School-age children, especially those with autism spectrum disorder (ASD), often exhibit externalizing behaviour associated with a range of long-term negative consequences. Impairments in social...Show moreSchool-age children, especially those with autism spectrum disorder (ASD), often exhibit externalizing behaviour associated with a range of long-term negative consequences. Impairments in social cognition, and weaker expressive language level, are associated with these behavioural problems in children with ASD. Therefore, this study investigated the relationship between social cognition, specifically Theory of Mind (ToM), expressive language and externalizing behaviour in children with ASD aged 9 to 18 years. Understanding these complex dynamics of externalizing behaviour can enhance scientific knowledge, theoretical models, prevention and interventions strategies. A cross-sectional research design was employed, involving 56 participants (19% girls, 81% boys) with a mean age of 12 years. Diagnosis was made using the structured parent interview Autism Diagnostic Interview Revised (ADI-R). Psychopathology, namely externalizing behaviour, was examined in participants using the Childhood Behaviour Checklist (CBCL). Social cognition was identified using the Social Cognitive Skills Test (SCST). The Clinical Evaluation of Language Fundamentals (CELF) was used to evaluate expressive language skills with the subtest 'Formulated sentences'. The study offers valuable insights that may contribute to improved quality of life, mainly for boys with ASD aged 9 to 18 years seeking clinical help. One specific finding that may contribute to this is that expressive language skills can be improved indirectly by creating effective signalling, prevention, and intervention methods for social cognition (ToM), which in turn can enhance communication and interaction with others. Expressive language skills and ToM showed no association with externalising behaviour in this study. However, it is possible that these elements are indirectly related to other aspects of social cognition or to the broader group of people with ASD or gender. More research, especially longitudinal studies, are needed to better understand the complex dynamics to reduce externalising behaviour and prevent its associated adverse effects.Show less
Microsoft Immersive Reader is a software program that allows you to customize documents in order to make them more comfortable and easy for you to read. The possibility to adapt reading material is...Show moreMicrosoft Immersive Reader is a software program that allows you to customize documents in order to make them more comfortable and easy for you to read. The possibility to adapt reading material is what makes it interesting, especially for readers who suffer from different types of reading disabilities. High school students who are diagnosed with autism spectrum disorder experience a variety of difficulties when reading, which can hinder their study progress. As of yet, there are no means available that can support them in their reading exercises apart from personal guidance by a teacher, parent or caretaker. Therefore, the purpose of this overview study is to analyze the theoretical and empirical research that is behind the design principles of Immersive Reader in order to find the possibilities and limits of this software for high school students with autism spectrum disorder. The main question is: to what extend can Microsoft Immersive Reader serve as an Assistive Technology for high school students with autism? The researcher has conducted a literature review as well as an interview with a special education teacher with the intention of creating a theoretical overview of the reading profiles of students with autism and the possibilities and limits of Immersive Reader. According to the literature, most of the design principles of Immersive Reader are effective tools in improving different kinds of reading processes. Some of the design principles potentially compensate the deficits that cause the reading problems of students with autism. This leads to the conclusion that Immersive Reader can function as Assistive Technology for this target group, because its design principles can resolve or reduce some of the reading difficulties, which might lead to improvements in their reading skills. However, the effectivity of the software depends on how and whether it will be incorporated in their homework routines.Show less
Dit kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de werkzame en niet-werkzame elementen in de behandeling van jongeren tussen de 15 en 23 jaar oud met zowel gehechtheidstrauma als...Show moreDit kwalitatieve onderzoek is uitgevoerd om inzicht te krijgen in de werkzame en niet-werkzame elementen in de behandeling van jongeren tussen de 15 en 23 jaar oud met zowel gehechtheidstrauma als ASS. Ook is onderzocht wat er verandert in deze behandeling als er daarnaast sprake is van persoonlijkheidsproblematiek. Hiervoor is een literatuuronderzoek uitgevoerd en zijn acht therapeuten geïnterviewd. Uit het literatuuronderzoek bleek dat de universele aanpassingen aan therapieën voor cliënten met ASS overeen lijken te komen met de specifieke aanpassingen die worden voorgesteld als er naast ASS ook sprake is van gehechtheidstrauma en persoonlijkheidsproblematiek. Wel kunnen er bij deze comorbiditeit specifieke traumagerichte therapieën ingezet worden zoals EMDR of TG-CGT. Uit de interviews kwam naar voren dat therapeuten het vooral belangrijk vinden om aan te sluiten bij de interesses, wensen, intrinsieke motivatie en belevingswereld van de cliënt. Ook de betrokkenheid van ouders of een ander hechtingsfiguur tijdens de behandeling, begrip van de therapeut en het stellen van concrete vragen scoorden hoog als werkzaam element. Er bestond het minst consensus over het inzetten van EMDR en het gebruik van visuele hulpmiddelen tijdens de behandeling. Het advies in dit rapport is om werkzame elementen, waaronder het aansluiten bij de cliënt, begrip tonen en concrete vragen stellen, te includeren in de behandeling.Show less
Achtergrond: Stress heeft veel gevolgen voor de ontwikkeling van het jonge kind. De emotie- en stressregulatie ontwikkelt zich onder invloed van de relatie tussen ouder en kind. Mogelijk is er...Show moreAchtergrond: Stress heeft veel gevolgen voor de ontwikkeling van het jonge kind. De emotie- en stressregulatie ontwikkelt zich onder invloed van de relatie tussen ouder en kind. Mogelijk is er samenhang tussen de variabelen ‘stress van de ouder’, ‘emotieregulatie van het kind’ en ‘stress van het kind’. Gesuggereerd wordt dat kinderen met autismespectrumstoornis (ASS) en hun ouders meer stress ervaren dan kinderen zonder ASS en hun ouders. Gezien het gebrek aan onderzoek naar stress bij jonge kinderen met en zonder ASS en gezien de ernstige gevolgen van stress is het van belang meer inzicht te krijgen in de samenhang tussen eerder genoemde variabelen. Doel: het beantwoorden van de onderzoeksvraag ‘in hoeverre zijn de factoren emotieregulatie van het kind en stress bij de ouder gerelateerd aan stress bij het kind?’ en daarmee bij te dragen aan de kennis over stress bij jonge kinderen met en zonder ASS. Methode: Dit onderzoek is uitgevoerd bij 47 kinderen tussen de 3 en 7 jaar (M=4.6) en hun moeders. Er waren 42 jongens en 5 meisjes. 12 kinderen hadden ASS. Ouders hebben de BRIEF-P, de SSS en de NOSI ingevuld. Resultaten: Er is samenhang tussen de variabelen ‘emotieregulatie van het kind’ en ‘stress bij het kind’ en tussen ‘stress bij de ouder’ en ‘stress bij het kind’. Stress van de ouder voorspelt de stress van het kind beter dan de emotieregulatie van het kind. Daarnaast blijkt dat kinderen met ASS en hun ouders gemiddeld significant meer stress ervaren dan kinderen zonder ASS en hun ouders. Conclusie: Hoe slechter de emotieregulatie van het kind en hoe meer stress van de ouder, hoe meer stress bij het kind. Omdat kinderen met ASS en hun ouders gemiddeld meer stress ervaren, zou deze samenhang voor hen van groter belang kunnen zijn. Er moet meer onderzoek gedaan worden om de onderliggende mechanismen van deze verbanden te vinden om vervolgens betere interventies te ontwikkelen.Show less
An Autism Spectrum Disorder (ASD) is a pervasive neurodevelopmental disorder that is characterized by impairments in social interaction and communication. Lacks of Theory of Mind, empathy and...Show moreAn Autism Spectrum Disorder (ASD) is a pervasive neurodevelopmental disorder that is characterized by impairments in social interaction and communication. Lacks of Theory of Mind, empathy and emotion recognition have been invoked as an explanatory mechanism for the impairments in the social cognition in an ASD. There is a need for a better understanding of the underlying mechanisms for a better diagnosis and treatment of women with an ASD, because they are good in hiding the characteristics of an ASD. The current study compares different aspects of social cognition between women with a high functioning ASD and typical developed (TD) women through a comparison between women with and without an ASD. This comparison is based on their performance of social cognition tasks and through a comparison between women with an ASD mutually based on their reflectivity. A total of 31 women with an ASD and 30 TD women participated in this study. The prosody task of the ANT was used for recognition of basic emotions. For the visual emotion recognition the Facial Expression Recognition task was used. The informant list of the Interpersonal Reactivity Index was used to get the various aspects of empathy in daily life. The Dewey Social Story test was used for an impression of perspective taking and understanding of usual and unusual social situations. Results show that women with an ASD have more difficulty with perspective taking and in understanding of other people’s mental states. Although women with an ASD perform similar to TD women in recognizing the basic emotions, women with an ASD perform worse when these emotions are showed with low intensity. Women with an ASD are also slower in recognizing all basic emotions. The results of the comparison within the ASD-group based on their reflectivity shows that women with a good reflectivity are better in recognizing basic emotions when emotions are showed with high intensity. Furthermore, there are no noticeable differences in the comparison between women with good and poor reflectivity within the ASD-group. The two components, in which women with an ASD perform worse compared to women without ASD, can possibly play an important role in the social interactions, which are often based on high speed unconscious activities. More research is needed for a better understanding of the relationship between the Theory of Mind and the reflectivity and of the relationship between the different explanatory models of the impairments in social interaction and communication.Show less
Uit eerder onderzoek blijkt dat prenataal testosteron een rol speelt bij symptomen van autisme spectrumstoornis (ASS). Een afgeleide maat voor het niveau van prenatale testosteron is de 2D:4D ratio...Show moreUit eerder onderzoek blijkt dat prenataal testosteron een rol speelt bij symptomen van autisme spectrumstoornis (ASS). Een afgeleide maat voor het niveau van prenatale testosteron is de 2D:4D ratio. Uit eerdere studies is gebleken dat de 2D:4D ratio van kinderen met ASS lager is dan de 2D:4D ratio van de kinderen zonder ASS. Het is nog onbekend hoe de samenhang tussen de 2D:4D ratio en symptomen van ASS bij kleuters in de algemene populatie is. Participanten waren 24 jongens en 22 meisjes én hun ouders uit de algemene populatie waarbij de kleuters op het moment van deelname gemiddeld 3.46 jaar waren (SD = 0.22). De ouders vulden de Social Responsiveness Scale in (SRS-P) en bij de kleuters werd een handscan gemaakt zodat de 2D:4D ratio kon worden gemeten. Er is een trend zichtbaar in de richting van een interactie tussen gelacht en de 2D:4D ratio in relatie tot de totaalscore van SRS (p = .075). Voor jongens blijkt er een negatief verband tussen de 2D:4D ratio en de totaal score van SRS-P (B = -3.40, p = .026), voor meisjes is niet (B = -0.327; p = .785). Uit dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de 2D:4D ratio voor jongens informatie zou kunnen geven over hormonale processen die ten grondslag zouden kunnen liggen aan ASS. Een hoge hoeveelheid van prenataal testosteron zou in de etiologie kunnen liggen van symptomen van ASS.Show less
Deze studie was gericht op de vraag of recalcitrantie, angst en denkstoornissen kunnen leiden tot een kwetsbaarheid bij jongeren met een autismespectrum stoornis om kenmerken van schizofrenie te...Show moreDeze studie was gericht op de vraag of recalcitrantie, angst en denkstoornissen kunnen leiden tot een kwetsbaarheid bij jongeren met een autismespectrum stoornis om kenmerken van schizofrenie te ontwikkelen. Aan dit onderzoek hebben in totaal 171 jongeren meegewerkt, met een gemiddelde leeftijd van 12.08 jaar (SD=2.27). De onderzoeksgroep bestond uit 59 (34.5%) jongeren met een stoornis binnen het autismespectrum, en 112 jongeren in de controlegroep. De AQ en de ADI zijn gebruikt om de kenmerken van een autismespectrum stoornis vast te stellen. De SPQ en de NPV-J recalcitrantieschaal zijn gebruikt om de kenmerken van schizofrenie te meten. Om de angst te meten is de SAS-K gebruikt, en voor de denkstoornissen is bij de jongeren de kFTDS afgenomen. Uit het onderzoek is gebleken dat er een positieve correlatie bestaat tussen autismespectrum stoornissen en kenmerken van schizofrenie. De mate van recalcitrantie en denkstoornissen spelen een rol in dit verband, de angst niet. Het is echter niet zo dat jongeren die meer kenmerken van autismespectrum stoornissen samengaan met meer kenmerken van schizofrenie, recalcitrantie en denkstoornissen.Show less
The DSM-IV-TR presents criteria that a child must meet in order to be able to diagnose an Autism Spectrum Disorder (ASS) or an Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). This diagnosis,...Show moreThe DSM-IV-TR presents criteria that a child must meet in order to be able to diagnose an Autism Spectrum Disorder (ASS) or an Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD). This diagnosis, however, gives no information about the child's psychosocial functioning. The present study examined on which domains of psychosocial behaviour children in the age 9 to 18 years old with ASS and/or ADHD show deficiencies. The study has a cross-sectional descriptive research design. Regular and special primary and secondary schools parents were asked to fill in on the Internet the Social Emotional Questionnaire (SEV) and the Questionnaire Psychosocial Skills (VPV) about their child. The sample consisted of 343 Dutch school children, including 187 boys (54.5%) and 156 girls (45.5%) in the age 9 to 18 years (M = 13.05, SD = 2.36). The findings showed that school-age children with ASS and/or ADHD compared to school-age children without a developmental disorder show a distinct disadvantage in terms of the relational and affective skills, self-management and self-awareness. The study also found that school-aged children with ADHD compared with school-age children with ASS have more relational skills. The study further showed that school-age children in the age group 14 to 18 years do have more relational and affective skills and self-awareness than children in the age 9 to 13 years. It was also found that girls have more relational and affective skills and self-management than boys. The findings of this study suggest the importance of detecting deficits in the psychosocial development of children with ASS and ADHD in an early stage, so that offering appropriate help immediately thereafter can possibly prevent further stagnation or even promote improvement of skills.Show less
This research has been conducted with the objective to study the role of executive functions (EF); inhibition, working memory and flexibility in the prediction of behavior problems in children with...Show moreThis research has been conducted with the objective to study the role of executive functions (EF); inhibition, working memory and flexibility in the prediction of behavior problems in children with autism spectrum disorder (ASD). The children in the research group were selected via different centers in the Netherlands and consists of 29 boys and 4 girls. The ages vary between 8.2 and 14.1 years. The different EF have been measured by three different tasks out of the ANT (STS, SSV, GoNoGo) and with the help of the DEX questionnaire, which has been filled in by the parents. The behavior problems; emotional problems, hyperactivity, conduct disorder and pro-social behavior have also been measured by using the questionnaire filled in by the parents (SDQ). From within the SSV the results show that it turns out that inhibition is a predictor for hyperactivity. Furthermore only the DEX questionnaire turns out to be a predictor for different behavioral problems. It is found that emotional problems cannot be predicted from executive dysfunctions. The current study reveals that executive dysfunctions are a predictical factor for behavioral problems. Distinction in which EF are predictive for a certain type behavior problems cannot be made.Show less
This study examined the influence of the level of intelligence on the level and form of social anxiety (SA) in boys and girls with and without autism spectrum disorder (ASD). Children (n = 160),...Show moreThis study examined the influence of the level of intelligence on the level and form of social anxiety (SA) in boys and girls with and without autism spectrum disorder (ASD). Children (n = 160), between eight and eighteen years old with a mean age of 11.0 years (SD = 1.7), with ASD (n = 50) and without ASD (n = 110) completed the subtests Vocabulary and Block Patterns from the Wechsler Intelligence Scale of Children-III (WISC-III-NL) and the Social Anxiety Scale for Children (SAS-k). Also other factors are taken into account, namely difference between several types of ASD, verbal and performance intelligence, forms of SA and gender in relation to SA. Children with ASD reported more SA than children without ASD, and SA is linked to the level of intelligence, in the sense that the higher the level of intelligence, the lower the level of SA. Children experienced more SA in situations which demand their intellectual skills and their outward appearance in social situations. Furthermore, children with a higher level of verbal intelligence reported a lower level of SA compared with children with a lower level of verbal intelligence. At last, children with autism reported a higher level of SA compared with children with Asperger's Syndrome or children without ASD. These findings demonstrate the relationship between children with ASD and the level of SA and the influence of intelligence. Also the importance of intelligence tests in the initiation of clinical treatment.Show less
This study addressed the relationship between emotion recognition and Theory of Mind (ToM) in children with Autism Spectrum Disorders (ASD). Emotion recognition was measured with the Eprime Emotion...Show moreThis study addressed the relationship between emotion recognition and Theory of Mind (ToM) in children with Autism Spectrum Disorders (ASD). Emotion recognition was measured with the Eprime Emotion Recognition. ToM was measured with the Social Cognitive Skills Test. The ASD-group consisted of 28 children between 9 – 16,9 years old (M = 11,8). The control group consisted of 85 children between the age of 9 – 14,2 (M = 10,6). Significant correlations were found between sadness and ToM in both groups. A possible explanation is that emotions have shared brain structures, but also their ‘own’ pathways, with the exception of sadness. It might be that sadness mostly uses shared brain structures, which also play a considerable role in ToM.Show less
Het doel van deze studie was onderzoeken in hoeverre er sprake is van tekorten in de algemene adaptieve vaardigheden van kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en/of een verstandelijke...Show moreHet doel van deze studie was onderzoeken in hoeverre er sprake is van tekorten in de algemene adaptieve vaardigheden van kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) en/of een verstandelijke beperking. De participanten waren 675 kinderen tussen 4 en 18 jaar oud, met een normale ontwikkeling, ASS, een verstandelijke beperking en zowel ASS als een verstandelijke beperking. De adaptieve vaardigheden van de kinderen werden gemeten door middel van de schaal Adaptieve Vaardigheden Jeugdigen en de trekken van ASS werden gemeten door de Sociaal Emotionele Vragenlijst. Gevonden werd dat kinderen met ASS, een verstandelijke beperking en zowel ASS als een verstandelijke beperking tekorten vertoonden op alle domeinen van het adaptief functioneren. Kinderen met ASS vertoonden de grootste tekorten in de omgang met leeftijdgenoten. Kinderen met een verstandelijke beperking vertoonden minder tekorten in de omgang met leeftijdgenoten dan kinderen met ASS en dan kinderen met zowel ASS als een verstandelijke beperking. De ASS lijkt bij kinderen met zowel ASS als een verstandelijke beperking dus meer bij te dragen aan de problemen in de interactie en de communicatie dan dat de verstandelijke beperking dit doet. Daarnaast vertoonden kinderen met ASS en kinderen met een verstandelijke beperking meer autonomie en zelfsturing dan kinderen met zowel ASS als een verstandelijke beperking. Daar de adaptieve disfuncties van kinderen met zowel ASS als een verstandelijke beperking anders zijn dan die van kinderen met enkel ASS of een verstandelijke beperking, hebben deze kinderen mogelijk een andere behoefte wat betreft behandeling.Show less