De hart- en vaatzorg beoogt doelmatigheid en doeltreffendheid – de kernwaarden van de hartzorg – te optimaliseren via Public Value Management (in de vorm van Value Based Health Care). Echter is er...Show moreDe hart- en vaatzorg beoogt doelmatigheid en doeltreffendheid – de kernwaarden van de hartzorg – te optimaliseren via Public Value Management (in de vorm van Value Based Health Care). Echter is er geen concrete duidelijkheid over of het toepassen van dit sturingsprincipe een positiever effect op de kernwaarden heeft dan twee andere sturingsprincipes, te weten Traditional Public Management en New Public Management. Het is ook niet duidelijk in welk sturingsprincipe men zich op dit moment bevindt in de hart- en vaatzorg en tot welke effecten dat leidt. Het onderzoek dient daarom om inzicht te verkrijgen in het effect van sturingsprincipes op de kernwaarden van de hartzorg en richt zich op de onderzoeksvraag: Welke effecten hebben verschillende sturingsprincipes op de te realiseren kernwaarden binnen de Nederlandse hart- en vaatzorg? Uit een theoretische literatuurstudie volgen de empirische verwachtingen dat de focus van Traditional Public Management noch op de doelmatigheid noch op de doeltreffendheid ligt, dat de focus van New Public Management op de doelmatigheid ligt en dat de focus van Public Value Management zowel op de doelmatigheid als op de doeltreffendheid ligt. Vanwege praktische beperkingen, waardoor niet alle sturingsprincipes in een casus kunnen worden onderzocht, wordt in één hartzorg-casus achterhaalt in welk sturingsprincipe men zich bevindt en of dat sturingsprincipe tot doelmatigheid en/of doeltreffendheid leidt. In de casus blijkt geen sprake van Public Value Management. De empirische verwachtingen omtrent dit sturingsprincipe kunnen niet worden getoetst. Uit de analyse blijkt dat Traditional Public Management in hoofdlijnen wordt gevolgd en dat er in hoofdlijnen geen sprake is van doelmatigheid en doeltreffendheid. De bevindingen uit de analyse blijken daarmee aan te sluiten op de empirische verwachting dat Traditional Public Management noch de doelmatigheid noch de doeltreffendheid optimaliseert. Uit de analyse blijkt dat op sommige punten New Public Management wordt gevolgd en dat er in (zeer) beperkte mate sprake is van doelmatigheid. De bevinden uit de analyse lijken daarmee aan te sluiten op de empirische verwachting dat New Public Management de doelmatigheid optimaliseert.Show less
Nederland is sinds een aantal jaar koploper in de productie van cannabis en synthetische drugs en de handel in cocaïne. Door de gestage toename van drugscriminaliteit in Nederland is vanuit de...Show moreNederland is sinds een aantal jaar koploper in de productie van cannabis en synthetische drugs en de handel in cocaïne. Door de gestage toename van drugscriminaliteit in Nederland is vanuit de overheid dan ook in toenemende mate aandacht voor de aanpak van dit probleem, resulterend in de opzet van een netwerksamenwerking die tracht dit fenomeen terug te dringen. Om tot een succesvolle netwerksamenwerking te komen is het van belang dat het netwerk effectief en efficiënt handelt. Dit onderzoek heeft dan ook getracht antwoord te geven op de vraag welke factoren de doelmatigheid en doeltreffendheid van de netwerksamenwerking die gericht is op de bestrijding van drugscriminaliteit kunnen verklaren. Om hier antwoord op te kunnen geven zijn er op basis van de bestaande literatuur een aantal verwachtingen opgesteld, vormgegeven in een conceptueel model. Hieruit werd vastgesteld dat een adequate toepassing van de netwerkmanagementstrategieën ‘connecting’, ‘exploring content’, ‘procesmanagement’ en ‘arranging’ zou moeten leiden tot de aanwezigheid van de succesfactoren middelen, doelconsensus, stabiliteit en vertrouwen in het netwerk. Dit zou vervolgens moeten leiden tot het behalen van prestaties (doelmatigheid) en het optreden van de gewenste maatschappelijke effecten (doeltreffendheid), ten aanzien van de netwerksamenwerking. Om dit model te testen, is aan de hand van interviews gevraagd naar de ervaringen, meningen en percepties van respondenten die een rol vervullen binnen de netwerksamenwerking, tevens aangevuld met documentanalyse. Hieruit blijkt dat de strategieën ‘connecting’ en ‘procesmanagement ‘een positieve relatie hebben met de verkrijging van middelen. De strategie ‘exploring content’ blijkt een positieve relatie te hebben met het bereiken van doelconsensus. Beide bevindingen komen overeen met de verwachtingen. Echter, blijken de privacywetgeving en krappe arbeidsmarkt hierin verstorende factoren, die niet in de verwachtingen zijn opgenomen. Ook de strategie ‘arranging’ lijkt in de context van dit onderzoek geen verband te houden met de aanwezigheid van de succesfactoren. Er is tevens geen duidelijke relatie gevonden tussen de managementstrategieën en de aanwezigheid van de factoren stabiliteit en vertrouwen. Echter, blijkt wel sprake van een positieve relatie tussen alle succesfactoren onderling. Uit de analyse is gebleken dat de aanwezigheid van de succesfactoren in zekere mate bijdraagt aan een doelmatigere en doeltreffendere netwerksamenwerking. Echter, dient deze uitspraak, vanwege het moeilijk cijfermatig kunnen meten van zowel doelmatigheid en doeltreffendheid, enkel als vermoeden te worden beschouwd.Show less