Deze scriptie biedt vanuit de taalbeheersing een nieuw perspectief op voedingsadvies en het dieetdiscours. De scriptie brengt het dieetboek als communicatief activiteitstype in kaart, en beschrijft...Show moreDeze scriptie biedt vanuit de taalbeheersing een nieuw perspectief op voedingsadvies en het dieetdiscours. De scriptie brengt het dieetboek als communicatief activiteitstype in kaart, en beschrijft vervolgens een verzameling argumentatieve patronen uit dieetboek ‘De voedselzandloper’ (Verbrugh, 2012) die prototypisch zijn voor dit type communicatieve activiteit. De patronen worden verklaard aan de hand van de uitgebreide pragma-dialectiek (of de theorie van strategisch manoeuvreren). Onder andere probleemoplossende argumentatie, voorbeeldargumentatie, expertiseargumentatie (the argument of expert opinion), cirkelredeneringen en ethos komen hierbij aan bod.Show less
Deze masterthesis onderzoekt de manier waarop sagen over het vermeend in leven zijn van doodverklaarde popsterren retorisch worden geconstrueerd in traditionele nieuwsmedia en op het vernaculaire...Show moreDeze masterthesis onderzoekt de manier waarop sagen over het vermeend in leven zijn van doodverklaarde popsterren retorisch worden geconstrueerd in traditionele nieuwsmedia en op het vernaculaire web. Allereerst wordt een wetenschappelijk fundament gegeven voor het ontstaan van dit soort sagen. Met daarbij de conclusie dat populaire muziekcultuur in onze hedendaagse consumptiemaatschappij een prominente, haast religieuze rol heeft. Fans creëren een cultic milieu rondom een artiest, waardoor zij niet kunnen geloven dat een artiest sterfelijk is. Ter afbakening bestaat dit onderzoek uit case studies: sagen over de dood van Elvis Presley, Tupac en Kurt Cobain. Onderzocht wordt de manier waarop journalisten en forumdeelnemers op Nederlandstalige websites dit soort sagen wel of niet geloven. Daarbij zijn 44 nieuwsartikelen en 28 forumdiscussies onderwerp van onderzoek. Eerder onderzoek van Donovan (2004) en Burger (2014) gaven vier stijlen van (on)geloof: fervent geloof, instrumenteel geloof, debunking en ervaringsgeloof. Uit deze scriptie blijkt dat op het vernaculaire web al deze vormen van geloof ook naar voren komen. In het journalistieke discours komen fervent geloof en instrumenteel geloof niet voor. Wel blijkt dat journalisten middels distancing het oordeel van de (on)waarheid van een sage bij de lezer leggen. Zij geloven intrinsiek niet in een sage, maar vinden hem wel vermakelijk. Hiermee kan een vijfde geloofsvorm worden toegevoegd aan het model van Donovan en Burger: ludiek geloof. Hiernaast worden de argumenten van forumdeelnemers en journalisten onder de loep genomen. Aangetoond wordt dat de argumenten die op het vernaculaire web naar voren komen veel rijker en diverser zijn dan in nieuwsmedia. Het is aannemelijk dat journalisten vanwege hun journalistieke autoriteit het niet nodig achten om veel en diverse argumenten te gebruiken. Terwijl forumdeelnemers in een veel vrijer vernaculair discours de ruimte hebben om vrijer te spreken. Daarbij worden ook ethostechnieken onderzocht. En hieruit blijkt dat journalisten zeer gering ethos-technieken toepassen om de (on)waarheid van een sage aan te tonen. Ze variëren vooral de afstand tot de bron van een verhaal, om duidelijk te maken dat zij zelf niet achter het ontstaan van een sage zitten. Op fora worden er veel en verschillende ethos-technieken gebruikt. Gebruikers maken elkaar veelvuldig zwart of beroepen zich bijvoorbeeld op autoriteiten.Show less
American criminal jury trials are more likely than not very intense and hectic. Often, these trials revolve around a murder, where it is the prosecutor’s job to persuade the jury to convict the...Show moreAmerican criminal jury trials are more likely than not very intense and hectic. Often, these trials revolve around a murder, where it is the prosecutor’s job to persuade the jury to convict the murderer. It is no wonder therefore, that the prosecutorial opening statements during these kids of trials stand symbol for cornerstones to persuasive oratory. This thesis starts off by describing how prosecutors can use Aristotle’s three modes of persuasion called ethos, pathos and logos, most effectively to persuade the jury during their opening statement and uses the findings on how to use these three modes to analyze and compare two real-life criminal jury trials that occurred in the United States in order to answer the following question: Is the use of prosecutorial persuasion in the opening statement of a trial resulting in conviction more compelling than the use of prosecutorial persuasion in the opening statement of a trial resulting in acquittal? The first trial that will be analyzed is the State of Arizona vs. Jodi Ann Arias, which is a trial where a woman named Jodi Arias was convicted of the brutal murder of her ex-boyfriend Travis Victor Alexander, prosecuted by Juan Martinez. The second trial to be analyzed is the State of Florida vs. Casey Marie Anthony, which is a trial where a woman named Casey Anthony was acquitted for the murder of her toddler daughter Caylee Anthony, prosecuted by Linda Burdick. Both these trials have been well known around the world and dealt with two of the most hated women in the United States.Show less
Vladimir Poetin is iemand met verschillende voorkomens (soorten ethos). Aan de ene kant is hij president van het grootste land ter wereld, Rusland. Aan de andere kant is Vladimir een normale Rus...Show moreVladimir Poetin is iemand met verschillende voorkomens (soorten ethos). Aan de ene kant is hij president van het grootste land ter wereld, Rusland. Aan de andere kant is Vladimir een normale Rus uit Sint-Petersburg. Dit onderzoek zocht uit welk ethos het Russische journaal, enerzijds, en het Nederlandse journaal, anderzijds, van Poetin schiepen in het jaar voor de Russische presidentsverkiezingen van 2018 en welke (visuele) retorische middelen daarbij zijn gebruikt. Op basis van een kwalitatieve retorische analyse van 32 Nederlandse en Russische tv-items over Poetin uit 2017 concludeert dit onderzoek dat het ethos van president Poetin over het algemeen bestempeld kan worden als een despoot, een krachtige leider, of een man van het volk. Deze soorten ethos komen volgens dit onderzoek tot stand door de invloed van stijlmiddelen, framing en quotes/toespraken van Poetin zelf, collega-wereldleiders en/of derden. Vanwege het feit dat Poetins ethos voor een groot deel tot stand komt door middel van journalistieke arbeid, geeft dit onderzoek inzicht in de manier waarop journalisten te werk gaan bij het scheppen van het ethos van een wereldleider en de gevolgen die een dergelijke manier van werken heeft voor Poetins ethos. Dat alles gebeurt door middel van een unieke inkijk in de Russische berichtgeving over Poetin.Show less
Deze masterscriptie onderzoekt de logos- en ethostechnieken die in kranten- en tijdschriftenartikelen, op klimaatsceptische blogs en in Facebookdiscussies worden ingezet in de discussie over het...Show moreDeze masterscriptie onderzoekt de logos- en ethostechnieken die in kranten- en tijdschriftenartikelen, op klimaatsceptische blogs en in Facebookdiscussies worden ingezet in de discussie over het idee dat klimaatopwarming een complot is. Hoe overtuigen journalisten en socialemediagebruikers het publiek van hun (on)geloof in een complot? Dat doen ze onder andere door gebruik te maken van de retorische overtuigingsmiddelen logos en ethos: respectievelijk de argumentatie en de indruk die die spreker op het publiek maakt. Het doel van dit onderzoek is het creëren van een overzicht van gehanteerde logos- en ethostechnieken. Het onderzochte corpus bestaat uit artikelen van De Groene Amsterdammer, de Volkskrant, De Telegraaf en Elsevier, blogs van Climategate en De staat van het klimaat en discussies op diverse Facebookpagina's. De onderzochte periode betreft de jaren 2012 tot 2017. De methode is een kwalitatieve inhoudsanalyse, wat betekent dat men op zoek gaat naar patronen en categorieën – niet naar de frequentie van de middelen. Uit het onderzoek is gebleken dat Donovans drie stijlen van (on)geloof – fervent geloof, voorwaardelijk geloof en debunking – in alle geanalayseerde eenheden voorkomen: in de krantenen tijdschriftenartikelen, in de (reacties op de) blogs en in de Facebookreacties. In de laatste categorie is er helemaal geen sprake van ervaringsgeloof, de extra categorie die Burger voorstelde in zijn proefschrift (2014). In de (reacties op de) blogs en in de Facebookreacties wordt ervaringsgeloof zelden geuit. Bij elke (on)geloofsstijl zijn verscheidene argumenten onderscheiden. Autoriteitsargumenten domineren de discussie. Waar debunking overheerst in de traditionele media en in de Facebookreacties, wordt er in de (reacties op de) blogs vooral fervent geloof geuit. Discussianten in de bladen, op de blogs en op Facebook verschillen sterk in de wijze waarop ze autoriteit claimen bij het onderbouwen van hun geloof. Terwijl de traditionele media zich vooral baseren op officiële claimsmakers, specificeren discussianten op Facebook hun beroep op autoriteit in veel gevallen niet. In reacties op de blogs worden veel gevestigde autoriteiten aangehaald, maar wordt er ook vaak verwezen naar de eigen autoriteit of de autoriteit van de blog zelf. Ethostechnieken worden zeer veel aangedragen, zowel door journalisten als door socialemediagebruikers. Dit zijn niet alleen technieken uit de categorie deskundigheid, maar ook uit de categorieën eerlijkheid en welwillendheid. Het model van Burger en Anemaet (2011) is voor een groot deel bruikbaar gebleken. In de bladen en op de blogs zijn alle twaalf technieken uit dit model terug te vinden, op Facebook maar zeven van de twaalf. Tot slot worden er op zowel het vernaculaire web als in de traditionele media extra ethostechnieken gebruikt, zoals het wantrouwen van andermans bronnen, het bagatelliseren van de autoriteit van de opponent en het verwijzen naar andermans cherry picking.Show less
In het politieke debat bestaat de mogelijkheid om de tegenstander persoonlijk aan te vallen. De betreffende politicus heeft hiermee op het oog dat het ethos van de tegenstander met deze...Show moreIn het politieke debat bestaat de mogelijkheid om de tegenstander persoonlijk aan te vallen. De betreffende politicus heeft hiermee op het oog dat het ethos van de tegenstander met deze persoonlijke aanval geschaad wordt. Er zijn echter gevallen waarin niet de tegenstander, maar de spreker zelf wordt geschaad door zijn persoonlijke aanval. In deze scriptie wordt onderzocht of er strategieën zijn waarmee een discussiant het ethos van zijn tegenstander kan aanvallen zonder dat zijn eigen ethos daarmee geschaad wordt. De hoofdvraag van deze scriptie is dan ook: met welke strategieën kunnen politici een persoonlijke aanval inzetten in verkiezingsdebatten zonder daarbij het eigen ethos te verwaarlozen? Om deze vraag te beantwoorden zijn de verkiezingsdebatten van 2012 geanalyseerd. Er is gekozen voor een onderzoek naar verkiezingsdebatten, omdat het aannemelijk lijkt dat er in verkiezingsdebatten veel persoonlijke aanvallen aangetroffen kunnen worden. In verkiezingsdebatten speelt het ethos van de discussiant meer een rol dan in een ander debat, omdat kiezers op basis van verkiezingsdebatten kunnen bepalen wie ze willen dat ministerpresident van het land wordt. Vermoedelijk speelt het ethos van de discussianten een rol bij deze keuze, en het is daarom aantrekkelijk voor de politici om het ethos van de tegenstander aan te vallen. De verkiezingsdebatten zijn geanalyseerd aan de hand van analytische inductie. Er is voortdurend een hypothese opgesteld, en deze hypothese is aangepast naargelang er voorbeelden opdoken die strijdig waren met de initiële hypothese. Op deze manier zijn er een aantal strategieën gedefinieerd in het corpus, en deze strategieën zijn in te delen in een viertal categorieën. De categorieën van debatstrategieën vallen samen met de drie communicatieve niveaus van de taalhandelingentheorie: locutie, illocutie en perlocutie. Omwille van het materiaal is er een vierde categorie aan toegevoegd, namelijk de dialogische strategieën. Een locutionaire debatstrategie is een debatstrategie waarbij de vorm van de uiting de strategische manoeuvre bewerkstelligt. Bij een illocutionaire manoeuvreert de discussiant strategisch door middel van de inhoud van de uiting. Als er sprake is van een perlocutionaire debatstrategie wordt er strategisch gemanoeuvreerd met het effect van de uiting. Bij een dialogische debatstrategie wordt de strategische manoeuvre tot stand gebracht door middel van de interactie tussen de discussianten. Op basis van de bevindingen in het corpus kan gesteld worden dat er een op macroniveau vier manieren zijn om een persoonlijke aanval in te zetten zonder dat daarbij het eigen ethos schade ondervindt. Deze vier manieren zijn de vier categorieën zoals hierboven besproken. Binnen deze categorieën kunnen op microniveau een aantal strategieën worden onderscheiden. In deze scriptie worden een aantal van deze strategieën besproken.Show less
Deze scriptie onderzoekt welke logos- en ethostechnieken worden gebruikt in kranten en op Facebook in de discussie over witte busjes met kinderlokkers. Logos en ethos zijn retorische...Show moreDeze scriptie onderzoekt welke logos- en ethostechnieken worden gebruikt in kranten en op Facebook in de discussie over witte busjes met kinderlokkers. Logos en ethos zijn retorische overtuigingsmiddelen, die respectievelijk inhouden de argumentatie en de indruk die als spreker wordt gemaakt. Het onderzochte corpus bestaat uit krantenartikelen en Facebookdiscussies uit de periode 2013-2015, waarvan de manier is geanalyseerd waarop discussianten zeggen te geloven in de witte busjes en de manier waarop zij daar autoriteit bij claimen.Show less
Bachelor thesis | Griekse en Latijnse taal en cultuur (BA)
closed access
In de derde satire van Juvenalis bekritiseert Umbricius, hoogstwaarschijnlijk een fictieve figuur, vele aspecten van het leven in Rome. In mijn scriptie heb ik zijn voornaamste klachten zowel...Show moreIn de derde satire van Juvenalis bekritiseert Umbricius, hoogstwaarschijnlijk een fictieve figuur, vele aspecten van het leven in Rome. In mijn scriptie heb ik zijn voornaamste klachten zowel inhoudelijk als retorisch geanalyseerd. De analyse staat in het teken van de vraag in welke mate hij de lezer overtuigt. Het gebrek aan objectiviteit is overduidelijk merkbaar. Ten gevolge daarvan overtuigt Umbricius de lezer nauwelijks. Hij geeft het Rome van de keizertijd dan ook allerminst natuurgetrouw weer.Show less
Latin American modernism(s) has always attracted the attention of art historians because of its historical context of colonialism and highly syncretized culture. Its arts show how different forces,...Show moreLatin American modernism(s) has always attracted the attention of art historians because of its historical context of colonialism and highly syncretized culture. Its arts show how different forces, intrinsic or extraneous, converge and interact to result in what is deemed Latin American modern art today. Haiti, being a Creole-speaking country which is mainly composed of African descendants, cannot always find an appropriate place within this discussion. The two historical accounts of modern art - that of Latin America and that of the Caribbean - intersect but do not collaborate to form a coherent narration. What is the more urgent problem here is that Haitian modern art is hardly defined or described. This thesis examines the art of Haiti after the 1930s and arrives at the conclusion that the ethos of community could be utilized to characterize the idiosyncrasy of Haitian modern culture. Community permeates in every aspects of Haitian modern life: from society, economics, to politics and religion. The artworks of Préfète Duffaut (1923-2012) and Laurent Casimir (1928-1990) reveal how community is depicted in oil paintings and how this theme is related to the social and economic life of Haiti. The participatory art of Joëlle Ferly (1970- ) and the photographic series of Josué Azor (1987- ) show how community is established in the religious life of Haiti. The theory of the ethos of modernism by American art historian Esther Gabara, the concept of “other modernisms” by Australian art historian John Clark and the theory about participatory art by Claire Bishop are examined here and form the general analytical structure of this thesis. The research is based on a careful reading of the historical documents and scholarly works which explain the significance of community for Haiti and on a series of art historical literature which visualize the development of Haitian art from the 1930s until recent years.Show less
Master thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (MSc)
open access
A shared understanding of the world may seem to be absolutely 'true', because empirical experience may confirm its legitimacy. I illustrate and argue that such belief in an 'all encompassing truth'...Show moreA shared understanding of the world may seem to be absolutely 'true', because empirical experience may confirm its legitimacy. I illustrate and argue that such belief in an 'all encompassing truth' requires a deceptive illusion that the collective of individuals together uphold and by which each individual perpetuates her of his own deception and that of the others. This thesis discusses the results of an in depth experience with the construction of what is the 'truth' in the experience of participants in a 'cult'. This argument is then used to reflect on the origins of the life world that may underlie any certainty that academic conceptions of the world conjure up.Show less