Tien procent van de bevolking van 16 jaar en ouder meldt in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle als vorm van huiselijk geweld (CBS,...Show moreTien procent van de bevolking van 16 jaar en ouder meldt in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle als vorm van huiselijk geweld (CBS, 2023). Het is een vorm van huiselijk geweld waar nog relatief weinig over bekend is. Daarom is de organisatie Enver bezig met het opstellen van een nieuw protocol voor het werken met deze problematiek. In dit adviesrapport staat beschreven wat de kennis over dwingende controle is binnen Enver en wat de behoeften zijn van medewerkers in het verbeteren van de kennis en de aanpak. Hierbij is gezocht in reeds bestaande literatuur naar de definitie, de mogelijke gevolgen en waarop gelet moet worden bij het signaleren van dwingende controle. Daarnaast is onderzocht welke kennis de medewerkers van Enver al hebben en waar eventuele behoeften liggen, door middel van een vragenlijst die is verspreid onder de medewerkers van Enver. Uit de resultaten van de literatuur komt naar voren dat er verschillende definities worden gehanteerd voor dwingende controle. De definitie van Stark (2007) is het meest passend. Hierin definieert Stark dwingende controle als een strategische reeks onderdrukkend gedrag die verder gaat dan fysiek geweld. Daarnaast zijn in het literatuuronderzoek ook resultaten gevonden over de signalering van dwingende controle. Hieruit is een helder dader- en slachtoffer profiel naar voren gekomen. Verder blijkt in de literatuur geen consensus te zijn over concrete richtlijnen van signalering van dwingende controle. Wel zijn twee recente gidsen (Instrumenten Voor Opsporing van Dwingende Controle, z.d.), een gespreksinstrument (DASH; Myhill & Hohl, 2019) en een training voor professionals gevonden (Geweldspatroon van Dwingende Controle in (Ex-)Partnerrelaties - het Verschil Tussen Wat Er Gebeurt op het Toneel en in de Coulissen | RINO Groep Utrecht, z.d). Als laatste is uit de literatuur gebleken dat er verschillende negatieve gevolgen zijn op persoonlijke en relationele vlakken voor partners. Ook kunnen er gevolgen zijn voor een kind. Uit het empirisch onderzoek blijkt dat, als er gekeken wordt naar de afdelingen, ‘gedragswetenschappers’ de hoogste score behalen en deze significant hoger scoren dan de ‘jeugdhulpverleners’. Verder is naar voren gekomen dat op het cluster gevolgen beter wordt gescoord dan op de clusters signaleren en gedragskenmerken. Wat betreft de behoeften blijkt dat medewerkers behoefte hebben aan duidelijke richtlijnen binnen de organisatie over hoe te handelen in het geval van dwingende controle. Het advies voor Enver is om richtlijnen op te stellen voor gepaste hulpverlening na signalering van dwingende controle en eventuele bijscholing voor afdelingen te overwegen.Show less
Inleiding: Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van hulpverleningsorganisatie Enver. De centrale vraag van dit onderzoek was: ‘Op welke manier kan dwingende controle gesignaleerd en aangepakt...Show moreInleiding: Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van hulpverleningsorganisatie Enver. De centrale vraag van dit onderzoek was: ‘Op welke manier kan dwingende controle gesignaleerd en aangepakt worden door de hulpverlening bij een complexe echtscheiding?’ Methode: De methode van dit onderzoek bestond uit literatuuronderzoek en empirisch onderzoek, waarbij semigestructureerde-interviews zijn afgenomen bij vier medewerkers van Enver. Resultaten: De centrale vraag is aan de hand van vier deelvragen beantwoord: 1. ‘Wat is bekend over omgaan met en de aanpak van dwingende controle in relatie tot een echtscheiding binnen een gezin?’ In de literatuur is weinig te vinden over de aanpak van dwingende controle bij complexe echtscheidingen. Daarnaast blijkt dat medewerkers kennis missen over dwingende controle. 2. ‘Hoe kan de meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling het beste worden toegepast als er signalen zijn van dwingende controle?’ De meldcode is moeilijk toe te passen bij situaties met dwingende controle. De meldcode biedt namelijk geen handvatten voor verdere aanpak van de problematiek en stap drie, in gesprek gaan met betrokkenen samen, is niet wenselijk wanneer sprake is van dwingende controle in de partnerrelatie. 3. ‘Hoe gaan medewerkers van Enver die werken met gezinnen in complexe echtscheidingen met dwingende controle om?’ Voor de aanpak en signalering van dwingende controle is geen instrument ontworpen, daarom wordt in de praktijk gebruikgemaakt van algemene aanpakken en twee instrumenten die niet specifiek voor dwingende controle zijn, namelijk de MASIC en de SCRES-O. 4. ‘Welke handvatten hebben de medewerkers van Enver nodig om beter met dwingende controle casussen om te kunnen gaan?’ De medewerkers ervaren verschillende moeilijkheden bij het signaleren en aanpakken van dwingende controle. Daarom is er behoefte aan handvatten zoals een instrument voor de aanpak en signalering van dwingende controle en meer kennis. Bovendien is behoefte aan een visie over de manier waarop de keten samen moet werken in gevallen van dwingende controle. Conclusie: Dwingende controle is moeilijk te herkennen voor de hulpverlening (Stark, 2012). Het Verwey-Jonker Instituut (2014) noemt een aantal werkzame elementen, zoals het doorbreken van het geweldspatroon en een regiecoördinator voor verbetering van de 2 communicatie en samenwerking tussen instanties. Daarnaast is de meldcode (met name stap drie: gesprek met betrokkenen) ontoereikend voor het signaleren van dwingende controle. Voor de signalering worden methoden gebruikt die niet specifiek ontwikkeld zijn voor signaleren van dwingende controle , zoals de MASIC en RelatieWijs. Voor de aanpak van dwingende controle is geen interventie ontwikkeld. De Factsheet intiem terreur noemt wel een aantal belangrijke elementen, zoals het apart spreken van betrokkenen, het kind centraal stellen, de kans op escalatie in kaart brengen en zorgen dat de focus ligt op ouderschap in plaats van op ex-partnerschap. (Groenen et al., 2021).Show less
Tien procent van de bevolking van 16 jaar en ouder meldt in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle als vorm van huiselijk geweld (CBS,...Show moreTien procent van de bevolking van 16 jaar en ouder meldt in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle als vorm van huiselijk geweld (CBS, 2023). Het is een vorm van huiselijk geweld waar nog relatief weinig over bekend is. Daarom is de organisatie Enver bezig met het opstellen van een nieuw protocol voor het werken met deze problematiek. In dit adviesrapport staat beschreven wat de kennis over dwingende controle is binnen Enver en wat de behoeften zijn van medewerkers in het verbeteren van de kennis en de aanpak. Hierbij is gezocht in reeds bestaande literatuur naar de definitie, de mogelijke gevolgen en waarop gelet moet worden bij het signaleren van dwingende controle. Daarnaast is onderzocht welke kennis de medewerkers van Enver al hebben en waar eventuele behoeften liggen, door middel van een vragenlijst die is verspreid onder de medewerkers van Enver. Uit de resultaten van de literatuur komt naar voren dat er verschillende definities worden gehanteerd voor dwingende controle. De definitie van Stark (2007) is het meest passend. Hierin definieert Stark dwingende controle als een strategische reeks onderdrukkend gedrag die verder gaat dan fysiek geweld. Daarnaast zijn in het literatuuronderzoek ook resultaten gevonden over de signalering van dwingende controle. Hieruit is een helder dader- en slachtoffer profiel naar voren gekomen. Verder blijkt in de literatuur geen consensus te zijn over concrete richtlijnen van signalering van dwingende controle. Wel zijn twee recente gidsen (Instrumenten Voor Opsporing van Dwingende Controle, z.d.), een gespreksinstrument (DASH; Myhill & Hohl, 2019) en een training voor professionals gevonden (Geweldspatroon van Dwingende Controle in (Ex-)Partnerrelaties - het Verschil Tussen Wat Er Gebeurt op het Toneel en in de Coulissen | RINO Groep Utrecht, z.d). Als laatste is uit de literatuur gebleken dat er verschillende negatieve gevolgen zijn op persoonlijke en relationele vlakken voor partners. Ook kunnen er gevolgen zijn voor een kind. Uit het empirisch onderzoek blijkt dat, als er gekeken wordt naar de afdelingen, ‘gedragswetenschappers’ de hoogste score behalen en deze significant hoger scoren dan de ‘jeugdhulpverleners’. Verder is naar voren gekomen dat op het cluster gevolgen beter wordt gescoord dan op de clusters signaleren en gedragskenmerken. Wat betreft de behoeften blijkt dat medewerkers behoefte hebben aan duidelijke richtlijnen binnen de organisatie over hoe te handelen in het geval van dwingende controle. Het advies voor Enver is om richtlijnen op te stellen voor gepaste hulpverlening na signalering van dwingende controle en eventuele bijscholing voor afdelingen te overwegen.Show less
Tien procent van de bevolking van 16 jaar en ouder meldt in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle als vorm van huiselijk geweld (CBS,...Show moreTien procent van de bevolking van 16 jaar en ouder meldt in de afgelopen vijf jaar slachtoffer te zijn geweest van een of meerdere vormen van dwingende controle als vorm van huiselijk geweld (CBS, 2023). Het is een vorm van huiselijk geweld waar nog relatief weinig over bekend is. Daarom is de organisatie Enver bezig met het opstellen van een nieuw protocol voor het werken met deze problematiek. In dit adviesrapport staat beschreven wat de kennis over dwingende controle is binnen Enver en wat de behoeften zijn van medewerkers in het verbeteren van de kennis en de aanpak. Hierbij is gezocht in reeds bestaande literatuur naar de definitie, de mogelijke gevolgen en waarop gelet moet worden bij het signaleren van dwingende controle. Daarnaast is onderzocht welke kennis de medewerkers van Enver al hebben en waar eventuele behoeften liggen, door middel van een vragenlijst die is verspreid onder de medewerkers van Enver. Uit de resultaten van de literatuur komt naar voren dat er verschillende definities worden gehanteerd voor dwingende controle. De definitie van Stark (2007) is het meest passend. Hierin definieert Stark dwingende controle als een strategische reeks onderdrukkend gedrag die verder gaat dan fysiek geweld. Daarnaast zijn in het literatuuronderzoek ook resultaten gevonden over de signalering van dwingende controle. Hieruit is een helder dader- en slachtoffer profiel naar voren gekomen. Verder blijkt in de literatuur geen consensus te zijn over concrete richtlijnen van signalering van dwingende controle. Wel zijn twee recente gidsen (Instrumenten Voor Opsporing van Dwingende Controle, z.d.), een gespreksinstrument (DASH; Myhill & Hohl, 2019) en een training voor professionals gevonden (Geweldspatroon van Dwingende Controle in (Ex-)Partnerrelaties - het Verschil Tussen Wat Er Gebeurt op het Toneel en in de Coulissen | RINO Groep Utrecht, z.d). Als laatste is uit de literatuur gebleken dat er verschillende negatieve gevolgen zijn op persoonlijke en relationele vlakken voor partners. Ook kunnen er gevolgen zijn voor een kind. Uit het empirisch onderzoek blijkt dat, als er gekeken wordt naar de afdelingen, ‘gedragswetenschappers’ de hoogste score behalen en deze significant hoger scoren dan de ‘jeugdhulpverleners’. Verder is naar voren gekomen dat op het cluster gevolgen beter wordt gescoord dan op de clusters signaleren en gedragskenmerken. Wat betreft de behoeften blijkt dat medewerkers behoefte hebben aan duidelijke richtlijnen binnen de organisatie over hoe te handelen in het geval van dwingende controle. Het advies voor Enver is om richtlijnen op te stellen voor gepaste hulpverlening na signalering van dwingende controle en eventuele bijscholing voor afdelingen te overwegen.Show less