Lockdowns hebben tot een hogere mate van depressiviteit geleid onder de bevolking. Ook komt uit onderzoek naar voren dat depressiviteit in taalgebruik terug te vinden is. In dit onderzoek gaan we...Show moreLockdowns hebben tot een hogere mate van depressiviteit geleid onder de bevolking. Ook komt uit onderzoek naar voren dat depressiviteit in taalgebruik terug te vinden is. In dit onderzoek gaan we na of tijdens de eerste lockdown in Engeland het taalgebruik geassocieerd met depressiviteit ook veranderd is. In dit onderzoek zijn brieven die zijn geschreven voor de eerste lockdown (in de periode één januari tot en met 30 april 2019 en één januari tot en met 22 maart 2020) vergeleken met brieven die zijn geschreven tijdens de lockdown (in de periode 23 maart tot en met 30 april 2020; N = 1946). Deze brieven zijn verworven uit de nieuwsbron ‘The Guardian’. Taalgebruik geassocieerd met depressiviteit wordt in de huidige studie opgedeeld in zeven verschillende betekenisvolle woordcategorieën opgesteld door het ‘Linguistic Inquiry and Word Count’. Deze woordcategorieën betreffen ‘eerste persoon enkelvoud’, ‘absoluut taalgebruik’, ‘positieve emoties’, ‘negatieve emoties’, ‘angst’, ‘boosheid’ en ‘verdriet’. De resultaten laten zien dat het taalgebruik geassocieerd met depressiviteit op verschillende woordcategorieën veranderd is. De briefschrijvers gebruiken ten tijde van de lockdown relatief meer woorden geschreven in de eerste persoon enkelvoud, woorden gerelateerd aan angst en marginaal meer woorden gerelateerd aan verdriet. Tevens gebruiken de briefschrijvers tijdens de lockdown relatief minder woorden met een positieve lading en woorden gerelateerd aan boosheid. Er is bij de briefschrijvers geen verandering gevonden in de mate van woordgebruik gerelateerd aan negatieve emoties en absoluut taalgebruik. De data laten dus zien dat er tijdens de lockdown een verandering is opgetreden in taalgebruik. We bediscussiëren dat achter taalgebruik psychologische processen kunnen meespelen en wijzen voorzichtig in de richting dat taalgebruik dit bloot kan leggen. We gaan in op de aard van de levensgebeurtenissen in relatie tot taalgebruik, waarbij we noemen dat vervolgonderzoek hier meer zicht in kan bieden.Show less