Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
In deze scriptie wordt de game Silent Hill 2 (Konami 2001) geanalyseerd door middel van psychoanalyse. Door de psychoanalytische methode te gebruiken kunnen onderliggende elementen van de game...Show moreIn deze scriptie wordt de game Silent Hill 2 (Konami 2001) geanalyseerd door middel van psychoanalyse. Door de psychoanalytische methode te gebruiken kunnen onderliggende elementen van de game worden blootgelegd. Omdat psychoanalyse onlosmakelijk verbonden is aan de mens, zegt deze scriptie niet alleen iets over de wetenschappelijke potentie van games, maar ook over de werking van games op de speler. Daarnaast geeft Silent Hill 2 nieuwe inzichten in bestaande psychoanalytische theorieën. In deze scriptie zal de diepgewortelde binding met de avatar worden geanalyseerd en hoe het effect van onbeschrijfbaar trauma door een gevoel van onmacht voelbaar wordt bij de speler van Silent Hill 2.Show less
Dit onderzoek gaat over het effect van psychologische gevoelens van eigenaarschap van, en identificatie met, de non-profitorganisatie op de donatiebereidheid van vrijwilligers. Hierbij is gebruik...Show moreDit onderzoek gaat over het effect van psychologische gevoelens van eigenaarschap van, en identificatie met, de non-profitorganisatie op de donatiebereidheid van vrijwilligers. Hierbij is gebruik gemaakt van een cross-sectioneel vragenlijst onderzoek. De deelnemers waren 105 vrijwilligers, van tussen de 23 en 70 jaar oud, werkzaam bij non-profitorganisaties in de Verenigde Staten. Voor de vragenlijst is gebruik gemaakt van gevalideerde meetinstrumenten voor het meten van de variabelen van het huidige onderzoek. Een serie multipele regressieanalyses toonde dat a) collectief, maar niet individueel, psychologisch eigenaarschap over de organisatie een directe positieve relatie heeft met bereidheid tot het doneren van geld, b) identificatie met de organisatie een directe positieve relatie heeft met de bereidheid tot het doneren van geld, en c) zelfinvestering in de organisatie en het gevoel van bij de organisatie te horen allebei een directe en positieve relatie hebben met zowel individueel als collectief psychologisch eigenaarschap van de organisatie én identificatie met de organisatie. Mediatieregressieanalyse toonde dat het gevoel van bij de organisatie te horen en zelfinvestering in de organisatie, via een collectief gevoel van psychologisch eigenaarschap over de organisatie en identificatie met de organisatie als mediatoren, een positieve indirecte relatie hebben met donatiegedrag in de vorm van geld. Theoretische en praktische implicaties, beperkingen en suggesties voor verder onderzoek, worden besprokenShow less
In deze studie is onderzocht of psychologisch eigenaarschap van de organisatie en identificatie met de organisatie invloed hebben op de bereidheid van vrijwilligers om bij te dragen aan de...Show moreIn deze studie is onderzocht of psychologisch eigenaarschap van de organisatie en identificatie met de organisatie invloed hebben op de bereidheid van vrijwilligers om bij te dragen aan de organisatie. Voor het voortbestaan van non-profit organisaties is het waardevol om kennis te hebben van de beweegredenen van vrijwilligers achter donatiebereidheid en bereidheid om positieve mond-tot-mond reclame te maken voor de organisatie. In de huidige wetenschappelijke literatuur is hier nog weinig over bekend. Het onderzoek is gedaan middels een vragenlijstonderzoek met een cross-sectioneel design met vrijwilligers bij organisaties uit de Verenigde Staten als deelnemers (n = 105). Wat betreft donatiebereidheid liet een serie multipele regressieanalyse enkel zien dat identificatie met de organisatie invloed heeft op gelddonaties. Wat betreft positieve-mond-tot-mond reclame liet een serie multipele regressieanalyses met name zien dat identificatie met de organisatie bijdraagt aan de bereidheid van vrijwilligers om positieve mond-tot-mond reclame te maken voor het doneren van tijd en geld aan de organisatie. Uit een navolgende multipele regressieanalyse bleek niet dat het hebben van controle binnen de organisatie onder vrijwilligers zorgt voor gevoelens van psychologisch eigenaarschap van de organisatie. Daarnaast zijn respect en moraliteit onderzocht als voorspellers van identificatie met de organisatie. Een multiple regressieanalyse liet ondersteuning zien. Er is ook een mediatieregressieanalyse gedaan, hieruit kwam met name naar voren dat zowel respect als moraliteit een indirecte relatie heeft met donatiebereidheid in de vorm van geld én bereidheid om positieve mond-tot-mond reclame te maken voor het doneren van geld aan de organisatie. Verder zijn er theoretische en praktische implicaties, en beperkingen en suggesties voor verder onderzoek, besproken.Show less
Deze studie richt zich op donatiegedrag van vrijwilligers aan non-profit organisaties. Psychologisch eigenaarschap van de organisatie, en identificatie met de organisatie, onder vrijwilligers zijn...Show moreDeze studie richt zich op donatiegedrag van vrijwilligers aan non-profit organisaties. Psychologisch eigenaarschap van de organisatie, en identificatie met de organisatie, onder vrijwilligers zijn de voorspellers voor de bereidheid om geld of tijd te doneren in dit onderzoek. Als voorspeller van psychologisch eigenaarschap van de organisatie wordt controle gebruikt, en als voorspeller voor identificatie met de organisatie wordt respect gebruikt. Het is een cross-sectioneel vragenlijstonderzoek onder vrijwilligers uit de Verenigde Staten (N=103) gerekruteerd voor onderzoeksdeelname via het Amazon Mechanical Turk Platform. De eerste multipele regressieanalyse toonde dat psychologisch eigenaarschap van de organisatie, en identificatie met de organisatie, beiden een significant directe en positieve relatie hebben met donatiebereidheid in de vorm van geld. De tweede multipele regressieanalyse toonde o.a. een directe en positieve relatie van controle met psychologisch eigenaarschap van de organisatie, en de derde multipele regressieanalyse toonde o.a. een directe en positieve relatie van respect met identificatie met de organisatie. Vervolgens toonde de eerste mediatieregressieanalyse dat controle indirect en significant relateerde aan de bereidheid om geld te doneren via psychologisch eigenaarschap van de organisatie als mediator. De tweede mediatieregressieanalyse toonde dat respect indirect en significant relateerde aan de bereidheid om geld te doneren via identificatie met de organisatie als mediator. Theoretische en praktische implicaties, en beperkingen en suggesties voor verder onderzoek, worden besproken.Show less
Dit onderzoek heeft zich gericht op het gegeven of psychologisch eigenaarschap van, en identificatie met, een non-profit organisatie, en hun predictoren, invloed hebben op de geefbereidheid van...Show moreDit onderzoek heeft zich gericht op het gegeven of psychologisch eigenaarschap van, en identificatie met, een non-profit organisatie, en hun predictoren, invloed hebben op de geefbereidheid van vrijwilligers in de vorm van tijd en geld aan non-profit organisaties. Het onderzoek is uitgevoerd met behulp van een cross-sectionele vragenlijst op het Amazon Mechanical Turk Online Platform. De vragenlijst is ingevuld door 105 (N =105) participanten die werkzaam zijn als vrijwilliger bij non-profit organisaties in de Verenigde Staten van Amerika. Een multipele regressieanalyse toonde dat er sprake is van een significant positief effect van zowel identificatie met de organisatie, als collectief psychologisch eigenaarschap van de organisatie, op de bereidheid om geld te doneren aan een non-profit organisatie. Uit multipele regressieanalyses bleek ook dat de warmte van de organisatie direct en positief bijdraagt aan identificatie met de organisatie en dat het gevoel van bij de organisatie te horen direct en positief effect heeft op gevoelens van collectief psychologisch eigenaarschap van de organisatie. Aanvullend toonde een eerste mediatieregressieanalyse dat er sprake is van een indirect en positief effect van de warmte van een organisatie op de bereidheid om geld te doneren, gemedieerd door de identificatie met de organisatie. De tweede mediatie regressieanalyse heeft laten zien dat er sprake is van een indirect en positief effect van het gevoel van het bij de organisatie horen op de bereidheid om geld te doneren, gemedieerd door collectief psychologisch eigenaarschap van de organisatie. De multipele regressieanalyses en de mediatie regressieanalyses lieten geen significante effecten zien wanneer de bereidheid om tijd te doneren, in de vorm van tijd (vrijwilligerswerk doen) als uitkomstvariabele werd gebruikt. De theoretische en praktische implicaties, beperkingen van het onderzoek en suggesties voor vervolgonderzoek worden in dit onderzoek uitgebreidShow less
Dit onderzoek richt zich op het bevorderen van donatiegedrag onder vrijwilligers van non-profit organisaties. Het theoretisch model van het onderzoek stelt dat controle, prestige en...Show moreDit onderzoek richt zich op het bevorderen van donatiegedrag onder vrijwilligers van non-profit organisaties. Het theoretisch model van het onderzoek stelt dat controle, prestige en organisatorische competentie via respectievelijk collectief psychologisch eigenaarschap van de non-profit organisatie en identificatie met de non-profit organisatie invloed hebben op donatiebereidheid. Een cross-sectionele vragenlijst is afgenomen op Amazon Mechanical Turk onder vrijwilligers (n = 105) van non-profit organisaties afkomstig uit de Verenigde staten. De eerste multipele regressieanalyse toonde aan dat er geen directe positieve relatie van collectief psychologisch eigenaarschap van de organisatie met donatiebereidheid is, maar dat er wel een positieve directe relatie is van identificatie met de organisatie met donatiebereidheid. Een tweede multipele regressieanalyse toonde een directe positieve relatie van controle binnen de organisatie met collectief psychologisch eigenaarschap, geen direct effect van prestige op identificatie met de organisatie, en wel een directe positieve relatie van organisatorische competentie met identificatie van de organisatie. Mediatieregressieanalyse toonde een significant indirect positief effect van organisatorische competentie op donatiebereidheid via identificatie met de organisatie als mediator. Theoretische en praktische implicaties, en beperkingen en suggesties voor verder onderzoek, worden besproken.Show less
Het doel van dit onderzoek was meer kennis vergaren over de werking van psychologische mechanismen bij vrijwilligers van non-profit organisaties. Het onderzoek richtte zich op de mechanismen...Show moreHet doel van dit onderzoek was meer kennis vergaren over de werking van psychologische mechanismen bij vrijwilligers van non-profit organisaties. Het onderzoek richtte zich op de mechanismen psychologisch eigenaarschap van de organisatie en identificatie met de organisatie, met donatiebereidheid in de vorm van tijd en geld als hun veronderstelde uitkomstvariabele. Waargenomen controle en respect werden gebruikt als voorspellers van deze psychologische mechanismen. Het onderzoek had een cross-sectioneel design (eenmalige vragenlijst) en betreft volwassen vrijwilligers (n = 105) van een non-profit organisatie die lid zijn van het Amazon Mechanical Turk online platform. De eerste twee multipele regressieanalyses toonden aan dat zowel psychologisch eigenaarschap van de organisatie als identificatie met de organisatie een direct positief verband hebben met de donatiebereidheid in de vorm van tijd en geld. De derde multipele regressieanalyse, waarbij respect ook een predictor was, toonde aan dat waargenomen controle binnen de organisatie een direct positief verband heeft met psychologisch eigenaarschap van de organisatie. De vierde multipele regressieanalyse, waarbij controle ook een predictor was, toonde aan dat respect binnen de organisatie een direct positief verband heeft met de identificatie met de organisatie. De eerste twee mediatieregressieanalyses toonden aan dat de waargenomen controle een indirect positief verband heeft met de donatiebereidheid in de vorm van tijd en geld via psychologisch eigenaarschap van de organisatie. De laatste twee mediatieregressieanalyses toonden aan dat respect geen significante indirecte relatie had met de donatiebereidheid in de vorm van tijd en geld via identificatie met de organisatie. Verder zijn er theoretische en praktische implicaties, beperkingen, en suggesties voor verder onderzoek besproken.Show less
In deze scriptie is bij een aantal romans geanalyseerd welk ethisch reflectief effect zij bij de lezer kunnen oproepen. Allereerst is het cognitieve proces van identificatie - gestuurd door een...Show moreIn deze scriptie is bij een aantal romans geanalyseerd welk ethisch reflectief effect zij bij de lezer kunnen oproepen. Allereerst is het cognitieve proces van identificatie - gestuurd door een aantal tekstuele factoren - uiteengezet. Vervolgens zijn twee soorten ethische reflectie geoperationaliseerd: modern en postmodern. Postmodern effect kan worden gesorteerd indien het subject van de lezer (die zich met een personage identificeert) wordt 'ontwricht' (naar Blanchots 'interruption'). De analysemethode richt zich op dialogische situaties.Show less
In deze scriptie staat de vraag centraal: 'Hoe werd in literatuur, in het bijzonder historische romans, en literatuurgeschiedschrijving het Nederlandse beeld van het eigen verleden geconstrueerd?’...Show moreIn deze scriptie staat de vraag centraal: 'Hoe werd in literatuur, in het bijzonder historische romans, en literatuurgeschiedschrijving het Nederlandse beeld van het eigen verleden geconstrueerd?’ Er worden drie literatuurgeschiedenissen en vier historische romans geanalyseerd uit de periode 1800-1860. Niet zozeer de constructie van het verleden wordt geanalyseerd, maar de manier waarop teksten bij de lezer identificatie met zo'n constructie bereiken staat centraal. Methodologisch vertrek ik vanuit een model voor identificatie van Smith (1995), aangescherpt door Giovanelli (2008). Op basis van een overzicht van empirisch identificatieonderzoek (Cohen & Tal-Or 2017) zijn drie tekstuele kenmerken geselecteerd: vertelperspectief, beschrijvingen en het type narratief (naar Soni 2007). Alle casus worden op deze kenmerken geanalyseerd; bij de literatuurgeschiedenissen wordt wel in plaats van perspectief gekeken hoe de auteur zijn ethos construeert. In alle gevallen wordt de (idee)historische context betrokken bij de tekstinterpretatie.Show less
Bachelor thesis | Film- en literatuurwetenschap (BA)
closed access
Dit onderzoek gaat in op het concept identiteit, geeft de ontwikkeling van dit concept weer, en beargumeneert waarom het concept vervangen moet worden door identificatie. Tevens wordt het concept...Show moreDit onderzoek gaat in op het concept identiteit, geeft de ontwikkeling van dit concept weer, en beargumeneert waarom het concept vervangen moet worden door identificatie. Tevens wordt het concept toegepast in de analyse van drie romans van tweede generatie Indische auteurs.Show less