Dit onderzoek gaat over betrokkenheid van leerlingen op basisschool Paschalis. Hier presteren leerlingen op cognitief gebied bovengemiddeld. Leerkrachten willen graag dat de cognitief sterkste...Show moreDit onderzoek gaat over betrokkenheid van leerlingen op basisschool Paschalis. Hier presteren leerlingen op cognitief gebied bovengemiddeld. Leerkrachten willen graag dat de cognitief sterkste leerlingen ook betrokken zijn, en zochten naar tools om de betrokkenheid te vergroten. Het doel van dit onderzoek was om de betrokkenheid van bovenbouwleerlingen op de Paschalis te peilen en om handvatten toe te reiken om de betrokkenheid te vergroten. Dit is onderzocht middels de volgende onderzoeksvraag: Hoe ervaren bovenbouwleerlingen op de Paschalis hun betrokkenheid tijdens de lessen waarbij expliciete directe instructie wordt gegeven? Komt dit overeen met hoe hun leerkrachten dit ervaren en hoe kunnen zij de betrokkenheid van hun leerlingen vergroten? Bovenbouwleerlingen en -leerkrachten vulden een vragenlijst in. De vragenlijsten bestonden uit gesloten en open vragen. De gesloten vragen hadden betrekking op de vormen van betrokkenheid, en de open vragen op de huidige situatie en hoe betrokkenheid vergroot kan worden. De algemene betrokkenheid van leerlingen op de Paschalis is relatief hoog. De vier vormen van betrokkenheid verschillen significant van elkaar, waarbij agentic engagement als het laagst wordt ervaren. Leerlingen en leerkrachten lieten hierbij een soortgelijke verdeling zien. Er is onderzocht of het vaardigheidsniveau van leerlingen invloed had op de betrokkenheid, wat voor zowel taal als rekenen niet significant bleek te zijn. In de open vragen van de vragenlijst zijn er suggesties gegeven om de betrokkenheid te vergroten, waarbij spelletjes en actieve werkvormen genoemd werden. Om betrokkenheid te vergroten kan er ingespeeld worden op het vergroten van agentic engagement, en op suggesties van de leerlingen.Show less
In het hedendaagse Nederlandse werkleven worden veel werkvelden nog steeds gedomineerd door één gender: mannen hebben technische beroepen terwijl vrouwen werken in de kinderopvang en zorg. In dit...Show moreIn het hedendaagse Nederlandse werkleven worden veel werkvelden nog steeds gedomineerd door één gender: mannen hebben technische beroepen terwijl vrouwen werken in de kinderopvang en zorg. In dit onderzoek is onderzocht of vacaturetaal een bijdrage levert aan deze scheve verdeling. Uit een korte corpusstudie en een uitgebreide enquête blijkt dat vacaturetaal genderstereotypen in de hand werkt: agentic termen, woorden die stereotiep aan mannen worden gekoppeld, zijn vooral te vinden in vacatureteksten voor functies waar mannen de overhand hebben. Bij stereotiepe vrouwenberoepen vinden we vooral communal termen terug. Echter, vacaturetaal blijkt ook een mogelijke oplossing te bieden voor de scheve verdeling in het werkveld: door paarvormen (agent/agente) in plaats van de generieke mannelijke vorm (agent) of de m/v-vorm (agent (m/v)) te gebruiken in de functietitel, worden vrouwen meer aanwezig in de mentale representatie. De rest van de vacaturetekst moet zowel agentic als communal en weinig genderneutrale termen bevatten om aantrekkelijk te zijn voor beide genders. Kortom, diversiteit in vacaturetaal zorgt voor diversiteit op de werkvloer.Show less