk tussen 1990 en 2011 centraal. In deze periode zijn er drie concrete voorstellen voor het vervangen van het karakteristieke First past the post-systeem met een ander kiesstelsel te onderscheiden. Dit waren de Plantrapporten, het Jenkinsrapport en het AV referendum. Deze scriptie analyseert aan de hand van de debatten in het House of Commons en de berichtgeving in de Britse kranten in hoeverre deze opeenvolgende voorstellen tot electorale hervormingen beïnvloed werden door de discussies rond de eerdere voorstellen.Show less
With the United Kingdom leaving the European Union, the United Kingdom no longer has the same drug approval process as the European Union. This study therefore compares the approval processes of...Show moreWith the United Kingdom leaving the European Union, the United Kingdom no longer has the same drug approval process as the European Union. This study therefore compares the approval processes of the United Kingdom and the Netherlands by examining which country was quicker to approve the COVID-19 vaccines. Three possible explanations will be used to examine which aspect of the procedure could explain any differences. The explanations are about coordination, multi-level governance and the rigor of the approval process. The analysis shows that the United Kingdom was quicker to approve the first two COVID-19 vaccines and the Netherlands was quicker to approve the other two COVID-19 vaccines. Thus, no country can be classified as quicker. Of the possible explanations, only the coordination explanation possibly played a role in the speed of the approval process.Show less
Dit onderzoek bestudeert hoe opiniërend Britse journalisten de brexit op Twitter verslaan, als onderdeel van de grotere discussie omtrent de toepassing van de objectiviteitsnorm in de 21 ste -...Show moreDit onderzoek bestudeert hoe opiniërend Britse journalisten de brexit op Twitter verslaan, als onderdeel van de grotere discussie omtrent de toepassing van de objectiviteitsnorm in de 21 ste - eeuwse digitale journalistiek. Als meest gebruikt sociaal medium onder mensen die geïnteresseerd zijn in nieuws in het algemeen, en onder journalisten in het bijzonder, heeft Twitter een bijzondere plaats verworven in het journalistieke landschap. Hoewel het medium nog altijd een betrekkelijk nieuw fenomeen is, heeft de wetenschap in toenemende mate aandacht voor Twitter. Met name het delen van persoonlijke overtuigingen op Twitter en wat dit betekent voor het online toepassen van de objectiviteitsnorm heeft tot grote discussie geleid. 9.114 tweets van 58 politieke journalisten (werkzaam voor Britse kwaliteitskranten) werden daarom aan een uitgebreide inhoudsanalyse onderworpen, om zo een meer gedetailleerd antwoord te formuleren in welke mate persoonlijke overtuigingen een rol spelen in de verslaggeving op Twitter. Deze inhoudsanalyse wijst vooral op een opvallend verschil tussen de theoretische waarde die nieuwsorganisaties, journalisten en het publiek aan de objectiviteitsnorm toekennen, en hoe journalisten de objectiviteitsnorm op Twitter toepassen.Show less
Deze scriptie toont de opinies die verschillende Nederlandse kranten uitdroegen ten tijden van de Britse toetreding tot Europese Gemeenschappen in de jaren 1969-1973. Er is onderzoek gedaan naar de...Show moreDeze scriptie toont de opinies die verschillende Nederlandse kranten uitdroegen ten tijden van de Britse toetreding tot Europese Gemeenschappen in de jaren 1969-1973. Er is onderzoek gedaan naar de publicaties van De Telegraaf, De Tijd, Trouw, Algemeen Handelsblad, NRC Handelsblad, de Volkskrant, Het Parool, Het Vrije Volk, Nederlands Dagblad en De Waarheid. De studie toont aan dat de kranten uiteenlopende meningen verkondigden en dat zij verschilden in de wijze waarop zij hun opinie aan het publiek brachten. Er is vastgesteld dat de meerderheid van de onderzochte nieuwsbladen de Britse toetreding steunden. Het onderzoek heeft echter ook uitgewezen dat De Waarheid een zeer uitgesproken tegenstander was, dat het Nederlands Dagblad onverschillig tegen over de Britse aansluiting stond en dat de redactie van Het Vrije Volk verschillende meningen uitten.Show less
Hoe kan het zo zijn dat de Conservative Party in de jaren ’60 en ’70 vrijwel onverdeeld pro-EEG was, maar dat euroscepsis vandaag de dag een prominent deel is van de partijideologie? Dit onderzoek...Show moreHoe kan het zo zijn dat de Conservative Party in de jaren ’60 en ’70 vrijwel onverdeeld pro-EEG was, maar dat euroscepsis vandaag de dag een prominent deel is van de partijideologie? Dit onderzoek richt zich op de rol die Margaret Thatcher in de ontwikkeling van euroscepsis binnen haar partij speelde. Aanvankelijk was Thatcher net zo pro-EEG als haar partijgenoten, zij het enkel uit neoliberale bewegingen. Zodra Thatcher in 1988 echter inzag dat de voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Delors, inzette op niet alleen een gezamenlijke Europese markt, maar ook op zoveel mogelijk gezamenlijk Europees politiek beleid, kreeg ze in vrij korte tijd een grote afkeer van de EEG. Met haar plots ingezette ramkoers genereerde ze zowel eurosceptische aanhang als EEG-gezinde tegenstanders binnen haar partij. John Major volgde Thatcher in 1990 op als premier en erfde een partij die erg verdeeld was geraakt over Europa. Tijdens zijn premierschap was er onder eurosceptische Conservatives, die achter de schermen door Thatcher tegen Major werden opgezet, zeer grote weerstand tegen de EMU en het Verdrag van Maastricht. Zodra dit verdrag was geratificeerd, schoot de door Thatcher gegenereerde euroscepsis ook buiten de Conservative Party wortel, met name in de Referendum Party en UKIP.Show less
Abstract Dit artikel zal ingaan op de sociale constructie van terrorisme evenals het anti-terreurbeleid van westerse staten. De onderzoeksvraag luidt: hoe verschillen staten in de sociale...Show moreAbstract Dit artikel zal ingaan op de sociale constructie van terrorisme evenals het anti-terreurbeleid van westerse staten. De onderzoeksvraag luidt: hoe verschillen staten in de sociale constructie van terrorisme en anti-terreur en op welke wijze zijn deze verschillen te verklaren? Middels een kwantitatieve inhoudsanalyse en kwalitatieve methoden zullen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk op basis van hun sociale constructies worden onderzocht en vergeleken, in de periode 2010-2012. In dit onderzoek is een middenweg gekozen tussen de high-data onderzoeken van Jackson (2007; 2011) en de low-data onderzoeken van Hülsse en Spencer (2008) en Spencer (2012) terzake van de sociale constructie van terreur. Vier kranten vormen in dit onderzoek de belangrijkste data, te weten: The New York Times, The Wall Street Journal, The Guardian en The Daily Telegraph. De Verenigde Staten lijken zich, conform de resultaten uit eerder onderzoek (Jackson 2007; 2011), op een offensieve wijze te bewegen jegens terreur. Opmerkelijk is dat de resultaten vooral voor het Verenigd Koninkrijk opzienbarend en potentieel tegenstrijdig zijn met de realiteit.Show less