Ieder jaar wagen duizenden mensen een gevaarlijke tocht naar de Europese Unie in de hoop een beter leven te krijgen. Vaak gaat het om personen die een levensbedreigende situatie te vrezen hebben ik...Show moreIeder jaar wagen duizenden mensen een gevaarlijke tocht naar de Europese Unie in de hoop een beter leven te krijgen. Vaak gaat het om personen die een levensbedreigende situatie te vrezen hebben ik het land van herkomst, maar het is ook steevast het geval dat mensen uit veilige landen de tocht naar Europa wagen. Wanneer zij aankomen en om deze reden door het ontvangende land worden afgewezen belanden zij vaak in de illegaliteit. Als persoon zonder verblijfsstatus is het moeilijk om werk en een woning te vinden. Dit kan tot schrijnende situaties leiden waarbij deze illegale immigranten in de criminaliteit belanden. Wat leek op een gewaagde kans om een nieuw leven te beginnen mondt uit in onverwacht veel ellende voor zowel de individuele migrant als de bevolking in zijn nieuwe vestigingsland. Men kan zich afvragen in welke mate de illegale migrant zich heeft geïnformeerd voorafgaand aan zijn reis en in hoeverre het vestigingsland haar best heeft gedaan om hen te informeren over de gevolgen van illegale migratie. In deze scriptie is gepoogd antwoord te krijgen op deze vraag in de context van de Europese migratiecrisis van 2015 en de daaropvolgende reactie van de Europese Unie en de EU-lidstaat Nederland. Een belangrijk onderdeel van de reactie was de aandacht voor informatiecampagnes als beleidsinstrument voor migratiecontrole. Er is onderzocht waarom deze informatiecampagnes niet het gewenste effect hebben gehad en wat daar de onderliggende redenen voor zijn. Door middel van kwalitatief onderzoek aan de hand van beleidsdocumenten van het Nederlandse kabinet tussen 2015 tot 2019 aan de Tweede Kamer is er een antwoord geformuleerd op deze vraag. De reden dat de informatiecampagnes niet het gewenste effect hebben gehad in de Nederlandse context komt door het feit dat er een lage priotering was voor dit beleidsinstrument (1), de verkeerde narratieven zijn gebruikt voor de campagnes (2) en veel van de campagnes zijn geoutsourced naar organisaties buiten de Nederlandse overheid (3).Show less