In dit onderzoek stond het effect van het oplichten van digitale tekst voor kinderen in groep drie centraal. Het oplichten van digitale tekst kan mogelijk bijdragen aan de technische...Show moreIn dit onderzoek stond het effect van het oplichten van digitale tekst voor kinderen in groep drie centraal. Het oplichten van digitale tekst kan mogelijk bijdragen aan de technische leesvaardigheid van beginnende lezers. In totaal deden 54 vloeiend Nederlands sprekende kinderen uit groep drie mee aan het onderzoek. De onderzoeksgroep bestond uit 28 jongens en 26 meisjes. De kinderen waren tussen de 6.2 en 8.3 jaar oud (M = 7.0, SD = 0.43) en hadden voor zover bekend geen leer- en/of gedragsproblemen. De kinderen waren afkomstig van reguliere basisscholen in Nederland. Het design van het onderzoek bestond uit een pretest posttest within subjects design. De interventie bestond uit het lezen en beluisteren van drie gedigitaliseerde verhalen uit Oom Olifant (Lobel, 1999). Deze verhalen werden in drie condities aangeboden: tekst licht niet op, een halve pagina tekst per keer licht op, één regel tekst per keer licht op. Om de onderzoeksvragen te beantwoorden, werd gebruik gemaakt een gepaarde t-toets en een two-way mixed ANOVA. De resultaten van dit onderzoek gaven aan dat het oplichten van digitale tekst niet bijdraagt aan de leesontwikkeling van kinderen. Daarnaast gaven de resultaten van dit onderzoek aan dat het oplichten van één regel tekst per keer de technische leesvaardigheden van beginnende lezers in groep drie niet meer bevordert dan het oplichten van een halve pagina per keer. Daarnaast profiteerden zwakke lezers niet meer dan sterke lezers van het oplichten van digitale tekst. Concluderend leidt het oplichten van tekst niet tot een grotere bevordering van de technische leesvaardigheden van beginnende lezers in groep drie dan wanneer er geen tekst wordt opgelicht. Wel profiteren zwakke lezers meer van het lezen van digitale boeken in het algemeen dan niet zwakke lezers. Het is daarom van belang dat zwakke lezers zowel thuis als op school worden ondersteund in hun leesontwikkeling door digitale boeken aan te bieden.Show less
"Van negenendertig beginnende lezers uit groep 3 van twee basisscholen in Leiden met een populatie uit midden tot hoog opgeleide gezinnen zijn na twee maanden leesonderwijs oogbewegingen...Show more"Van negenendertig beginnende lezers uit groep 3 van twee basisscholen in Leiden met een populatie uit midden tot hoog opgeleide gezinnen zijn na twee maanden leesonderwijs oogbewegingen geregistreerd om de visuele waarneming van letters en woorden te onderzoeken. Het kost kinderen veel tijd om zowel hoofdletters als kleine letters snel en correct te leren herkennen. Het lezen van woorden duurt dan ook bij beginnende lezers gemiddeld meer dan twee keer zo lang met drie keer zoveel (her)fixaties vergeleken bij lezers eind groep 3. Woorden die zij vaker gezien hebben herkennen beginnende lezers visueel sneller en met minder fixaties. Daarbij kijken zij alleen bij het lezen van langere woorden (vijf letters) direct naar de meest optimale plaats in een woord om in een oogopslag zoveel mogelijk informatie op te nemen. In aanmerking genomen dat visuele waarneming van letters en woorden nog in ontwikkeling is interpreteren wij, in het kader van het beginnende leesproces, deze resultaten als een aanwijzing dat visuele waarneming mede bepalend is voor succes bij het leren lezen."Show less