Achtergrond: Er is al veel onderzoek gedaan naar de gevolgen van perinatale problemen bij kinderen op de gebieden schoolse vaardigheden en de cognitieve ontwikkeling. In het huidige artikel wordt...Show moreAchtergrond: Er is al veel onderzoek gedaan naar de gevolgen van perinatale problemen bij kinderen op de gebieden schoolse vaardigheden en de cognitieve ontwikkeling. In het huidige artikel wordt er bekeken of er een verband is tussen perinatale problemen en de ontwikkeling van de executieve functies. Er is specifiek gekozen voor de late prematuriteit, omdat er al onderzoek gedaan is naar de samenhang tussen vroege prematuriteit en het executief functioneren. Methode: Voor dit onderzoek is er een steekproef van 100 participanten gebruikt. De participanten zaten in groep 2 en 3 van de basisschool. Om de executieve functies te meten is er gebruik gemaakt van vier executieve taken en is de BRIEF vragenlijst ingevuld door ouders en leraren. Resultaten: Uit de ANOVA’s is een marginaal significant verschil gekomen tussen de kinderen met perinatale problemen en de controle groep F(1,98) = 3.11, p = .08. Bij het afzonderlijk bekijken van scores op de vier taken is er een significant verschil gevonden in scores op de hond taak F(1,98) = 4.44, p = .04. Op de BRIEF vragenlijst zijn er geen significante verschillen tussen kinderen met en zonder perinatale problemen gevonden. Conclusie: Uit dit onderzoek blijkt dat er een samenhang is tussen het hebben van perinatale problemen en de ontwikkeling van de executieve functies. Meer onderzoek is noodzakelijk om een beter beeld te krijgen van het executief functioneren bij kinderen met perinatale problemen en om aan de hand hiervan interventies te kunnen ontwikkelen.Show less