In deze scriptie is gekeken naar de toepasbaarheid van het Deventersysteem als analytisch hulpmiddel bij archeologisch onderzoek. Om dit te testen is er aan de hand van een database getracht voor...Show moreIn deze scriptie is gekeken naar de toepasbaarheid van het Deventersysteem als analytisch hulpmiddel bij archeologisch onderzoek. Om dit te testen is er aan de hand van een database getracht voor de vijf meest voorkomende typen grapen (middeleeuws kookaardewerk) in de periodes 1450-1500AD en 1600-1650AD een typedatering te bepalen. Dit is gedaan aan de hand van de dateringen van alle complexen waar deze typen in voorkomen. Daarnaast is onderzocht of de regionaliteit van deze typen bepaald kan worden aan de hand van het Deventersysteem. Hierbij is gekeken naar de verhouding tussen de hoeveelheid aangetroffen minimum aantal exemplaren (MAE) van de meest voorkomende typen en de gecombineerde MAE van de overige grapen typen. Daar is ook de morfologie van de verschillende typen bij betrokken. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat het bepalen van typedateringen voor grapen aan de hand van de contextdateringen in het Deventersysteem niet mogelijk is. Er zijn te veel kanttekeningen te plaatsen bij de representativiteit en de te brede contextdateringen zorgen voor een onbetrouwbare typedatering die tevens een te grote tijdspanne heeft. Voor het onderzoek naar regionaliteit is het Deventersysteem beter geschikt. Echter, ook hier is de representativiteit een probleem. Daarnaast zorgt het ontbreken van een systematische onderverdeling van de verschillende morfologische kenmerken van het aardewerk ervoor dat de onderverdeling van aardewerk in typen met enige willekeur plaatsvindt. Dit heeft als gevolg dat het onzeker is in hoeverre de meer dan 100 typen grapen die op dit moment in het Deventersysteem opgenomen zijn daadwerkelijk op zichzelf staande typen zijn. Vanwege al deze kanttekeningen is het gebruik van het Deventersysteem als analytisch hulpmiddel niet aan te raden.Show less