In deze scriptie worden de vaardigheden van jonge Nederlandse journalisten op het gebied van verificatie van foto- en videomateriaal geanalyseerd. In het specifiek is er een focus op situaties...Show moreIn deze scriptie worden de vaardigheden van jonge Nederlandse journalisten op het gebied van verificatie van foto- en videomateriaal geanalyseerd. In het specifiek is er een focus op situaties waarin sprake is van brekend nieuws. De journalisten zijn werkzaam bij verschillende nationale media. Aan de hand van zowel interviews als een veldexperiment werpt deze scriptie een blik op de wijze waarop de redacteuren omgaan met beeldmateriaal waarvan de herkomst onduidelijk is.Show less
Bij veel nieuwsitems is beeld haast niet meer weg te denken. En door de opkomst van sociale media maken journalisten steeds vaker gebruik van foto- of videomateriaal dat zij op websites zoals...Show moreBij veel nieuwsitems is beeld haast niet meer weg te denken. En door de opkomst van sociale media maken journalisten steeds vaker gebruik van foto- of videomateriaal dat zij op websites zoals Facebook en Twitter vinden (Brandtzaeg, 2016). Tegelijkertijd duikt de term ‘nepnieuws’ overal op. De manier waarop journalisten de authenticiteit van beeld controleren, is dus van belang. Dit onderzoek is toegespitst op het verificatieproces van journalisten op lokale en regionale nieuwsredacties in Nederland. De volgende onderzoeksvraag staat hierbij centraal: hoe controleren Nederlandse journalisten van lokale en regionale nieuwsmedia de authenticiteit van foto- en videomateriaal? Semigestructureerde interviews en een praktische opdracht bieden inzicht in deze vraag. De wijze waarop journalisten beeldmateriaal verifiëren, is afhankelijk van verschillende factoren. Allereerst geven de respondenten aan dat niet alles te controleren is, maar dat zij het wel belangrijk vinden om na te gaan of het beeld dat zij willen gebruiken rechtenvrij is. Beeldmateriaal wordt soms niet geverifieerd wanneer de journalist een bepaalde bron genoeg vertrouwt. Daarnaast worden archiefbeelden en stockfoto’s gebruikt wanneer de authenticiteit van het beeldmateriaal niet direct vast te stellen is, maar het nieuwsfeit wel snel gemeld moet worden. Ook dekken journalisten zich in door te melden dat er beelden zijn opgedoken van een bepaalde gebeurtenis, waarbij ze in het midden laten of de beelden wel kloppen. Daarnaast vertrouwen ze bij het verificatieproces op hun ervaring en de kennis van de regio waarin ze werken. Tools worden nog niet regelmatig ingezet om beelden te verifiëren. Wel gebruikt een aantal respondenten een reverse image search bijvoorbeeld om na te gaan of een beeld rechtenvrij is, iets dat voor een groot aantal respondenten zwaar meeweegt in het verificatieproces. Dit geldt dan vooral voor de kleinere lokale media. Zij maken ook vaak gebruik van user-generated content (UGC) dat door lezers zelf aangeleverd wordt voor de website en de krant. Beelden bij deze vorm van UGC worden niet altijd even grondig gecontroleerd, omdat dit ook vaak luchtigere onderwerpen zijn.Show less
In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar hoe Nederlandse journalisten amateurbeeldmateriaal van sociale media verifiëren. Dit gebeurt aan de hand van het onderzoek dat Brandtzaeg et. al (2016)...Show moreIn deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar hoe Nederlandse journalisten amateurbeeldmateriaal van sociale media verifiëren. Dit gebeurt aan de hand van het onderzoek dat Brandtzaeg et. al (2016) deden. Zij onderzochten de manier waarop journalisten uit verschillende Europese landen materiaal van sociale media verifiëren en daarnaast brengen ze ook in kaart hoe deze journalisten dit materiaal zien en benaderen. Daarnaast doen de journalisten in het onderzoek van Brandtzaeg et. al aanbevelingen voor hoe het verificatieproces beter kan. De vragen die in dit onderzoek worden beantwoord, zijn dan ook voor een deel rechtstreeks afgeleid van hun onderzoek, maar dan toegespitst op amateurbeeldmateriaal van sociale media. Zeker in crisissituaties is de informatie en het (beeld)materiaal dat op sociale media te vinden is voor veel journalisten inmiddels al een zeer belangrijke bron (Rauchfleisch 2017, p.1). Dat maakt het relevant om te onderzoeken of en hoe Nederlandse journalisten dit materiaal verifiëren. Ten eerste voor de journalisten zelf, maar ook voor de nieuwsconsument. Dit onderzoek wil aantonen hoe de verificatie van amateurbeeldmateriaal van sociale media bij nieuwsorganisaties in zijn werk gaat en dus kan de consument zich op basis daarvan ook afvragen hoe kritisch hij zelf moet kijken naar materiaal van amateurs dat door journalisten wordt gebruikt. Hiertoe is de volgende onderzoeksvraag gebruikt: Hoe verifiëren journalisten amateurbeeldmateriaal van sociale media? Het onderzoek is zowel met een kwalitatieve als een kwantitatieve methode uitgevoerd. Het kwalitatieve deel bestaat uit semi-gestructureerde interviews, die zich richten op het verificatieproces en de waarde die journalisten hechten aan dat proces. Er wordt gereconstrueerd of en hoe journalisten beelden van sociale media verifiëren, en hoe belangrijk zij verificatie in dit opzicht vinden. De vragen zijn grotendeels afgeleid van het onderzoek van Brandtzaeg et. al (2016, p. 327). De kwantitatieve gegevens komen voort uit een enquête en hier gaat het over de algemene houding van journalisten ten opzichte van amateurbeelden afkomstig van sociale media. Het geeft een beeld van de waarde die de journalisten aan amateurbeelden toekennen en hoe vaak zij deze gebruiken. De enquête werd voorafgaande aan het interview door de journalist ingevuld. De interviews vormen verreweg de belangrijkste bron van informatie waaruit de conclusies in dit onderzoek worden getrokken. De gegevens uit de enquête dienen vooral als nuttige ondersteunende achtergrondinformatie. Er zijn in dit onderzoek 12 journalisten geïnterviewd en geënquêteerd, werkzaam bij verschillende media. Uit de resultaten is naar voren gekomen dat de Nederlandse journalisten in dit onderzoek allemaal in meer of mindere mate gebruik maken van sociale media voor hun werk. Amateurbeeldmateriaal maakt daar een deel van uit. Zij gebruiken dit materiaal minder vaak dan materiaal van sociale media in het algemeen, maar toch zeker nog regelmatig. De verificatie van amateurbeeldmateriaal van sociale media is naar de mening van de respondenten essentieel en ook belangrijker dan de verificatie van ander materiaal. Dit komt vooral voort uit de angst dat dit beeldmateriaal gemanipuleerd kan worden. De angst voor manipulatie van het beeldmateriaal wordt door de respondenten in dit onderzoek breed gedeeld. Dit betekent niet dat de journalisten altijd overgaan tot de verificatie van het materiaal. Tijdsdruk is een aspect dat in dit geval vaak voorbij komt als verklaring. Journalisten willen iets graag brengen, en maken dan de afweging dat verificatie niet nodig is. Er wordt in zo’n geval dan vaak afgegaan op het eigen gevoel, een journalistieke ‘gut feeling’. In het verificatieproces maken de journalisten vooral gebruik van verificatiemethoden die als traditioneel kunnen worden gezien. Verificatietools die hiervoor beschikbaar zijn, vinden bij de journalisten in dit onderzoek amper aftrek. De respondenten deden wel aanbevelingen voor het ontwikkelen van tools, die er vooral op neerkwamen dat tools die de journalisten tijd en moeite besparen in het proces, gewenst zijn.Show less
Journalisten zullen in hun werkzaamheden steeds vaker te maken krijgen met verifiëring van foto- en videomateriaal afkomstig van sociale media, mede omdat sociale media journalisten van informatie...Show moreJournalisten zullen in hun werkzaamheden steeds vaker te maken krijgen met verifiëring van foto- en videomateriaal afkomstig van sociale media, mede omdat sociale media journalisten van informatie voorzien waar zij anders wellicht geen toegang toe zouden krijgen. Het is dan ook relevant om de ervaring van journalistiekstudenten met online verifiëring vast te stellen; zij zijn immers de journalisten van morgen. Daarnaast is het voor opleidingen belangrijk om aandacht te besteden aan verifiëring, zodat studenten klaargestoomd worden voor het journalistieke werkveld. Om die reden gaat deze scriptie in op de ervaring van Nederlandse hbo-journalistiekstudenten met online verifiëring om de authenticiteit van foto- en videomateriaal vast te stellen. Dit onderzoek is uitgevoerd aan de hand van semigestructureerde interviews, waarin ook een praktische opdracht aan bod is gekomen. Bij die praktische opdracht werd aan de studenten gevraagd om hardop na te denken, zodat hun genomen stappen onderzocht en geanalyseerd konden worden. Uit de resultaten is uiteindelijk naar voren gekomen dat Nederlandse hbo-journalistiekstudenten weinig ervaring hebben met online verifiëring om de authenticiteit van foto- en videomateriaal vast te stellen. Hoewel de aanname was dat jongeren wellicht meer affiniteit hebben met verificatie omdat zij zijn opgegroeid in een internettijdperk, geven de journalistiekstudenten aan dat zij helemaal niet altijd zo behendig zijn volgens henzelf. Ze geven aan dat ze het nog lastig vinden om te bepalen welke content zij kunnen vertrouwen. Hun verificatievaardigheden zijn matig, waardoor studenten moeite hebben om beeldmateriaal afkomstig van sociale media te verifiëren. Opvallend genoeg zochten een aantal studenten tijdens de praktische opdracht ter plekke in Google op hoe zij online beelden konden verifiëren. Sommige andere studenten gaven aan dat zij een traditionele journalistieke aanpak zouden hanteren: bellen. Er ligt hier dan ook een winstpunt voor hbo-journalistiekopleidingen. Binnen hogescholen komen volgens de studenten vooral traditionele journalistieke handelingen aan bod, maar er is weinig ruimte voor diepgang over onderwerpen als sociale media en verifiëring. Daar wordt er volgens de studenten vooral aandacht besteed aan het opstellen van onderzoeksrapporten, creative commons, hoor- en wederhoor, en andere standaard journalistieke praktijken. Volgens de studenten zou het dan ook goed zijn als kennis van sociale media en verifiëring gestimuleerd wordt.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze studie is onderzoek gedaan naar de journalistieke norm 'objectiviteit' in de krant ten tijde van de Gouden Eeuw. De onderzoeksvraag luidt: op welke wijze wordt de journalistieke norm ...Show moreIn deze studie is onderzoek gedaan naar de journalistieke norm 'objectiviteit' in de krant ten tijde van de Gouden Eeuw. De onderzoeksvraag luidt: op welke wijze wordt de journalistieke norm 'objectiviteit' nagestreefd in de berichtgeving van eigen (buitenland)correspondenten in de krant Tijdingen uyt verscheyden Quartieren uitgegeven door Broer Jansz in de jaren 1632 en 1634? Het corpus bestaat uit acht krantenexemplaren. Aan de hand van de eigenschappen van het journalistiek objectiviteitsregime zijn de nieuwsberichten in deze kranten onderworpen aan een kwalitatieve inhoudsanalyse. Er is hierbij gekeken naar bronnen, nieuwsselectie, discours en verificatie. Uitgever Broer Jansz heeft verschillende strategieën van het objectiviteitsregime toegepast op de inhoud van de berichtgeving in zijn krant. Als uitgever en journalist is hij zich op zijn manier bewust geweest van de journalistieke principes 'burgerservice' en 'waarheid en loyaliteit'.Show less
Wie kijkt naar journalistieke werkwijzen, kijkt al snel naar de rolopvattingen van journalisten. Een rolopvatting is de wijze waarop een positiebekleder, in dit geval de journalist, meent zijn rol...Show moreWie kijkt naar journalistieke werkwijzen, kijkt al snel naar de rolopvattingen van journalisten. Een rolopvatting is de wijze waarop een positiebekleder, in dit geval de journalist, meent zijn rol te moeten vervullen. Vier belangrijke rolopvattingen van journalisten zijn de populistische verspreider, de onafhankelijke waakhond, de kritische bemiddelaar en de opportunistische bemiddelaar. Een journalist kan meerdere rolopvattingen tegelijkertijd hebben. Door de veranderingen in het journalistieke werkveld mede door de komst van het internet is de rol van populistische verspreider weggevallen, internet neemt immers de taak van het verspreiden van informatie over. Het duiden van informatie is echter een belangrijke taak voor de journalist als onafhankelijke waakhond en kritische bemiddelaar geworden. Onderzoek wijst uit dat er verschillen zijn in de rolopvattingen tussen westerse journalisten en journalisten uit derdewereldlanden. Deze scriptie focust op de journalistiek in Suriname, onderzoekt welke rolopvattingen Surinaamse journalisten aannemen en of dit samenhangt met hun verificatiegedrag. In deze masterscriptie is er een tweeledig onderzoek gedaan naar de rolopvattingen en het verificatiegedrag van Surinaamse journalisten. Het eerste onderzoek is een survey naar voorbeeld van Hermans et al. (2011), die door middel van een profielschets de rolopvattingen van Surinaamse journalisten blootlegt. De resultaten van deze survey worden vergeleken met die van Nederlandse journalisten, om op die manier een link te leggen tussen Suriname en Nederland. Het tweede onderzoek is een gemengde methode in navolging van Diekerhof & Bakker (2012), waarbij er per Surinaamse journalist drie artikelen worden geanalyseerd op het gebied van brongebruik, waarna de uitkomsten worden besproken in een aansluitend interview. Ook deze uitkomsten worden vergeleken met die van Nederlandse journalisten. Aan hand van bestaande literatuur werd verwacht dat de Surinaamse journalist zichzelf ziet als opportunistische bemiddelaar, maar deze ziet zichzelf net als de Nederlandse journalist als onafhankelijke waakhond en nog in meerdere mate als kritische bemiddelaar, zo is gebleken uit onderzoek. Een belangrijke taak die hierbij hoort is verificatie. Surinaamse journalisten bleken echter, net als Nederlandse journalisten, informatie alleen te checken als dit makkelijk gedaan kan worden. Door bijvoorbeeld het gebruik van quotes werd verificatie ook wel vermeden. Tijdsdruk of wantrouwen tegenover de bron bleek geen reden te zijn om niet te checken. Wel gaven Surinaamse journalisten aan dat zij op hun intuïtie konden rekenen. Een belangrijk verschil tussen Surinaamse en Nederlandse journalisten is dat Surinaamse journalisten Facebook veel meer als bron voor hun journalistieke werkzaamheden gebruiken.Show less