The relationship between parenting behaviour and externalizing, non-compliant behaviour was examined in a study with 41 mother-child dyads (children between 1-7 years old) staying in family...Show moreThe relationship between parenting behaviour and externalizing, non-compliant behaviour was examined in a study with 41 mother-child dyads (children between 1-7 years old) staying in family residential clinics because of an out-of-home placement or possible future reunification with their biological parents. There was a history of emotional or physical abuse and/or neglect in most of the families. Mothers and children participated in two joint tasks (don’t touch and clean-up) in which their behaviour was observed and coded. Parenting behaviours studied were mild physical interferences and supportive presence. Analyses were controlled for child sex and age. Hierarchical regression models showed that during the don’t touch task mild physical interferences by mothers were a moderate to strong predictor of externalizing behaviour of their children, regardless of the age or sex of the child. In the clean-up task, mild physical interferences interacted with the sex of the child, with boys showing more externalizing behaviour when their mothers physically interfered than girls. However, the regression models with supportive presence were not significant. Age of the child correlated with externalizing behaviour and physical interferences in both contexts, with older children showing less externalizing behaviour and receiving less physical interferences. Future research should study mild physical interference, not only harsh physical discipline, to determine whether this is a predictor of child behaviours in general or only in high-risk families. Other implications for future research and practice are discussed.Show less
In dit onderzoek is de bidirectionele relatie tussen opstandig gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder onderzocht. Verwacht wordt dat ouders van kinderen die vaker opstandig gedrag...Show moreIn dit onderzoek is de bidirectionele relatie tussen opstandig gedrag van een kind en het disciplineren van de ouder onderzocht. Verwacht wordt dat ouders van kinderen die vaker opstandig gedrag vertonen vaker gebruik maken van negatieve disciplinering-strategieën vergeleken met ouders van kinderen die weinig opstandig zijn. Andersom wordt verwacht dat kinderen van ouders die veel negatieve disciplinering-strategieën toepassen een jaar later meer opstandig gedrag vertonen. Naast de bidirectionele relatie is onderzocht in hoeverre geslacht van het kind een rol speelt en of vaders en moeders verschillende disciplineringstrategieën gebruiken. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van een aselect getrokken steekproef van 96 gezinnen die deelnamen aan de longitudinale studie Boys will be boys. De steekproef bestaat uit moeders en vaders en hun oudste kind van 3-4 jaar oud. Ouders van kinderen die weinig opstandig gedrag laten zien commanderen hun kinderen vaker vergeleken met ouders van kinderen die vaker opstandig zijn. Ook blijkt dat vaders vergeleken met moeders vaker gebruik maken van laksheid. Bij zowel moeders als vaders speelt geslacht van het kind geen rol in het strategie-gebruik. Het disciplineren van de ouders blijkt daarnaast het opstandige gedrag van de kinderen niet te voorspellen. De disciplinering-strategie Commanderen wordt bediscussieerd en er worden verklaringen gezocht in de steekproef, meetinstrument en andere kindfactoren voor het niet gevonden effect van disciplineren op opstandige gedrag. Ook worden verschillen in de opvoeding tussen vaders en moeders besproken. Ten slotte worden aanbevelingen en suggesties voor vervolgonderzoek gegeven.Show less