Begrijpend lezen is een complex proces waarbij een lezer een coherente mentale representatie van de tekst probeert te vormen. Voor het vormen van deze coherente mentale representatie streeft een...Show moreBegrijpend lezen is een complex proces waarbij een lezer een coherente mentale representatie van de tekst probeert te vormen. Voor het vormen van deze coherente mentale representatie streeft een lezer bepaalde normen voor coherentie na: de standards of coherence. In dit onderzoek is onderzocht wat er gebeurt met de standards van een lezer als deze tijdens het lezen cognitief extra wordt belast en hoe dit zich weerspiegelt in het leesproces en het tekstbegrip van de lezer. Daarbij is ook onderzocht welke rol de werkgeheugencapaciteit van een lezer hierbij speelt. De invloed van deze extra cognitieve belasting tijdens het lezen is aan de hand van een oogbewegingsexperiment onderzocht. In totaal deden 24 proefpersonen (17-31 jaar) met een HBO of WO opleidingsniveau mee aan het experiment. In het experiment kregen proefpersonen een duale taak, naast een leestaak moesten zij tegelijkertijd een reactietaak (piepjestaak) uitvoeren. Leesproces is gemeten aan de hand van oogbewegingen (fixaties en saccades) en leestijden. Tekstbegrip is gemeten door een recall en het beantwoorden van open vragen over de tekst. Voor het meten van de werkgeheugencapaciteit is gebruik gemaakt van de Reading Span taak en de Corsi Block-tapping test. Zodra proefpersonen tijdens het lezen cognitief extra werden belast maakten zij meer fixaties, duurden de fixaties langer, maakten zij kortere saccades en was de totale leestijd langer. Op tekstbegrip scoorden zij lager bij extra cognitieve belasting. Proefpersonen met een grotere werkgeheugencapaciteit maakten in vergelijking met proefpersonen met een kleinere werkgeheugencapaciteit meer en langere fixaties bij veel extra cognitieve belasting. Ook hun totale leestijd was in vergelijking langer. Lezers met een grotere werkgeheugencapaciteit hebben niet alleen meer ruimte voor het aanpassen van het leesproces, maar doen dit ook meer. De resultaten uit dit onderzoek lijken aan te geven dat lezers, door bij extra cognitieve belasting hun leesproces binnen hun capaciteiten hierop aan te passen, inderdaad bepaalde standards of coherence na streven.Show less
Het onderzoeken van de mogelijke verschillen tussen een- en tweetalige leerlingen wat betreft werkgeheugen en begrijpend lezen is het doel van dit onderzoek. Als begrijpend leestaak is de Es-cue...Show moreHet onderzoeken van de mogelijke verschillen tussen een- en tweetalige leerlingen wat betreft werkgeheugen en begrijpend lezen is het doel van dit onderzoek. Als begrijpend leestaak is de Es-cue taak gebruikt. Dit is een taak met samengestelde zinnen verbonden met één van de volgende drie voegwoorden: ‘terwijl’ (als controleconditie), ‘voordat’ of ‘nadat’. Als werkgeheugentaken zijn de Sentence Span task (gebaseerd op Daneman & Carpenter, 1980) en Mental Counters (gebaseerd op Larson, Merrit, & Williams, 1988) ingezet. De verwachting was dat tweetalige leerlingen een voordeel zouden hebben en dat dit naar voren zou komen uit betere scores op de werkgeheugentaken (Bailystok, 2001). Het onderzoek is uitgevoerd met de data van 39 leerlingen uit de groepen acht van twee basisscholen in West- Nederland. Op de Es-cue is een verschil gevonden tussen de groepen bij het voegwoord ‘voordat’. De eentaligen scoorden beter wanneer het voegwoord tussen de hoofd- en bijzin staat en de tweetaligen bij de positie vooraan de zin. Uit de werkgeheugendata komt naar voren dat er tegen de verwachting in op één taak een significant beter resultaat is behaald door de eentalige leerlingen. Mogelijk speelt bij dit tegengestelde resultaat van de werkgeheugentaak de mate van tweetaligheid mee. Een andere mogelijke verklaring zou een verschil wat betreft sociaal economische status kunnen zijn. Hier is echter niet op gecontroleerd. Wel is vooraf bekeken of andere achtergrondvariabelen (cito scores technisch- en begrijpend lezen, score op Raven en Maze) een mogelijke rol konden gaan spelen. Hieruit is naar voren gekomen dat op een significant verschil op de score op de citotoets voor begrijpend lezen na, geen significante verschillen zijn gevonden. Aanbeveling is om de relatie tussen begrijpend lezen, werkgeheugen en mogelijk van invloed zijnde achtergrondvariabelen verder te onderzoeken vanuit het perspectief dat het aantal tweetalige leerlingen binnen de Nederlandse maatschappij naar verwachting voorlopig zal blijven groeien.Show less
In dit onderzoek is de rol van aandachtsprocessen bij de ontwikkeling van begrijpend lezen onderzocht door kinderen (N = 23) van tien tot dertien jaar oud te vergelijken met volwassen (N = 21) van...Show moreIn dit onderzoek is de rol van aandachtsprocessen bij de ontwikkeling van begrijpend lezen onderzocht door kinderen (N = 23) van tien tot dertien jaar oud te vergelijken met volwassen (N = 21) van 19 tot 25 jaar oud. Het vermogen de aandacht te richten tijdens begrijpend lezen is onderzocht door participanten een baseline tekst en vier experimentele teksten met afleiderwoorden te laten voorlezen. De afleiderwoorden moesten worden genegeerd. Vervolgens moesten begripsvragen over de gelezen teksten worden beantwoord. Daarop volgde een Remote Associates Task (RAT). De RAT bestaat uit items met een afleiderwoord uit de gelezen teksten als antwoord en controle items. Uit de data blijkt dat kinderen gemiddeld een langere leestijd per lettergreep hebben dan volwassenen. Daarnaast blijkt dat bij kinderen het verschil in leestijd per lettergreep tussen de baseline en de experimentele teksten groter is. Kinderen hebben een groter nadeel van de afleiderwoorden bij het lezen dan volwassenen. Uit de RAT blijkt dat volwassenen gemiddeld meer opgaven goed beantwoorden, maar het verschil in de gemiddelde score tussen afleider items en controle items is groter voor kinderen dan voor volwassenen, kinderen hebben en een groter voordeel van de afleiderwoorden bij het maken van de RAT wat aangeeft dat zij die woorden gemiddeld minder goed hebben kunnen negeren dan volwassenen. Op basis van deze resultaten concluderen we dat een toename in het vermogen de aandacht te reguleren tijdens het lezen mogelijk bijdraagt aan de ontwikkeling van leesbegrip.Show less
Recent developments in society have resulted in multiple financial cutbacks in higher education. These cutbacks have consequences for both universities and students. To prevent students from...Show moreRecent developments in society have resulted in multiple financial cutbacks in higher education. These cutbacks have consequences for both universities and students. To prevent students from dropping out of college and facing high financial costs as well as personal problems, it has now become crucial for adolescents to choose their subject of study carefully. This process of choice involves rational factors as well as socio-emotional factors relevant to studying and college life. In this study we examined whether older adolescents (ages 17-18) put more emphasis on rational factors than socio-emotional factors, than younger adolescents (ages 12-13 and 14-15). Healthy adolescents (31 boys, 29 girls, ages 11-18) read a college brochure, written especially for this study. The brochure contained 26 rational and 26 socio-emotional factors relevant to studying and college life. Afterwards they were asked to write down everything they remembered of the brochure. The amount of rational and socio-emotional factors students in different age groups were able to recall was measured and compared. Age-related changes in the amount of factors and type of factor recalled were found. Findings suggest that, even though older adolescents value rational factors more than younger adolescents do, they still seem to emphasize social-emotional factors too much when confronted with study- and college-related information. Further research is needed to explore if there is a relation between the emphasis of adolescents on social-emotional factors and college drop-out rates.Show less