Genderneutraal en inclusief taalgebruik zijn vaak onderwerp van discussie op veel nieuwsredacties. Er bestaan verschillende studies over hoe de geschreven journalistiek hiermee omgaat. Er is nog...Show moreGenderneutraal en inclusief taalgebruik zijn vaak onderwerp van discussie op veel nieuwsredacties. Er bestaan verschillende studies over hoe de geschreven journalistiek hiermee omgaat. Er is nog geen onderzoek gedaan naar genderneutraal taalgebruik in de gesproken journalistiek zoals in presentatieteksten. Daarom focust dit onderzoek zich op Nederlandse televisienieuwsprogramma’s. Specifiek komen in deze analyse presentatoren en eindverantwoordelijken van twee publieke organisaties (NOS en EenVandaag) en twee commerciële partijen (RTL Nieuws/EditieNL en Hart van Nederland) aan het woord. Met hun inzichten wordt de hoofdvraag: ‘Hoe zeggen presentatoren en eindverantwoordelijken van Nederlandse televisienieuwsprogramma’s om te gaan met genderneutrale voornaamwoorden en neutrale beroepsaanduidingen?’ beantwoord. De deelvragen richten zich op genderneutrale voornaamwoorden en neutrale beroepsaanduidingen, de rol van nieuwsmedia en het gebruik van queer. Uit de literatuur komt naar voren dat de media een belangrijke rol spelen bij het vastleggen en veranderen van taalnormen, omdat de taal die de media gebruiken gezien wordt als de standaard (Van Poecke & Van den Bulck, 1991 – p. 83). Taal moet als het ware een spiegel zijn van de maatschappij waarbij de journalistiek verantwoordelijk is voor representatieve berichtgeving. De media kijken dan ook naar de (gender)neutrale taalontwikkeling over beroepsaanduidingen en voornaamwoorden voor non-binaire personen in het bijzonder. Daarnaast is queer als overkoepelende en meer neutrale term voor de lhbti+-gemeenschap, waar non-binaire personen onder vallen, opgenomen als taalontwikkeling, omdat queer vaker door organisaties wordt gebruikt. Uit de theorie blijkt dat een stijlboek met taalrichtlijnen een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor nieuwsredacties om stereotypering en discriminatie tegen te gaan (De Jong, 2016 – p. 17; Sczesny et al. 2016 – p. 8). Uit de resultaten komt naar voren dat nieuwsredacties al veelvuldig gebruikmaken van neutrale beroepsaanduidingen en daarbij kiezen voor de neutrale vorm voor iedereen, bijvoorbeeld schrijver in plaats van schrijfster. Genderneutrale voornaamwoorden (hen/hun, die/diens) zijn nog niet bewust in een nieuwstekst voorgekomen en verdienen volgens de respondenten ook altijd een inleiding, omdat woorden die bij de kijker nog niet ingeburgerd zijn, uitleg nodig hebben. De begrijpelijkheid van een nieuwstekst staat voorop. Een term als ‘queer’ zal dan ook pas gebruikelijk worden als het woord in de samenleving breed gebruikt wordt. De deelnemers aan dit onderzoek vinden dat de media een voorbeeldfunctie hebben, maar in inclusief taalgebruik niet voorop moeten lopen. Over wanneer je in taalgebruik precies vooroploopt, verschillen de opvattingen. Zo neemt het ene medium bewust inclusieve stijlregels op en de andere niet. Maar elk nieuwsprogramma behandelt met respect dergelijke inclusieve casussen en kijkt altijd hoe het voor de kijker zo begrijpelijk mogelijk blijft.Show less
Deze scriptie gaat over het percentage vrouwen aan de top binnen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). We leven in een samenleving waarin diversiteit en inclusiviteit een steeds...Show moreDeze scriptie gaat over het percentage vrouwen aan de top binnen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). We leven in een samenleving waarin diversiteit en inclusiviteit een steeds belangrijker wordende thema is. Veel organisaties passen hun personeelsbeleid hierop aan en proberen gelijke kansen te bevorderen. Echter, zijn er nog veel organisaties die er moeite mee hebben om hun personeelsbeleid aan te passen en concrete doelen te formuleren. Het doel van dit onderzoek is om te achterhalen wat de stand van zaken bij de RVO is, als het gaat om de doorstroming van vrouwen naar het midden- en topmanagement tussen de jaren 2015-2020. Hiervoor is de volgende onderzoeksvraag gesteld: Welke factoren hebben invloed op de doorstroming van vrouwen naar het midden- en topmanagement binnen de RVO en in hoeverre kan een verhoogde vrouwenquotum een instrument zijn om een meer gelijke verdeling te realiseren? De factoren worden uitvoerig besproken en gekoppeld aan de RVO om te kijken hoe de stand van zaken nu is in die organisatie. Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is er gebruik gemaakt van een case study. De case study in dit onderzoek beschrijft de situatie omtrent het aantal vrouwen in het midden- en topmanagement van de RVO in de jaren 2015-2020 en of/welke instrumenten er zijn ingezet om de doorstroming op gang te krijgen. Daarnaast is er gebruik gemaakt van het team ServicePunt Werken (SPW). Er zijn vragenlijsten naar hen gestuurd om meer inzicht te krijgen in de organisatiecultuur en wat hun perceptie, als werknemers van de RVO, is over het diversiteits- en inclusiviteitsbeleid van de organisatie. Op basis hiervan is naar voren gekomen dat er binnen de RVO meer aandacht is geweest voor genderstereotypering dan voor andere factoren. De man-vrouw verhouding binnen de gehele organisatie is van 2015-2020 redelijk gelijk gebleven. In het midden- en topmanagement zijn er wel veel verschuivingen zichtbaar, waardoor er meer vrouwen zitting hebben genomen in hogere functies. Niet alle aspecten zijn onderzocht, omdat er een beperkte tijdsperiode was voor het schrijven van deze scriptie en het onderzoeken. Ook heeft het onderzoek zich met de vragenlijst gericht op één team, maar het zou beter zijn geweest om de gehele organisatie te betrekken bij het onderzoek om zo tot een algehele conclusie te komen over de organisatie en het diversiteits- en inclusiviteitsbeleid.Show less
De Rechtspraak heeft het al jarenlang over de wens om op etnisch gebied diverser te worden ten aanzien van rechters die rechtspreken om onder andere op deze manier het vertrouwen in de Rechtspraak...Show moreDe Rechtspraak heeft het al jarenlang over de wens om op etnisch gebied diverser te worden ten aanzien van rechters die rechtspreken om onder andere op deze manier het vertrouwen in de Rechtspraak en het gezag van de rechter te kunnen vergroten. Uit de analyse zal blijken dat de Rechtspraak de culturele identiteit gemiddeld tot hoog waardeert en daarbij een combinatie van het integration-and-learning perspectief en het access-and-legitimacy perspectief van Ely & Thomas (2001) hanteert met kenmerken van het kleurenblind perspectief van Podsiadlowski, Gröschke, Kogler, Springer, en Van der Zee (2013). De Rechtspraak beoogt vooral de legitimiteit met een representatievere rechtspraak na te streven, waarbij er een betere verbinding is tussen de organisatie en de samenleving. De respondenten ervaren in hoge mate gevoelens van inclusie, maar deze worden niet voornamelijk veroorzaakt door de waardering van de etnisch culturele diversiteit. Het draait hierbij meer om waardering van de respondent als persoon zelf, ongeacht de etnische achtergrond. De rol van inclusief leiderschap lijkt aan dat gevoel van inclusie bij te dragen, nu leidinggevenden veel van de gedragingen van inclusief leiderschap uitvoeren. De centrale onderzoeksvraag luidt: “Hoe beïnvloedt het perspectief op diversiteit van de Rechtspraak het ontstaan van een gevoel van inclusie van rechters en wat is de rol van inclusief leiderschap daarbij?” Het antwoord daarop is dat een combinatie van het integration-and-learning perspectief en het access-and-legitimacy perspectief leidt tot het ontstaan van een gevoel van inclusie onder rechters waarop inclusief leiderschap een versterkende rol heeft.Show less
Deze scriptie onderzoekt de selectie van stockbeeld onder beeldredacteuren werkzaam bij Nederlandse nationale nieuwsmedia. Er is tegenwoordig steeds vaker kritiek op het functioneren van de media...Show moreDeze scriptie onderzoekt de selectie van stockbeeld onder beeldredacteuren werkzaam bij Nederlandse nationale nieuwsmedia. Er is tegenwoordig steeds vaker kritiek op het functioneren van de media als het gaat om representatie. Dit onderzoek maakt inzichtelijk hoe beeldredacteuren het streven naar meer diversiteit en het selecteren van stockfoto’s ervaren. In dit onderzoek wordt er gelet op de selectie van beeld door beeldredacteuren als het gaat om diversiteit in de media. Het gaat in deze scriptie om stockfoto’s die online gebruikt worden door beeldredacteuren. Hierbij wordt de volgende hoofdvraag behandeld: Hoe selecteren beeldredacteuren werkzaam op Nederlandse nationale nieuwsredacties de diversiteit in stockfoto’s? Om beter in kaart te brengen hoe beeldredacteuren op bepaalde keuzes komen als het gaat om de selectie van beeld staat de theorie van Othering’ en ‘Gatekeeping’ staat in deze scriptie centraal. Het onderzoek is gebaseerd op een combinatiemethode van diepte-interviews en een praktische opdracht onder tien beeldredacteuren werkzaam bij Nederlandse nationale nieuwsmedia. Door middel van semigestructureerde interviews en een praktische opdracht onderzoekt deze scriptie de ervaringen van beeldredacteuren omtrent stockfoto’s en de representatie van de ‘ander’. Deze methodes geven inzicht in de ervaring van beeldredacteuren en ook meer duidelijkheid hoe zij te werk gaan. Uit de resultaten blijkt dat er in het algemeen consensus is over wat beeldredacteuren vinden dat diversiteit inhoudt. Volgens de beeldredacteuren is het zo dat het onderwerp van diversiteit en (stock)beeld steeds vaker op de agenda van redacties. Als het gaat om het beleid op redacties en de selectie van diversiteit in stockbeeld dan wordt er in het algemeen geen beleid uitgevoerd op de redactie. Er wordt vooral gesproken over de redactiecultuur en eigen beweegredenen als het gaat om de selectie van diversiteit in stockfoto's.Show less