Door de "Beleidslijn openbaarmaking nota's" worden sinds Prinsjesdag 2022 alle beslisnota’s bij Kamerstukken openbaar. Om de doeltreffendheid van het beleid in de praktijk te evalueren is de...Show moreDoor de "Beleidslijn openbaarmaking nota's" worden sinds Prinsjesdag 2022 alle beslisnota’s bij Kamerstukken openbaar. Om de doeltreffendheid van het beleid in de praktijk te evalueren is de implementatie van de beleidslijn bij twee ministeries onderzocht. Hierbij is gekeken naar de bedoelde en onbedoelde effecten van het beleid en hoe deze te verklaren zijn. Hieruit blijkt dat actieve openbaarmaking bijdraagt aan transparantie, maar dat verschillende contextfactoren hierop van invloed zijn, waaronder de methode van implementatie.Show less
De Nederlandse Arbeidsinspectie is de Rijkstoezichthouder op de wet- en regelgeving op het gebied van arbeid in Nederland. Daarbij zet de organisatie risicogericht toezicht in, waarmee wordt...Show moreDe Nederlandse Arbeidsinspectie is de Rijkstoezichthouder op de wet- en regelgeving op het gebied van arbeid in Nederland. Daarbij zet de organisatie risicogericht toezicht in, waarmee wordt gestreefd naar het vinden van de grootste risicovolle situaties op de arbeidsmarkt en het bereiken van maatschappelijk effect door eerlijk, gezond en veilig werk te bevorderen. Dit onderzoek gaat in op de vraag of de doelen van het risicogerichte toezicht van de Nederlandse Arbeidsinspectie worden behaald en geeft verklaringen voor de mate van doelbereiking.Show less
Beleidsimplementatie is een essentieel element in de beleidscyclus. Voorafgaand aan de beleidsimplementatie is een lang proces waarbij eerst een maatschappelijk probleem in het dagelijkse leven van...Show moreBeleidsimplementatie is een essentieel element in de beleidscyclus. Voorafgaand aan de beleidsimplementatie is een lang proces waarbij eerst een maatschappelijk probleem in het dagelijkse leven van burgers afspeelt. Vervolgens wordt hier onderzoek naar gedaan door bijvoorbeeld onderzoeksinstituten of ministeries, zij stellen het vast en geven eventueel enkele oplossingen hiervoor weer. Er spelen verschillende gebeurtenissen af in de bestuurlijke arena van de beleidsvoorbereiding dat vervolgens weer een onderdeel is van de beleidscyclus. De Tweede Kamer bespreekt vervolgens het probleem en er wordt een motie ingediend voor een wetswijziging wanneer dit noodzakelijk wordt geacht. Hier wordt in de Tweede Kamer en vervolgens in de Eerste Kamer over gestemd alvorens dit geïmplementeerd wordt. Het nieuw beleid heeft dus voorafgaand aan de implementatie een lange en een complexe weg afgelegd. Vervolgens moet het desbetreffende beleid geïmplementeerd worden. De implementatie van beleid is van belang omdat al het voorwerk en inspanning door een slechte implementatie verloren kan gaan, daarnaast kan het voor komen dat de doeltreffendheid van het beleid door een slechte implementatie negatief beïnvloed wordt. De implementatie van het beleidsproces is een onderdeel dat nauwkeurig toegepast moet worden, vaak wordt er gedacht aan praktische handelingen die verricht moeten worden. Echter is het noodzakelijk om ook dit onderdeel wetenschappelijk te benaderen en rekening houden met diverse elementen die de implementatie van nieuw beleid negatief veranderingen die opgelegd zijn kunnen beïnvloeden. Het beleid moet bijvoorbeeld goed en duidelijk gecommuniceerd worden aan uitvoerende organisaties alvorens dit geïmplementeerd wordt. Een wetswijziging (zie bijlage 1 en 2) die alle burgers aangaat is pensioenbeleid. Vaak zijn burgers niet op de hoogte hoe hun pensioen is geregeld en hoe de overheid en publieke instanties hier vorm aan geven. De afgelopen paar jaar is het pensioenbeleid flink veranderd en is dit meerdere malen in het nieuws gekomen. Economische fluctuaties (recessie) en technologische ontwikkelingen (data en AVG) hebben ook invloed op onze pensioenvoorziening. Er is de afgelopen jaren sprake van vergrijzing, hogere leeftijdsverwachting en dalende pensioenvermogen door bijvoorbeeld negatief rendement op vermogen door dalende beurskoersen. De economische (financieel slechte prestaties van de beurzen, lage rentestanden en daarmee ons pensioenvermogen) en technologische ontwikkelingen zoals big data en AVG-wetgeving heeft de optimistische kijk op het pensioenstelsel veranderd (Zwan, 2016). Dit blijkt ook uit een rapport van Minister Kamp (Kamp, 2012) Door de crisis, vergrijzing en financiële tegenvallers komen pensioenfondsen als het ware ‘’onder water staan’’ waarbij ze niet meer aan hun toekomstige verplichtingen kunnen voldoen. Hierdoor besloten politici om enkele beleidsmatige aspecten in ons pensioenstelsel te veranderen. Er is tussentijds in de beleidsvorming gebruik gemaakt van informatie van SER en de Ministeries. Vervolgens hebben politici zoals Minister van Sociale en Werkgelegenheid (VBM, 2014) een wel overwogen beslissing gemaakt om diverse beleidsveranderingen in werking te laten treden. De afgelopen paar jaar zijn diverse wetswijzigingen geweest en aanvullende regelgeving toegevoegd om ervoor te zorgen dat het pensioenstelsel in Nederland duurzaam en stabiel kan blijven voortbestaan. -Verandering in de governancemodel waarbij werknemers en gepensioneerden in de raad van het pensioenfonds actief moeten deelnemen -Wetgeving die transparantie afdwingt en betrekking heeft op de verantwoording van pensioenfondsen/uitvoerders met betrekking tot financiële en compliance rapportages richting de toezichthouders zoals de AIFMD-rapportage, Mifid en Basel richtlijnen voor DNB (De Nederlandse Bank) en AFM (Autoriteit Financiële Markten)Show less
Zowel België als Nederland hielden tijdens de crisis van de jaren 1930 vast aan de goudstandaard. Terwijl anderen devalueerden, verdedigden zij koppig de pariteit van de frank en de gulden. De twee...Show moreZowel België als Nederland hielden tijdens de crisis van de jaren 1930 vast aan de goudstandaard. Terwijl anderen devalueerden, verdedigden zij koppig de pariteit van de frank en de gulden. De twee landen, beide koloniale grootmachten, zadelden hun nationale koopvaardij hierdoor op met een onoverkomelijke kostenhandicap. Zelfs de bevoorrechte koloniale scheepvaartmaatschappijen werden in de diepste crisisjaren op de knieën gedwongen. Daarenboven beperkten beide regeringen, om te besparen, zoveel mogelijk het regeringsingrijpen in noodlijdende bedrijfstakken. Desondanks verleende België tijdens de crisisjaren tot twaalf keer meer geldelijke steun aan haar koloniale scheepvaartmaatschappij, de CMB, dan Nederland deed voor de SMN en de RL. De Belgische overheid hielp de CMB in de periode 1934-1939 zowel om schepen in de vaart te houden, als dat ze voorzag in bouwfondsen om zeven nieuwe koopvaarders op stapel te zetten. Gelijkaardige steunaanvragen in Nederland werden geweigerd. Deze scriptie onderzoekt waarom, in weerwil van het gelijkaardige beleid, België zoveel meer deed dan Nederland voor haar koloniale vaart. Paradoxaal genoeg lijkt de noodzaak om te besparen daarbij een grote rol gespeeld te hebben. Om dezelfde reden werd in Nederland juist zoveel mogelijk bezuinigd op de steunuitkeringen. Door haar politiek-economische analyse van het koloniaal scheepvaartbeleid in beide landen, vormt deze scriptie een aanvulling op de Belgische en Nederlandse maritieme, economische en koloniale literatuur.Show less