Het openbaar bestuur presteert onvoldoende om te voorkomen dat mensen afhaken en om afgehaakten weer te betrekken. Dit onderzoek probeert de participatie van burgers te verklaren aan de hand van...Show moreHet openbaar bestuur presteert onvoldoende om te voorkomen dat mensen afhaken en om afgehaakten weer te betrekken. Dit onderzoek probeert de participatie van burgers te verklaren aan de hand van een beleidstheorie over participatie – kloppen die veronderstellingen, en welk effect hebben zij op de participatie? ‘Afgehaakt’ in dit onderzoek is het verschijnsel van non-participatie. Daartegenover staan burgers die wel participeren. Dit onderzoek is toegespitst op een onderbelicht deel van de implementatietheorie: de doeltreffendheid van de beleidstheorie. Een beleidstheorie in deze context is het geheel aan verwachtingen over hoe participatie werkt, om te kunnen voorspellen onder welke omstandigheden mensen participeren. Aangenomen wordt dat het opvolgen van een valide beleidstheorie zorgt voor geslaagde participatie. De beleidstheorie over participatie omvat: vormgeven, informeren en responsiviteit (zie hoofdstuk 2). Het onderzoek is deductief, kwalitatief en kwantitatief van aard en richt zich op een casus uit het ruimtelijke beleid: de supermarktontwikkeling in Ter Borch, gemeente Tynaarlo. Hierbij zijn de volgende onderzoeksmethoden gebruikt: semigestructureerde interviews met gemeentefunctionarissen en potentiële participanten, een enquête onder potentiële participanten en een document-inhoudsanalyse naar het participatiebeleid van de gemeente Tynaarlo (zie hoofdstuk 3). De bevindingen laten zien dat vormgeven, informeren en responsiviteit samenhangen met meer (intensieve) participatie. Wat betreft de representativiteit van de participanten blijkt dat een sterke, negatieve mening de mate van participatie verhoogt; deze groep is oververtegenwoordigd (zie hoofdstuk 4). De beleidstheorie blijkt overwegend de mate en representativiteit van participatie te verklaren. Daarbij was de sterke mening over de supermarktplannen medebepalend. De gemeente Tynaarlo hanteerde een andere beleidstheorie die ook aanzienlijke participatie heeft bewerkstelligt. Er is dus niet één valide beleidstheorie (zie par. 4.3 en 4.4). Naast een sterke mening biedt het grote aandeel hoogopgeleiden een mogelijke verklaring. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op vergelijkend onderzoek, in een andere regio met een meer diverse groep potentiële participanten. Voor het openbaar bestuur is het zaak te zorgen voor een veelvoud aan participatiemethode; actief informeren en uitnodigen, het verenigingsleven te betrekken; en vooraf de verwachtingen van participatie duidelijk te maken en de inbreng van burgers serieus te nemen, zodanig dat mensen het idee hebben dat hun participatie effect heeft.Show less