In het onderwijs wordt er steeds meer gebruik gemaakt van digitale boeken met een voorleesstem. Relatief nieuw in digitale boeken is het oplichten van tekst. In deze studie is onderzocht of het...Show moreIn het onderwijs wordt er steeds meer gebruik gemaakt van digitale boeken met een voorleesstem. Relatief nieuw in digitale boeken is het oplichten van tekst. In deze studie is onderzocht of het oplichten van tekst in digitale boeken in combinatie met een voorleesstem een effect had op de woordherkenning en leessnelheid van kinderen in groep 3. De onderzoeksgroep bestond uit 54 kinderen, waarvan 26 jongens en 28 meisjes, tussen de 74 en 99 maanden oud (M = 83.58, SD = 5.20), die vloeiend Nederlands spraken en geen leer- en/of gedragsproblemen hadden. Ze waren afkomstig van reguliere basisscholen in Nederland. Het onderzoeksdesign van deze studie was een experimenteel pretest posttest within-subject design. Tijdens de interventie werd er gebruik gemaakt van drie gedigitaliseerde verhalen. De kinderen lazen en beluisterden deze verhalen in drie condities (niet oplichten, oplichten van een regel en oplichten van een halve pagina). Er zijn repeated measures within-subject ANOVA’s uitgevoerd. Concluderend leidde het herhaaldelijk lezen van digitale boeken waarbij sprake was van een voorleesstem, tot een vooruitgang bij woordjes lezen, woordketting en leessnelheid. Er werd geen verschil in effect gevonden tussen niet oplichten, een regel oplichten of een halve bladzijde oplichten. Daarnaast was het effect van oplichten op het gebied van woordherkenning niet sterker bij jongens dan bij meisjes. Scholen zouden digitale boeken herhaaldelijk kunnen aanbieden aan kinderen om de leessnelheid en leesvaardigheid te verbeteren.Show less
Dit onderzoek heeft gekeken naar het effect van het oplichten van tekst in digitale boeken op het tekstbegrip voor zwakke en sterke lezers in groep 3. De participanten in dit onderzoek waren 63...Show moreDit onderzoek heeft gekeken naar het effect van het oplichten van tekst in digitale boeken op het tekstbegrip voor zwakke en sterke lezers in groep 3. De participanten in dit onderzoek waren 63 kinderen van 6,3 tot 8,3 jaar oud (M = 7.05, SD = 0.41) in groep 3 van 10 reguliere basisscholen in Nederland. Deze kinderen spraken vloeiend Nederlands en hadden geen leer- en/of gedragsproblemen. Van de 63 kinderen werden 26 kinderen gerekend tot zwakke lezer en 37 kinderen tot sterke lezer. Voor zover bekend, waren zowel de meeste moeders van de kinderen (50,8%) als de meeste vaders (38,1%) middelbaar opgeleid. Het onderzoek bestond uit een gerandomiseerd pretest posttest within subject design. De interventie bestond uit het lezen van 3 gedigitaliseerde verhalen met een voorleesstem in 3 verschillende condities (zonder oplichten, oplichten per regel, oplichten per halve bladzijde). Voorafgaand aan het lezen van de verhalen werd de leesvaardigheid gemeten met AVI-toetskaarten. Het tekstbegrip werd voor en na het lezen van de verhalen gemeten met multiple choice begripsvragen over de drie verhalen. Voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag is gebruik gemaakt van een t-toets en 2 mixed ANOVA’s. Uit de resultaten van dit onderzoek bleek geen significant verschil tussen de scores op tekstbegrip bij niet oplichten van tekst en de scores op tekstbegrip bij het oplichten van tekst. Als wordt gekeken naar de groep lezers in groep 3 als geheel, heeft het oplichten van tekst dus geen effect op het tekstbegrip. Het effect van het oplichten van tekst op het tekstbegrip verschilde tussen zwakke en sterke lezers. Zwakke lezers scoorden significant hoger op tekstbegrip bij het oplichten van tekst dan zonder oplichten en profiteren dus van het oplichten van tekst. Het maakt voor zwakke lezers niet uit of de tekst oplicht per regel of per halve bladzijde. Voor sterke lezers had het oplichten van tekst geen significant effect op het tekstbegrip. Concluderend scoren zwakke lezers beter op tekstbegrip als de tekst in digitale boeken oplicht tegelijkertijd met de gesproken tekst. Ouders en leerkrachten kunnen het tekstbegrip van zwakke lezers vergroten door hen digitale boeken aan te bieden met oplichtende tekst.Show less
Kinderen die moeite hebben met lezen en het begrijpen van teksten hebben later een grote kans om problemen te ervaren in het dagelijkse leven en op de arbeidsmarkt. Het is dus van belang dat deze...Show moreKinderen die moeite hebben met lezen en het begrijpen van teksten hebben later een grote kans om problemen te ervaren in het dagelijkse leven en op de arbeidsmarkt. Het is dus van belang dat deze kinderen effectieve leesmaterialen krijgen aangeboden om aan de achterstand te werken. De huidige leesmethodieken nemen vaak nog veel tijd in beslag van de leerkracht of remedial teacher, wanneer kinderen extra leeshulp nodig hebben. Deze studie richt zich op het effect van digitale boekjes met tutor op vloeiend lezen en verhaalbegrip bij kinderen met een leesachterstand. De steekproef betrof in het totaal 24 kinderen, met een leesachterstand van 5 maanden, uit groep 3 van verschillende basisscholen uit Zuid-Holland. De studie heeft een gerandomiseerd experimenteel design (randomized control trial) met een voor- en nameting. De kinderen zijn verdeeld over drie condities (zelf lezen zonder tutor, meelezen met onzichtbare tutor, meelezen met zichtbare tutor). De conclusies uit dit onderzoek zijn dat oefenen met lezen en de hoeveelheid gelezen tekst zorgen voor verbetering van de leesvaardigheid (vloeiend lezen en verhaalbegrip) en dat digitale boekjes met tutor die het verhaal voorleest, zorgen voor een significante verbetering van losse woordjes lezen.Show less