In dit onderzoek werd bekeken welke invloed de loopbaanfase van leerkrachten in het regulier basisonderwijs heeft, op de cognitieve valenties met betrekking tot hun professionele ontwikkeling. Door...Show moreIn dit onderzoek werd bekeken welke invloed de loopbaanfase van leerkrachten in het regulier basisonderwijs heeft, op de cognitieve valenties met betrekking tot hun professionele ontwikkeling. Door 90 participanten werd een vragenlijst ingevuld en bij achttien van hen werd tevens een interview afgenomen. Er werden drie groepen met elkaar vergeleken: Loopbaanfase 1 (0-7 jaar werkzaam): N=27, Loopbaanfase 2 (8-23 jaar werkzaam): N=31 en Loopbaanfase 3 (24 jaar of langer werkzaam): N=32. Eenweg ANOVA werd gebruikt om de hypothesen te toetsen. Er werden geen verschillen gevonden tussen de aanwezigheid van persoonlijke of niet-persoonlijke en de aanwezigheid van positieve of negatieve cognitieve valenties tussen de loopbaanfasen. Wel bleken er verschillen te zijn tussen Loopbaanfase 1 en Loopbaanfase 3 betreffende de belangrijkste ervaren problemen in het werk. Leerkrachten die nul tot acht jaar werkzaam zijn, geven aan meer niet-persoonlijke problemen te ervaren terwijl leerkrachten die 24 jaar of langer werkzaam zijn, juist meer persoonlijke problemen noemen. Over de invloed van loopbaanfasen op de cognitieve valenties met betrekking tot een professionele ontwikkeling kan geen eenduidig antwoord worden gegeven.Show less
Abstract In dit paper werd onderzocht in hoeverre een relatie bestaat tussen de loopbaanfase van leerkrachten en hun cognitieve valenties met betrekking tot professionaliseringsactiviteiten. Onder...Show moreAbstract In dit paper werd onderzocht in hoeverre een relatie bestaat tussen de loopbaanfase van leerkrachten en hun cognitieve valenties met betrekking tot professionaliseringsactiviteiten. Onder professionaliseringsactiviteiten vallen formele en informele activiteiten die bedoeld zijn om de professionaliteit van de leerkracht te verbeteren en te borgen. Het onderzoek omvatte 90 respondenten die een vragenlijst hebben ingevuld, waarvan 71 vrouwen en 19 mannen. De gemiddelde was 42 jaar. De leerkrachten werden verdeeld in drie groepen naar aanleiding van hun loopbaanfase. De leerkrachten in loopbaanfase één waren nul tot zeven jaar actief in het onderwijs(N=27), de leerkrachten in loopbaanfase twee waren acht tot en met 23 jaar actief (N=31) en de leerkrachten in loopbaanfase 3 waren meer dan 23 jaar actief in het onderwijs(N=32). Achttien leerkrachten namen ook deel aan een semi-gestructureerd interview. De data werd geanalyseerd door middel van vier ANOVA’s, die uitgevoerd zijn voor positieve, negatieve, persoonlijke en niet-persoonlijke cognitieve valenties. De uitkomsten werden vergeleken. Er zijn geen verschillen geconstateerd tussen leerkrachten in verschillende loopbaanfasen als het gaat om cognitieve valenties ten opzichte van professionaliseringsactviteiten. De leerkrachten scoren gemiddeld hetzelfde op alle cognitieve valenties die in dit onderzoek onderzocht zijn. Aan de hand van de interviews is onderzocht of leerkrachten in loopbaanfase 2 en 3 vaker deelnemen aan een professionaliseringsactiviteit gericht op het leerlingvolgsysteem vergeleken met leerkrachten in loopbaanfase 1. Daarnaast is gekeken of leerkrachten in de verschillende loopbaanfasen de activiteit anders hebben ervaren. Dit was een zeer kleine steekproef van vijf respondenten en te klein om een conclusie aan te verbinden.Show less
In dit onderzoek is de invloed van de loopbaanfase van leerkrachten in het primair onderwijs op cognitieve valenties voor professionele ontwikkelingsactiviteiten onderzocht. De cognitieve valenties...Show moreIn dit onderzoek is de invloed van de loopbaanfase van leerkrachten in het primair onderwijs op cognitieve valenties voor professionele ontwikkelingsactiviteiten onderzocht. De cognitieve valenties zijn gemeten met behulp van vragenlijsten, die door 90 leerkrachten zijn ingevuld, en kwalitatieve interviews, die zijn afgenomen bij achttien leerkrachten. Leerkrachten waren ingedeeld in drie loopbaanfasen. Loopbaanfase 1: leerkrachten met 0-7 jaar werkervaring (N = 27), loopbaanfase 2: leerkrachten met 8-23 jaar ervaring (N = 31) en loopbaanfase 3: leerkrachten met 24 jaar of meer ervaring (N = 32). Met behulp van eenweg-ANOVA’s is aangetoond dat er zowel bij de positieve, negatieve, persoonlijke en niet-persoonlijke cognitieve valenties met betrekking tot professionele ontwikkeling geen significante verschillen gevonden zijn tussen de loopbaanfasen. De antwoorden uit de interviews zijn exploratief op terugkomende thema’s geanalyseerd die verschillen tussen loopbaanfase 1 (N = 8) en loopbaanfase 3 (N = 7). De thema’s die terugkwamen bij loopbaanfase 1 waren: kennis vergaren, effectieve tijdbesteding, verbetering didactiek, resultaten van de leerlingen, verbetering van de school en de slechte uitvoering van de professionaliseringsactiviteiten. De thema’s die bij loopbaanfase 3 vooral terugkwamen waren: administratieve eenvoud, gedrag van leerlingen, voldoen aan de randvoorwaarden voor school en een slechte uitvoering van professionaliseringsactiviteiten in de praktijk. Het blijkt dus dat leerkrachten in verschillende loopbaanfase niet verschillen wat betreft de richting van de cognitieve valenties. De leerkrachten hebben wel verschillende ideeën over de inhoud van cognitieve valenties; er zijn thema’s aanwezig waarin een verschil tussen leerkrachten in loopbaanfase 1 en 3 is te zien.Show less
Motivatie blijkt een belangrijke rol te spelen als het gaat op de deelname aan professionaliseringsactiviteiten. Middels een semigestructureerd interview bij twintig basisschoolleerkrachten is...Show moreMotivatie blijkt een belangrijke rol te spelen als het gaat op de deelname aan professionaliseringsactiviteiten. Middels een semigestructureerd interview bij twintig basisschoolleerkrachten is nagegaan hoe verplichte en zelfgekozen professionaliseringsactiviteiten worden ervaren. Aan de hand van cognitieve valenties (persoonlijk, school en voor de leerlingen) en subjectieve normen, twee motivatievariabelen uit het taak-specifieke motivatiemodel, is onderzocht of er verschillen in motivatie aspecten waren tussen verplichte en zelfgekozen professionaliseringsactiviteiten. Voor beide variabelen geldt dat deze zowel een positieve als negatieve lading kunnen hebben. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat er verschillen zijn in cognitieve valenties tussen verplichte en zelfgekozen professionaliseringsactiviteiten. Positieve cognitieve valenties voor de leerkracht persoonlijk werden door leerkrachten veruit het meest genoemd. Negatieve cognitieve valenties voor de leerkracht persoonlijk werden ervaren bij zelfgekozen leeractiviteiten vanwege het gemis aan praktische aspecten. Een ander verschil tussen verplichte en zelfgekozen professionaliseringsactiviteiten heeft betrekking op positieve cognitieve valenties voor de school. Bij een verplichte setting werd de doorgaande lijn voor de school en inzicht op teamniveau als positief ervaren terwijl leerkrachten bij zelfgekozen activiteiten spraken over persoonlijke winst in vaardigheden die ten goede kwam aan de school. Voor subjectieve normen zijn er verschillen gevonden binnen verplichte activiteiten. Leerkrachten spraken daarbij over negatieve subjectieve normen zoals een sceptische houding van collega’s of het team en het gevoel dat collega’s of het team niet wilden meewerken aan de professionaliseringsactiviteit. Wat betreft aanbevelingen zouden toekomstige professionaliseringsactiviteiten moeten inspelen op de vraagstukken en problemen van leerkrachten die zij ervaren binnen en buiten de klas. Wanneer professionaliseringsactiviteiten persoonlijk leerwinst bieden voor de leerkrachten zou het eveneens ten goede komen aan de school en aan de leerlingen zo menen de leerkrachten in dit onderzoek.Show less