Deze masterthesis onderzoekt de manier waarop sagen over het vermeend in leven zijn van doodverklaarde popsterren retorisch worden geconstrueerd in traditionele nieuwsmedia en op het vernaculaire...Show moreDeze masterthesis onderzoekt de manier waarop sagen over het vermeend in leven zijn van doodverklaarde popsterren retorisch worden geconstrueerd in traditionele nieuwsmedia en op het vernaculaire web. Allereerst wordt een wetenschappelijk fundament gegeven voor het ontstaan van dit soort sagen. Met daarbij de conclusie dat populaire muziekcultuur in onze hedendaagse consumptiemaatschappij een prominente, haast religieuze rol heeft. Fans creëren een cultic milieu rondom een artiest, waardoor zij niet kunnen geloven dat een artiest sterfelijk is. Ter afbakening bestaat dit onderzoek uit case studies: sagen over de dood van Elvis Presley, Tupac en Kurt Cobain. Onderzocht wordt de manier waarop journalisten en forumdeelnemers op Nederlandstalige websites dit soort sagen wel of niet geloven. Daarbij zijn 44 nieuwsartikelen en 28 forumdiscussies onderwerp van onderzoek. Eerder onderzoek van Donovan (2004) en Burger (2014) gaven vier stijlen van (on)geloof: fervent geloof, instrumenteel geloof, debunking en ervaringsgeloof. Uit deze scriptie blijkt dat op het vernaculaire web al deze vormen van geloof ook naar voren komen. In het journalistieke discours komen fervent geloof en instrumenteel geloof niet voor. Wel blijkt dat journalisten middels distancing het oordeel van de (on)waarheid van een sage bij de lezer leggen. Zij geloven intrinsiek niet in een sage, maar vinden hem wel vermakelijk. Hiermee kan een vijfde geloofsvorm worden toegevoegd aan het model van Donovan en Burger: ludiek geloof. Hiernaast worden de argumenten van forumdeelnemers en journalisten onder de loep genomen. Aangetoond wordt dat de argumenten die op het vernaculaire web naar voren komen veel rijker en diverser zijn dan in nieuwsmedia. Het is aannemelijk dat journalisten vanwege hun journalistieke autoriteit het niet nodig achten om veel en diverse argumenten te gebruiken. Terwijl forumdeelnemers in een veel vrijer vernaculair discours de ruimte hebben om vrijer te spreken. Daarbij worden ook ethostechnieken onderzocht. En hieruit blijkt dat journalisten zeer gering ethos-technieken toepassen om de (on)waarheid van een sage aan te tonen. Ze variëren vooral de afstand tot de bron van een verhaal, om duidelijk te maken dat zij zelf niet achter het ontstaan van een sage zitten. Op fora worden er veel en verschillende ethos-technieken gebruikt. Gebruikers maken elkaar veelvuldig zwart of beroepen zich bijvoorbeeld op autoriteiten.Show less