De vondsten uit Wijchen-Berendonk behoren tot de zogenaamde 'werkvoorraad' van het Odyssee-programma. Deze werkvoorraad bestaat uit inventarisaties van oude (nood) opgravingen die nooit zijn...Show moreDe vondsten uit Wijchen-Berendonk behoren tot de zogenaamde 'werkvoorraad' van het Odyssee-programma. Deze werkvoorraad bestaat uit inventarisaties van oude (nood) opgravingen die nooit zijn uitgewerkt. Men heeft - verspreid over verschillende opgravingscampagnes - voor 4 jaar opgegraven tussen de periode van 1976-1980. Tijdens het aanleggen van enkele proefputten stuitten men al op enkele stukken vuursteen die destijds werden aangemerkt als 'Vlaardingencultuur'. Deze scriptie is met name gericht op het beantwoorden van enkele basale vragen als: waaruit bestaat het vuursteen en over welke cultuurgroepen/perioden spreken we? Uit het onderzoek bleek dat er met name uitgangsmatriaal, productiemateriaal en diverse werktuigen zijn gevonden. Verder bleek met zekerheid dat er Neolitisch materiaal aanwezig is maar er twijfel bestaat of er ook Mesolitisch en/of Bronstijd materiaal aanwezig voorkomt. Duidelijke bewoningspsoren - op basis van het onderzoek naar vuursteen - ontbreken voor zowel het Mesolithicum als het Neolithicum.Show less
In deze scriptie wordt een ruimtelijk onderzoek uitgevoerd met de uitkomsten van een typologische analyse van een selectie van het vuursteen uit de Vlaardingen site, Wateringseveld Binnentuinen....Show moreIn deze scriptie wordt een ruimtelijk onderzoek uitgevoerd met de uitkomsten van een typologische analyse van een selectie van het vuursteen uit de Vlaardingen site, Wateringseveld Binnentuinen. Ook wordt er een vergelijking gemaakt tussen een woonplaats met één fase bebouwing, een woonplaats met twee fasen van bebouwing en een deel van het erf . Hieruit werd duidelijk dat de twee woonplaatsen veel van elkaar verschilden, terwijl het materiaal van het erf erg lijkt op dat van één van de huisplattegronden. Bij één van de woonplaatsen zijn grote hoeveelheden verbrand vuursteen gevonden. Het vuursteen van Wateringseveld Binnentuinen heeft een zuidelijke herkomst, evenals de grote hoeveelheid Buren bijlfragmenten die er zijn gevonden. Er zijn in het vuursteen geen aanwijzingen voor het wel of niet plaats vinden van agrarische activiteiten op de site.Show less
The Bandkeramik culture came to the Netherlands as a complete package. This new culture settled itself at the Graetheide plateau in the south of the Netherlands on the fertile loess grounds. Geleen...Show moreThe Bandkeramik culture came to the Netherlands as a complete package. This new culture settled itself at the Graetheide plateau in the south of the Netherlands on the fertile loess grounds. Geleen-Janskamperveld is one of these Bandkeramik settlements. All aspects of the Bandkeramik culture are very similar between the different settlements so models are very suitable to analyzee the Bandkeramik culture. One of these aspects which has different models, is the settlement structure. The Hofplatz model is used for centuries as the main model for the Bandkeramik culture. Within this model clusters of houses represent successive houses and thus continuity on a single location. There is still some disagreement whether one or several houses were in use at one time within such a cluster. Rück proposed a different model in which the settlement is structured along lines. He also proposed a different reconstruction of the houses and he assumes a longer use-life for the individual houses: up till a 100 years instead of the 25 years which is used most. Within this research a use-wear study of the flint artefacts found at Geleen-Janskamperveld is executed with the hope of finding some specialization between different houses. This information could help with finding which of these models is best suitable for this excavation. Some use-wear study was already done in the past. The results of the previous study are used for this new research. The predominant contact material found at Geleen-Janskamperveld is hide, followed by cereal harvesting tools. This is in line with other Bandkeramik sites in the Netherlands which were studied in the same way. Other contact materials like wood, reed, bark, meat, bone, clay, mineral materials and the mysterious contact materials which produces ‘polish 10’ and ‘polish 23’ were also recognised. Unfortunately no real specialization was found between the different houses of Geleen-Janskamperveld. The rest of the analysis therefore is based on the literature. Rück proposed new models for different aspects of the settlement. He argues that houses were built on poles instead of on the ground. His main argument, steep slopes on which the houses were built in Bandkeramik times, is not valid for the Dutch LBK. His argument about the duration of a house generation is more plausible. The old arguments for a house generation are a bit outdated. Houses probably would have last longer. A visual analysis is executed to find possible settlement structures at Geleen-Janskamperveld. This resulted in several maps which clearly show that the model of Rück is not plausible for this excavation. No real alignments are apparent. A model in which clusters of several houses success each other is more plausible. This is supported by other features such as ditches.Show less