Eerder is gevonden dat Duits voor Nederlanders makkelijker te begrijpen is dan het Nederlands voor Duitsers. Dit experimentele onderzoek kijkt naar mogelijke taalkundige en/of fonologische...Show moreEerder is gevonden dat Duits voor Nederlanders makkelijker te begrijpen is dan het Nederlands voor Duitsers. Dit experimentele onderzoek kijkt naar mogelijke taalkundige en/of fonologische onderliggende processen bij de asymmetrische onderlinge verstaanbaarheid tussen het Nederlands en Duits. Met behulp van een commerciële spraakherkenner, die apart getraind is in het Nederlands en in het Duits, is onderzocht in hoeverre cognaten herkend worden in de ´eigen´ taal en vervolgens in de andere taal. Deze cognaten zijn ingesproken door een perfect tweetalige spreekster van zowel het Nederlands als het Duits. Uit het onderzoek blijkt dat beide spraakherkenners niet goed overweg kunnen met woorden in isolatie, zonder linguïstische context (30% correcte responsie voor het Nederlandse model versus 36% voor het Duitse model). Wel kunnen beide herkenners met een korte zin van het type ´voorzetsel-cognaat-slotwoord´ overweg en scoren ze in de eigen taal goed: het Nederlandse model geeft 76% correcte responsie versus 76% voor het Duitse model. Cognaten uit de andere taal zijn voor de herkenners niet eenvoudig te verwerken. Beide herkenners scoorden zeer slecht, hoewel het Duitse taalmodel relatief een stuk beter Nederlandse woorden herkende dan Nederlandse model de Duitse. Het Duitse model herkende minder dan 11% van de cognaten correct, het Nederlandse model herkende slechts 4% van de cognaten correct. Dit resultaat spreekt eerder onderzoek tegen, waaruit bleek dat Nederlandse jonge kinderen zonder schoolkennis van het Duits Duitse woorden beter verstonden dan Duitse kinderen Nederlandse woorden.Show less