In 1864 namen Nederlandse, Britse, Franse en Amerikaanse marineschepen deel uit van de Slag bij Shimonoseki(Japan). Door dit gevecht wisten zij de havens van Japan te heropenen voor buitenlandse...Show moreIn 1864 namen Nederlandse, Britse, Franse en Amerikaanse marineschepen deel uit van de Slag bij Shimonoseki(Japan). Door dit gevecht wisten zij de havens van Japan te heropenen voor buitenlandse schepen. In dit onderzoek is gebleken dat deze slag een vorm van economisch imperialisme was.Show less
In deze thesis onderzoek ik de politieke houding van Nederlandse liberale politici ten aanzien van koloniale kwesties als bestuur, slavernij en expansie aan de hand van een kwalitatieve...Show moreIn deze thesis onderzoek ik de politieke houding van Nederlandse liberale politici ten aanzien van koloniale kwesties als bestuur, slavernij en expansie aan de hand van een kwalitatieve discoursanalyse van de parlementaire debatten in de periode 1848-1900. Dit alles plaats ik in een vergelijk met het Brits liberalisme. Ik concludeer dat waar Britse liberalen veranderden van opvatting over koloniaal bestuur dit in de Nederlandse situatie niet of minder het geval was. Het Nederlandse liberalisme typeer ik als duaal: hoewel het mensbeeld grotendeels universeel was, was de noodzaak tot representatie in bestuur er alleen voor de (gegoede) burger.Show less
Tussen 1811 en 1816 wordt Java bestuurd door Thomas Stamford Raffles, een periode die het Brits tussenbestuur wordt genoemd. Door de tijd heen verwerft Raffles een zeer positieve reputatie als...Show moreTussen 1811 en 1816 wordt Java bestuurd door Thomas Stamford Raffles, een periode die het Brits tussenbestuur wordt genoemd. Door de tijd heen verwerft Raffles een zeer positieve reputatie als wetenschapper-staatsman vanwege zijn vermeende humanitaire hervormingen, zijn bevrijding van het Javaanse volk en zijn wetenschappelijke werk. Maar er zijn ook tegengeluiden van auteurs die vinden dat dit beeld niet terecht is. De onderzoeksvraag is: Waaraan heeft Raffles het te danken dat zijn goede imago, grenzend aan heldendom, de boventoon blijft voeren? Geven Raffles' hervormingen voldoende grond hiervoor of is hij tot een held gemaakt? Als methode wordt de Nederlandse bestuursambtenaar Nicolaus Engelhard, die een negatieve reputatie heeft, als contrapunt naast Raffles gezet. Het eerste deel van de studie geeft de achtergronden in Europa en op Java en een korte biografische schets van Raffles en Engelhard. Hieruit blijkt dat de achtergrond van beide mannen vergelijkbaar is op twee punten na. Ten eerste promoot Raffles zijn eigen reputatie in zijn boek The History of Java. Engelhard schrijft een boek tegen het bestuur van Gouverneur-generaal Daendels waarin hij zichzelf juist als oudgast portretteert. Ten tweede maakt Raffles deel uit van het Britse Rijk dat sterk in opkomst is en trots is op de nieuwe koloniën, terwijl het slecht gaat met Nederland en de VOC failliet is gegaan. In het tweede deel van de studie is een analyse uitgevoerd op de drie hoofdpunten waar Raffles om wordt geroemd. Raffles de hervormer, bevrijder en wetenschapper. Uit deze drie hoofdstukken komt naar voren dat Raffles wel hervormingen heeft doorgevoerd maar dat deze minder groot en humanitair lijken te zijn dan men uit sommige literatuur zou afleiden. Ook is het Raffles niet goed gelukt om de bevolking te bevrijden van hun herendiensten. Raffles' wetenschappelijke werk lijkt vooral gebaseerd op kennis en geschriften van anderen. Engelhard blijkt ook al gepleit te hebben voor soortgelijke hervormingen en de bevrijding van het Javaanse volk. Engelhard was echter niet bij machte om deze veranderingen door te voeren en het bewind in Nederland blokkeerde grote bestuurshervormingen vanwege de oorlogsdreiging. Al met al lijkt het erop dat Raffles' reputatie niet alleen gebaseerd is op zijn bestuur maar dat zijn imago mede is opgebouwd door gebruikmaking van biografische manipulaties. De meeste biografieën gaan terug op Raffles' eigen boek, de Memoir van zijn vrouw Sophia of de eerste biografie van Boulger. Deze werken zijn niet neutraal maar zoeken naar erkenning voor Raffles' bestuur in Engeland. In de biografieën worden een aantal technieken gebruikt die Raffles positieve imago naar voren doen komen. De goede daden van Raffles worden benadrukt en zijn meer dubieuze handelingen en het feit dat hij via patronage in zijn functie wordt geholpen, worden meestal niet of slechts kort genoemd. Vaak wordt dit dan gevolgd door een opmerking die Raffles verdedigd. Ook John Bastin, de expert op het gebied van Raffles en het Britse tussenbestuur, sluit zijn gedegen wetenschappelijke werk vaak af met een positieve opmerking over Raffles bestuur. Door Raffles’ positieve imago steeds te herhalen wordt dit een waarheid op zichzelf. Met de reputatie van Engelhard gebeurt hetzelfde maar dan in negatieve zin. Voor veel schrijvers staat Engelhards corruptie en zelfverrijking vast en iedere positieve actie wordt doorgaans gevolgd door een negatieve uitlating van de auteurs. Klaarblijkelijk hangt het beeld van beide mannen nauw samen met de opkomst dan wel ondergang van de natie waar zij toe behoren. Zo blijkt Raffles een winnaar en Engelhard een verliezer van de geschiedenis te zijn geworden.Show less