Een belangrijke vaardigheid bij begrijpend lezen is begripsmonitoring, de vaardigheid om te evalueren of de tekst begrepen wordt. In deze studie is onderzoek gedaan naar begripsmonitoring bij...Show moreEen belangrijke vaardigheid bij begrijpend lezen is begripsmonitoring, de vaardigheid om te evalueren of de tekst begrepen wordt. In deze studie is onderzoek gedaan naar begripsmonitoring bij leerlingen uit groep zeven (N= 29) en adolescenten (N = 29). De onderzoeksvraag luidt: ‘Is de gevonden afname van het inconsistentie-effect bij adolescenten ook te vinden bij leerlingen uit groep zeven?’ Begripsmonitoring wordt met behulp van een inconsistentie taak gemeten, waarbij proefpersonen korte verhaaltjes lezen waarbij de ene helft van de verhaaltjes consistent zijn en de andere helft inconsistent. Indien de participanten de inconsistenties opmerken is er sprake van een inconsistentie-effect: in dit geval is de leestijd bij inconsistente zinnen langer dan bij consistente zinnen. Naast de manipulatie in consistentie van het verhaal wordt het aantal fillerzinnen gemanipuleerd, van drie tot en met zes fillerzinnen. Verder zijn leerlingen uit groep zeven ingedeeld in goede en zwakke begrijpend lezers op basis van CITO-scores voor begrijpend lezen. Uit de resultaten blijkt dat leerlingen uit groep zeven net als adolescenten een inconsistentie-effect laten zien. Bij beide groepen is er bij drie, vier en vijf fillerzinnen sprake van een inconsistentie-effect, bij zes fillerzinnen niet meer. Ook is er geen verschil in inconsistentie-effect tussen goede en zwakke begrijpend lezers uit groep zeven. Dus zowel de groepen (groep zeven en adolescenten), als goede en zwakke begrijpend lezers uit groep zeven zijn in staat om inconsistenties in de tekst op te merken. Deze groepen zijn bezig met monitoren van hun begrip tijdens het lezen van een tekst.Show less
In deze studie onderzoeken wij begripsmonitoring bij goede en zwakke begrijpend lezers. Het doel van het onderzoek is om erachter te komen of goede en zwakke begrijpend lezers verschillen in hun...Show moreIn deze studie onderzoeken wij begripsmonitoring bij goede en zwakke begrijpend lezers. Het doel van het onderzoek is om erachter te komen of goede en zwakke begrijpend lezers verschillen in hun vaardigheid om inconsistenties te detecteren tijdens het lezen (online) en na het lezen (offline), ook wanneer het aantal fillerzinnen toeneemt. Met behulp van de inconsistentietaak hebben wij onderzocht of goede en zwakke begrijpend lezers, zowel tijdens als na het lezen monitoren of zij de gelezen verhaaltjes nog begrijpen. De steekproef bestaat uit 29 basisschoolleerlingen uit groep zeven, waarvan 20 goede en negen zwakke begrijpend lezers. Alle proefpersonen hebben 32 verhaaltjes gelezen, waarvan 16 consistente en 16 inconsistente informatie bevatten en het aantal fillerzinnen varieerde van drie, vier, vijf of zes fillerzinnen. Offline begripsmonitoring is getest door het beantwoorden van een consistentievraag na afloop van het verhaaltje. Online begripsmonitoring is getest tijdens het lezen door de leestijden van de targetzin te meten en te vergelijken tussen de consistente en inconsistente condities. Uit ons onderzoek blijkt dat goede en zwakke begrijpend lezers niet verschillen op de maat van offline en online begripsmonitoring. Dit betekent dat zowel tijdens als na het lezen, goede en zwakke begrijpend lezers niet verschillen in hun vaardigheid om inconsistenties op te merken.Show less
In dit onderzoek wordt het verschil tussen sterke en zwakke begrijpend lezers op het gebied van begripsmonitoring onderzocht. Begripsmonitoring is een proces wat nodig is om goed te kunnen...Show moreIn dit onderzoek wordt het verschil tussen sterke en zwakke begrijpend lezers op het gebied van begripsmonitoring onderzocht. Begripsmonitoring is een proces wat nodig is om goed te kunnen begrijpend lezen, waarbij de lezer in de gaten houdt of hij de tekst nog wel begrijpt. Het doel van dit onderzoek is om erachter te komen of sterke en zwakke begrijpend lezers even goed zijn in het detecteren van inconsistenties in de tekst, ook wanneer het aantal fillerzinnen toeneemt. Of de proefpersonen begrip monitoren is zowel tijdens het lezen (online) als na het lezen (offline) onderzocht met een inconsistentie taak. De steekproef bestaat uit 29 leerlingen uit groep zeven, waarvan 20 sterke- en negen zwakke begrijpend lezers. Iedere leerling heeft 32 verhaaltjes gelezen waarbij beschreven informatie consistent of inconsistent was met voorgaande beschreven informatie. De afstand tussen de informatie die gekoppeld moest worden verschilde met drie, vier, vijf en zes zinnen. Het opmerken van de inconsistenties tijdens het lezen is gemeten door de leestijden op de targetzin van consistente verhaaltjes te vergelijken met de leestijden op de targetzin van inconsistente verhaaltjes. Het opmerken van inconsistenties na het lezen is gemeten met de vraag of het verhaaltje klopte. Uit de resultaten blijkt dat sterke en zwakke begrijpend lezers niet verschillen op de mate van begripsmonitoring na het lezen. Ook tijdens het lezen is er over het algemeen geen verschil in de mate van begripsmonitoring tussen sterke en zwakke begrijpend lezers. Zowel sterke als zwakke begrijpend lezers detecteren inconsistenties in de tekst.Show less