Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, oprichtster van de methode Buts en Bofn. Buts en Bofn is ontwikkeld met als doel lastige onderwerpen bespreekbaar te maken. De...Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, oprichtster van de methode Buts en Bofn. Buts en Bofn is ontwikkeld met als doel lastige onderwerpen bespreekbaar te maken. De methode bestaat uit gekleurde houten blokjes waarmee persoontjes kunnen worden opgebouwd. Het gebruik van deze verschillende kleuren kan iemand helpen om zijn of haar emoties uit te drukken. Een onderdeel van de methode is een legendakaart. Dit is een werkblad dat de therapeut voor de therapiesessie kan invullen met de cliënt. Op die manier kunnen er afspraken worden gemaakt over welke emotie aan welke kleur wordt toegekend door de cliënt en kan de therapeut de cliënt beter begrijpen. De legendakaart die Buts en Bofn gebruikt, is gebaseerd op het idee dat mensen kleur-emotieassociaties maken. Om te onderzoeken hoe de legendakaart het beste geïmplementeerd kan worden, is er onderzocht in hoeverre kleur-emotieassociaties van basisschoolleerlingen vanaf 7 jaar bij het herkennen van emoties van anderen betrouwbaar zijn. Om hier antwoord op te kunnen geven, hebben 58 participanten op twee meetmomenten een vragenlijst ingevuld waarbij zij kleuren aan de emoties van gezichten moesten koppelen. Uit dit onderzoek bleek dat er sprake is van een beperkte test-hertest betrouwbaarheid van kleur-emotieassociaties. Dit betekent dat kinderen niet per definitie dezelfde kleur toekennen aan een emotie op twee verschillende momenten. Op basis van dit onderzoek kan geadviseerd worden om de legendakaart voor elke therapeutische sessie opnieuw in te vullen met het kind en altijd te blijven vragen welke emotie een kind met een kleur aanduidt.Show less
Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, oprichtster van de methode Buts en Bofn. Buts en Bofn is ontwikkeld met als doel lastige onderwerpen bespreekbaar te maken. De...Show moreDit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Jeanette van Tricht, oprichtster van de methode Buts en Bofn. Buts en Bofn is ontwikkeld met als doel lastige onderwerpen bespreekbaar te maken. De methode bestaat uit gekleurde houten blokjes waarmee persoontjes kunnen worden opgebouwd. Het gebruik van deze verschillende kleuren kan iemand helpen om zijn of haar emoties uit te drukken. Een onderdeel van de methode is een legendakaart. Dit is een werkblad dat de therapeut voor de therapiesessie kan invullen met de cliënt. Op die manier kunnen er afspraken worden gemaakt over welke emotie aan welke kleur wordt toegekend door de cliënt en kan de therapeut de cliënt beter begrijpen. De legendakaart die Buts en Bofn gebruikt, is gebaseerd op het idee dat mensen kleur-emotieassociaties maken. Om te onderzoeken hoe de legendakaart het beste geïmplementeerd kan worden, is er onderzocht in hoeverre kleur-emotieassociaties van basisschoolleerlingen vanaf 7 jaar bij het herkennen van emoties van anderen betrouwbaar zijn. Om hier antwoord op te kunnen geven, hebben 58 participanten op twee meetmomenten een vragenlijst ingevuld waarbij zij kleuren aan de emoties van gezichten moesten koppelen.Show less
De betrouwbaarheid van onderzoek is van belang voor de geloofwaardigheid van een resultaat en voor wetenschap als geheel. Transparantie draagt bij aan de betrouwbaarheid van onderzoek. Hierbij is...Show moreDe betrouwbaarheid van onderzoek is van belang voor de geloofwaardigheid van een resultaat en voor wetenschap als geheel. Transparantie draagt bij aan de betrouwbaarheid van onderzoek. Hierbij is het van belang dat onderzoekers onder andere transparant zijn over analyses en data. Transparantie kan vergroot worden door een multiverse analyse uit te voeren. Bij een multiverse analyse worden de mogelijke combinaties van keuzes, die gemaakt kunnen worden binnen onderzoek, geanalyseerd. In dit bachelorproject is er een reproductie en multiverse analyse gedaan van het onderzoek van Weissman et al. (2020). Hierbij wordt de betrouwbaarheid en de robuustheid van het resultaat onderzocht. Weissman et al. (2020) hebben een relatie gevonden tussen emotioneel bewustzijn en psychopathologie. Bij de reproductie wordt er een ander resultaat gevonden dan Weissman et al. (2020). Dit resultaat laat verder wel een relatie zien tussen emotioneel bewustzijn en psychopathologie. Het onderzoek is niet volledig reproduceerbaar door het gebrek aan transparantie en beschikbare data. De multiverse analyse laat zien dat emotioneel bewustzijn een robuuste voorspeller is voor algemene symptomen van psychopathologie. Echter, blijkt er dat emotioneel bewustzijn wel gecorreleerd is met internaliserende psychopathologie, maar niet met externaliserende psychopathologie. Uit dit bachelorproject blijkt dat transparantie van belang is voor de betrouwbaarheid van onderzoek en de reproduceerbaarheid. Hierbij gaat het over transparantie over de analyses die zijn uitgevoerd en het beschikbaar stellen van ruwe data en syntax. Verder blijkt dat een multiverse analyse inzicht kan geven over de robuustheid van resultaat, maar hierbij ook het theoretisch kader kan verfijnen voor toekomstig onderzoek.Show less
This research has investigated the classical rhetorical concept of ‘ethos’. While the notion of ethos has been recognised and studied since Classical Antiquity, there has been a lack of...Show moreThis research has investigated the classical rhetorical concept of ‘ethos’. While the notion of ethos has been recognised and studied since Classical Antiquity, there has been a lack of methodological means to identify and evaluate specific ethos-techniques. In addition, various terminologies have been used interchangeably to describe ‘ethos’, which has led to confusion. This study has addressed both issues by investigating classical and modern notions of ethos. Conclusively, this research has broken down the concept of ethos into the term ‘invented ethos’ (also called ‘persona’) and ‘reputation’ (also called ‘situated ethos’). Accordingly, a new method was developed to determine one’s reputation, identify ethos-techniques in one’s speeches, and evaluate one’s overall ethos. As a means to test this new model, a case study was conducted of two Dutch, relatively young politicians – Thierry Baudet and Jesse Klaver – who, as new party leaders, despite their young age and relative lack of experience, won a significant number of seats for their parties, in the Dutch House of Representatives in the 2017 elections. The corpus consisted of four speeches: two speeches of each politician. The analysis suggested that Baudet scores high when it comes to his expertise, but lower on sympathy and reliability. This can be explained by the fact that, contrary to the classical and modern advice, Baudet is not very modest and uses complex language. Klaver on the other hand, scores high on sympathy, low on reliability, and average on expertise. Looking at the total scores, the theorised ethos-advices were mostly reflected in Klavers’ speeches, who also had the highest reputation score. The analysis further showed that the two politicians maintain similar ethos-aims. They are both portraying themselves as the underdogs: outsiders who are part of the public and who are fighting the political elite. Still, certain unexplored ethos-techniques were employed by both politicians. Most prominently, both make significant use of ‘namedropping’, yet with a different result. Baudet’s namedropping of inter alia literary authors and classical music, seems to be aimed at underlining his expertise, which is also stressed by his use of flowery and grandiloquent language. Contrarily, Klaver seems to employ namedropping of famous (Dutch) persons, in order to put more emphasis on his popularity and likeability, which is also supported by his more conversational tone and his casual look. Nevertheless, Baudet’s and Klaver’s growing ethos and overall popularity suggests that lack of experience of expertise is not that important. Future research is recommended to further assess the effects of self-praising, self-mockery, and namedropping, on one’s ethos. KEYWORDS: Ethos, Credibility, Reputation, Rhetoric, PoliticsShow less
Steeds meer mensen geven aan dat ze niet weten wat ze wel en niet moeten geloven in de (online) media. Jongeren gebruiken steeds minder nieuwsmedia en als ze nieuws consumeren doen ze dat dikwijls...Show moreSteeds meer mensen geven aan dat ze niet weten wat ze wel en niet moeten geloven in de (online) media. Jongeren gebruiken steeds minder nieuwsmedia en als ze nieuws consumeren doen ze dat dikwijls online. Dat hoeft geen enkel probleem te zijn voor de vergaring van hun informatie, mits zij de online nieuwsberichten goed kunnen beoordelen. De mediawijsheid van jongeren, maar ook van volwassenen, moet daarvoor dus ontwikkeld zijn. Dit gaat om het begrijpen, analyseren en op waarden schatten van nieuws. Geloofwaardigheid of credibility is een subjectief oordeel over hoe betrouwbaar een artikel is. In dit onderzoek ligt de focus op message credibility. Objectiviteit is een van de aspecten om de geloofwaardigheid van een artikel te vergroten. Journalisten gebruiken strategieën om objectief over te komen. Drie van dit soort elementen worden gebruikt in dit onderzoek: de kop, de stijl van de tekst en de bronvermelding. Het is de vraag of middelbare scholieren en hun docenten in staat zijn om deze elementen te herkennen. Aan de hand van een veldexperiment en interviews wordt de gedachtegang van de respondenten geanalyseerd. Zij krijgen artikelen te lezen, waarvan de helft gemanipuleerd is en geven vervolgens aan waarom ze een tekst wel of niet geloofwaardig vinden. Hieruit is gebleken dat zowel scholieren als docenten zich niet erg bewust zijn van de elementen van objectiviteit. De docenten waren meer kritisch dan de scholieren. Correct brongebruik wordt het vaakst als argument voor geloofwaardigheid gezien. Voor dit onderzoek waren alle artikelen van één medium afkomstig in de hoop dat dat geen rol zou spelen. Het bleek echter dat de meeste respondenten in het medium het meest geloofwaardige element zagen.Show less
‘Mensen die dít ene ding doen, leven wel tot drie jaar langer!’ zo luidt een van de vele koppen die we vandaag de dag voorbij zien komen op Facebook. Sensationele koppen verleiden ons om te klikken...Show more‘Mensen die dít ene ding doen, leven wel tot drie jaar langer!’ zo luidt een van de vele koppen die we vandaag de dag voorbij zien komen op Facebook. Sensationele koppen verleiden ons om te klikken, maar vinden we ze ook betrouwbaar? Dit onderzoek richt zich op de betrouwbaarheid van Facebookposts die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Er is gekeken of de kop (sensationeel of niet-sensationeel) en de bron (nieuwsmedium of lifestyle medium) invloed hebben op de beoordeling van de betrouwbaarheid door een specifieke doelgroep, namelijk jonge vrouwen tussen de 18-26 jaar. Naast de waargenomen betrouwbaarheid worden ook de deskundigheid, aantrekkelijkheid en attitude gemeten. De onderzoeksvraag luidt: Hoe beoordelen jonge vrouwen de betrouwbaarheid van sensatieberichtgeving op Facebook, dat gebaseerd is op wetenschappelijk onderzoek? Dit is onderzocht door middel van een online experiment waarbij proefpersonen een nagebootste Facebookpost te zien kregen van RTL Nieuws of Cosmopolitan met sensationele kop of een niet-sensationele kop. Daarna moesten zij vragen beantwoorden waarna de waargenomen betrouwbaarheid, deskundigheid, aantrekkelijkheid en attitude gemeten werd. Uit de resultaten is gebleken dat Facebookposts van een nieuwsmedium met een niet-sensationele kop als meest betrouwbaar worden gezien, en posts van een lifestyle medium met sensationele kop als het minst betrouwbaar. Toch waren de gemiddelde scores in alle condities relatief aan de lage kant, wat wellicht duidt op een sceptische houding tegenover wetenschappelijk nieuws, geschreven door zowel nieuwsmedia als lifestyle media. Of dat zo is, moet uit toekomstig onderzoek blijken.Show less
In dit kwantitatieve onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de bandwagon cue en de bron expertise cue een rol spelen bij de betrouwbaarheidsbeoordeling van digital natives van Facebookposts van...Show moreIn dit kwantitatieve onderzoek wordt onderzocht in hoeverre de bandwagon cue en de bron expertise cue een rol spelen bij de betrouwbaarheidsbeoordeling van digital natives van Facebookposts van nieuwsmedia. Door middel van een online 2x2 experiment (N=227) zijn twee hypothese getoetst. Deze zijn getoetst aan de hand van twee nieuwsberichten die zijn gemanipuleerd en hierdoor verschillende aantallen likes weergeven en vanuit verschillende nieuwsbronnen lijken te komen. Hieruit blijkt dat de bronexpertise cue een grote rol speelt in de betrouwbaarheidsbeoordeling van digital natives. De bandwagon cue daarentegen speelt alleen een rol bij en onbekende nieuwsbron. Bij een gerenommeerde nieuwsbron lijkt de bandwagon cue niet mee te tellen.Show less
De journalistiek geniet het laatste decennium minder vertrouwen van de burgers. Om dit te herstellen proberen media meer verantwoording af te leggen over hun geleverde werk. Door middel van media...Show moreDe journalistiek geniet het laatste decennium minder vertrouwen van de burgers. Om dit te herstellen proberen media meer verantwoording af te leggen over hun geleverde werk. Door middel van media accountability systems, waarvan de mediaombudsman een goed voorbeeld is. De ombudsman functioneert als schakel tussen de lezers en de krant. Het instrument ‘ombudsman’ is in het leven geroepen toen internet nog niet bestond. In dit onderzoek is bekeken in hoeverre de ombudsman zich aanpast aan de mogelijk- en moeilijkheden die het internet biedt. Aan de hand van de ombudsmannen van De Volkskrant, NRC Handelsblad en De Standaard is geanalyseerd in hoeverre de ombudslieden op de hoogte zijn van de mogelijk- en moeilijkheden, en ze hier zelf iets mee doen en hoeveel waarde ze aan online kwesties toedichten. Er blijken verschillen te zijn tussen de ombudsmannen. Niet in de onderwerpen die ze aankaarten, maar vooral in de hoeveelheid aandacht die ze besteden aan online. In de columns komt het bij de ene ombudsman zelden aan bod, terwijl de andere zeer regelmatig over online kwesties schrijft. Ook blijkt dat de mogelijkheden die het internet biedt niet door alle ombudslieden evenredig wordt ingezet. Het zoeken van interactie met lezers is makkelijker geworden, maar wordt niet altijd benut, evenals de ruimte die het internet biedt om meer te publiceren. Samenvattend: ombudslieden zijn niet volledig aangepast op de mogelijkheden van het online mediaklimaat. De transparantie, wat een belangrijk doel is van het accountability instrument ‘ombudsman’, kan juist in het huidige mediaklimaat de waarde van een ombudsman vergroten.Show less
Het doel van deze studie is om te onderzoeken of de scores van de SIT maze-taken betrouwbaar, valide en sensitief voor groei voor leesvaardigheid zijn. De steekproef bestaat uit leerlingen (N = 856...Show moreHet doel van deze studie is om te onderzoeken of de scores van de SIT maze-taken betrouwbaar, valide en sensitief voor groei voor leesvaardigheid zijn. De steekproef bestaat uit leerlingen (N = 856) van klas 1 tot en met 3 van het middelbaar onderwijs in Nederland. De leerlingen hebben op vier meetmomenten SIT maze-taken gemaakt en ook een begrijpend lezentoets als pre-test en post-test. Resultaten wijzen uit dat de maze-taak betrouwbaar is voor het meten van leesvaardigheid. Er is steun gevonden voor validiteit en sensitiviteit van de SIT maze-taak voor groei.Show less
De Maze- taak is een leesbegriptaak waar veel Amerikaans onderzoek naar is gedaan en waarbij blijkt dat de taak effectief is in het meten van leesvaardigheid. Nederlands onderzoek ontbreekt echter....Show moreDe Maze- taak is een leesbegriptaak waar veel Amerikaans onderzoek naar is gedaan en waarbij blijkt dat de taak effectief is in het meten van leesvaardigheid. Nederlands onderzoek ontbreekt echter. Het doel van dit onderzoek is om te onderzoeken of de CBM (Curriculem- Based Measurement) Maze- taak een betrouwbaar en valide instrument is in het meten van de functionele taalvaardigheid, begrijpend lezen, van vmbo tl- leerlingen en havo/ vwo- leerlingen. Criteriumvariabele hierbij was de eind Citotoetsscore van de leerlingen. In dit onderzoek hebben eersteklassers (N= 150) van het vmbo tl en van havo/ vwo drie online Maze- taken gemaakt. In de resultaten komt naar voren dat de Maze- taak kan differentiëren tussen vmbo tl- leerlingen en havo/ vwo- leerlingen. Vmbo tl- leerlingen scoren gemiddeld lager op de Maze- taak, dan havo/ vwo- leerlingen. Verder komt er uit de resultaten naar voordat dat de Maze- taak betrouwbaar is voor zowel de vmbo tl- als de havo/ vwo- leerlingen, echter zijn er geen significante verschillen in betrouwbaarheid gevonden tussen de twee onderwijsniveaus. De betrouwbaarheid hangt dus niet af van de variabele onderwijsniveau. De Maze- taak is significant valide gevonden voor de hele steekproef, echter was deze relatie met de Citotoets niet heel sterk. Wanneer er apart gekeken wordt naar de validiteit van de Maze- taak voor de vmbo tl leerlingen, blijkt deze validiteit niet significant te zijn. Hetzelfde geldt voor de havo/ vwo leerlingen. Dit kan te maken hebben met de steekproefgrootte. Ook kan dit liggen aan de verschil in afnamemomenten van de Cito en de Maze- taak. In vervolgonderzoek zou hier rekening mee gehouden moeten worden.Show less
In deze studie is er onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit van een taalvaardigheidstoets als indicator voor algemene taalvaardigheid. Participanten waren 135 (73 meisjes en 58...Show moreIn deze studie is er onderzoek gedaan naar de betrouwbaarheid en validiteit van een taalvaardigheidstoets als indicator voor algemene taalvaardigheid. Participanten waren 135 (73 meisjes en 58 jongens) leerlingen uit het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs van één NT2 onderwijslocatie uit de Randstad. Het CBM meetinstrument was de taalvaardigheidstoets en de criteriumvariabelen in dit onderzoek waren de rapportcijfers Nederlands van de leerlingen. De resultaten gaven aan dat de taalvaardigheidstoets zowel betrouwbaar als valide is als indicator voor de algemene taalvaardigheid. De betrouwbaarheid varieerde van .709 tot .843, wat een hoog positief verband is. De correlaties tussen het rapportcijfer Nederlands en de taalvaardigheidstaken varieerden tussen de .386 en de .518, wat een matige positieve samenhang is. Het sterkste verband is gevonden aan het einde van het schooljaar. Hieruit kan geconcludeerd worden, dat de taalvaardigheidstoets een redelijke indicator is voor de algemene taalvaardigheid van de leerlingen met Nederlands als tweede taal.Show less
Het overkoepelend doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een betrouwbaar en valide monitoringsysteem dat het leergedrag van leerlingen op een eenvoudige wijze in kaart kan brengen. In dit...Show moreHet overkoepelend doel van dit onderzoek is het ontwikkelen van een betrouwbaar en valide monitoringsysteem dat het leergedrag van leerlingen op een eenvoudige wijze in kaart kan brengen. In dit onderzoek wordt onderzocht welke leergedragingen ( “aan taak”, “niet aan taak”, “storend gedrag” en “actief leergedrag”) van de Student Behavior Observation Form (SBOF) betrouwbaar zijn. Om dit vast te stellen is de interbeoordelaarbetrouwbaarheid en test-hertestbetrouwbaarheid berekend. Ook is gekeken in welke mate het leergedrag (van de twee onderzoeksdagen) per individu verschilt en of het leergedrag verschillend is per type leerling. De steekproef bestond uit 30 brugklasleerlingen uit het voortgezet onderwijs in de leeftijd van 13 tot 15 jaar. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de leergedragingen “aan taak”, “niet aan taak” bleek hoog (>80%). Uit de correlatieanalyse bleek dat de scores van het “aan taak” en “niet aan taak” leergedrag op de twee onderzoeksdagen redelijk samen hangen. Meer dan de helft van de leerlingen lieten matig of veel verschil in het “aan taak” leergedrag zien. Dit verschilde niet per type (zeer goed, goed of minder goed) leerlingen.Show less