Onderzocht werd of empathie een verband heeft op het gaze cueing effect met een angstige expressie. Hoog empathisch vermogen wordt geassocieerd met een nauwkeurige identificatie van emotionele...Show moreOnderzocht werd of empathie een verband heeft op het gaze cueing effect met een angstige expressie. Hoog empathisch vermogen wordt geassocieerd met een nauwkeurige identificatie van emotionele gezichtsuitdrukkingen. Zo is er een verband aangetoond tussen iemands inlevingsvermogen en het oogbewegingspatroon van een persoon. Mensen met een hoog empathisch vermogen zouden meer tijd besteden aan het kijken naar de oogregio in een emotioneel beladen gezicht dan in een neutraal gezicht. Vanwege hun inlevingsvermogen wordt verwacht dat mensen met een hoge empathie langer hun aandacht laten hangen en dus meer moeite zouden hebben om hun aandacht los te maken van een angstig gezicht dan van een neutraal gezicht. Op basis daarvan werd een kleiner cueing effect verwacht bij hoog empathische mensen na een angstige cue en geen verschil in cue effect bij de neutrale cue in vergelijking met laag empathische mensen. Vijfendertig deelnemers hebben deelgenomen aan het experiment bestaande uit een gaze cueing taak en het invullen van de Cambridge Behaviour Scale of de Empathy Quotient vragenlijst. De resultaten lieten een significant hoofdeffect zien voor cue validiteit, wat aantoont dat er sprake was van aandachtsverschuiving. Er was geen significant effect van emotionele expressie. Daarnaast werd er ook geen correlatie gevonden tussen empathie en het cueing effect met de angstige cue, mogelijk omdat de deelnemers gevraagd werden het gezicht te negeren. Om dit verder te onderzoeken zou toekomstig onderzoek zich kunnen richten om emotionele expressies taak relevant te maken.Show less
Deze studie onderzocht het effect van drie nachten slaapbeperking ( ≥ 30 minuten) op het werkgeheugen en het beoordelen van de betrouwbaarheid van gezichten. Gedurende drie weken werden kinderen in...Show moreDeze studie onderzocht het effect van drie nachten slaapbeperking ( ≥ 30 minuten) op het werkgeheugen en het beoordelen van de betrouwbaarheid van gezichten. Gedurende drie weken werden kinderen in hun natuurlijke omgeving blootgesteld aan drie experimentele condities (baseline, slaapbeperking en slaapverlenging). Er werd gecounterbalanced voor volgorde van experimentele conditie en washout periodes werden ingezet om overdraagbare effecten van de condities te voorkomen. Van de geworven respondenten (N = 57) is bij 63% (19 meisjes, 13 jongens) het beperken van de slaapduur gelukt (vermindering van slaapduur van tenminste 30 minuten t.o.v. de baseline). Deze kinderen (M leeftijd = 9.87 jaar) sliepen tijdens slaapbeperking significant korter (M = 566.30 minuten, SD = 30.78) dan tijdens een normale week slaap (M = 616.37 minuten, SD = 30.06). Er werd geen effect gevonden van slaapbeperking op het werkgeheugen en het beoordelen van de betrouwbaarheid van gezichten. Echter, kinderen beoordeelden gezichten significant sneller na slaapbeperking p < .001). Hoewel significante effecten van de moderatoren op de slaapduur, de cognitie en de emotie uitbleven, werden er duidelijke trends waargenomen. Zo onderscheidden ochtendtypes zich van gemiddelde types en avondtypes. Zij hadden een langere slaapduur,sliepen in het weekend minder en slaapbeperking leek geen invloed te hebben op hun werkgeheugen. Bovendien beoordeelden zij de betrouwbaarheid van gezichten, in tegenstelling tot de twee andere types, positiever tijdens slaapbeperking dan tijdens de baseline. Aangezien experimentele slaaponderzoeken bij kinderen schaars zijn, leveren deze resultaten een substantiële bijdrage aan de wetenschappelijke literatuur.Show less