Het enactivisme is een benadering binnen de cognitiewetenschappen, waarvan aanhangers cognitieve processen beschouwen als lichamelijke processen die ontstaan door de wederkerige interactie tussen...Show moreHet enactivisme is een benadering binnen de cognitiewetenschappen, waarvan aanhangers cognitieve processen beschouwen als lichamelijke processen die ontstaan door de wederkerige interactie tussen het organisme en de omgeving. Enactivisten doen een poging om de cognitie- en neurowetenschappen te verreiken met ideeën uit de traditionele filosofie van de fenomenologie. In mijn onderzoek laat ik zien dat ze met deze poging in een spanningsveld terechtkomen, een spanningsveld tussen de subjectieve ervaring en objectieve meting van lichamelijke processen. Om verdieping en inzicht in het spanningsveld te bieden, onderzoek ik de verschillende epistemische waarden van beide stromingen. Zo beschouw ik dat binnen de cognitie- en neurowetenschappen het geven van causale verklaringen een belangrijke waarde is, om te kunnen interveniëren in processen. Daarnaast beschrijf ik dat binnen de fenomenologie betekenisvolle ervaring centraal staat, om terug te keren naar de dingen zelf. Ik beargumenteer dat enactivisten in staat zijn om de cognitie- en neurowetenschappen te integreren met ideeën uit de fenomenologie, op voorwaarde dat ervaring de gemeenschappelijke grond blijft waaruit onderzoek ontspringt en causale verbanden worden gezien als de stabiele eenheid van meerdere ervaringen.Show less
Het enactivisme, zoals door Varela, Thompson en Rosch geïntroduceerd in “The Embodied Mind” en waarop is voorgebouwd door onder andere Hutto en Myin postuleert dat alle cognitie kan worden begrepen...Show moreHet enactivisme, zoals door Varela, Thompson en Rosch geïntroduceerd in “The Embodied Mind” en waarop is voorgebouwd door onder andere Hutto en Myin postuleert dat alle cognitie kan worden begrepen als belichaamde act, oftewel als sensomotorische vaardigheden. Deze enactivisten verwerpen hiermee de gangbare opvatting in de cognitiewetenschappen dat cognitie het best kan worden begrepen als het verwerken van mentale representaties. Het probleem van het enactivisme is dat het succesvol wordt bevonden in het begrijpen van online cognitie zoals waarnemen, maar niet in het begrijpen van offline cognitie, zoals bijvoorbeeld herinneren en verbeelden. In hoeverre dit opgaat heb ik onderzocht door waarnemen, net als Varela, Noë en Gibson, te operationaliseren als sensorisch geleide act. Daarna heb ik de veronderstelling van Gibson getoetst die stelt dat herinneren en verbeelden kunnen worden begrepen als het offline in werking treden van sensomotorische contingenties van bepaalde sensorisch geleide acts die al eigen zijn gemaakt. Aan de hand van een fragment uit het dagboek van Cocteau laat ik zien dat procedureel en episodisch herinneren nog goed kunnen worden begrepen als sensorisch geleide acts, maar semantisch herinneren, oftewel herinneren bemiddeld door externe representaties niet. Ook voor verbeelden geldt dat die vormen die worden bemiddeld door externe representaties niet goed kunnen worden begrepen als sensorisch geleide act. Om deze vormen van offline cognitie ook te kunnen begrijpen in termen van sensorisch geleide act moeten ze worden begrepen als tweede-orde sensorisch geleide act.Show less