In de periode 2000-2018 is er gericht beleid gemaakt om innovatie binnen Nederland te verbeteren. Hoe heeft het Nederlandse innovatiebeleid zich tussen 2000 en 2018 ontwikkeld en hoe kunnen we dit...Show moreIn de periode 2000-2018 is er gericht beleid gemaakt om innovatie binnen Nederland te verbeteren. Hoe heeft het Nederlandse innovatiebeleid zich tussen 2000 en 2018 ontwikkeld en hoe kunnen we dit verklaren? Aan de hand van de verschillen tussen het Innovatieplatform (2000-2010) en het Topsectorenbeleid (2011-2018) wordt de veranderende rol van de overheid met betrekking tot innovatie onderzocht.Show less
De drone als technologische innovatie heeft de journalistiek bereikt. Een kleine groep journalisten onderscheidt zich met de nieuwe tool door het maken van overzichtelijk, dynamisch beeld vanuit de...Show moreDe drone als technologische innovatie heeft de journalistiek bereikt. Een kleine groep journalisten onderscheidt zich met de nieuwe tool door het maken van overzichtelijk, dynamisch beeld vanuit de lucht. Maar de theorie van Rogers (1983) laat zien dat een nieuwe technologie niet zomaar tot acceptatie leidt binnen een groep. Het doel van het onderzoek is dan ook om de adoptie van drones binnen de journalistiek in kaart te brengen. Voor het eerst zijn dronejournalisten in Nederland bevraagd naar hun ervaringen met drones, hun visie op de journalistieke professie en welke vaardigheden zij beheersen in het huidige journalistieke tijdperk. In totaal hebben twaalf kwalitatieve diepte-interviews met persfotografen, cameramannen en een eindredacteur plaatsgevonden. Uit het onderzoek is gebleken dat er een tweedeling heerst binnen de groep journalisten: optimisten en pessimisten. De eerste groep zet de drone wel in en beschikt over de verplichte ROC-light, in tegenstelling tot de laatste groep die is gestopt met de inzet of niet in het bezit is van een dergelijke vergunning. Wel ervaren zij als innovators en early adopters allen weerstand, voornamelijk met betrekking tot de regelgeving. Het duidt op een vertraagde adoptie waarbij de techniek nog niet volledig is geaccepteerd. Daarnaast zien journalisten - overeenkomstig met de theorie van Pavlik (2000) - op vier gebieden veranderingen optreden binnen de journalistieke omgeving: hun werkwijze wordt anders, de nieuwscontent verandert, de structuur van het medialandschap hervormt zich en de relatie met de omgeving wijzigt. Als gevolg vermelden de journalisten, die voornamelijk als freelancer opereren, dat zij door de komst van technologische innovaties andere vaardigheden nodig hebben, zoals ondernemen en netwerken. Tot slot is een sterke ideologische visie ontstaan door het toetreden van drones in de journalistiek. Toch is de impact van drones op de journalistiek binnen het adoptieproces marginaal. Journalisten verkrijgen door de onzekerheid van de innovatie niet aanzienlijk meer opdrachten. Dit onderzoek bevestigt de theorie van Rogers (1983) waarin hij stelt dat innovaties vaak een onzekere start kennen. Hierdoor zijn journalisten belemmerd bij de inzet van drones als technologische tool. Eventueel vervolgonderzoek zou nodig kunnen zijn om vast te leggen hoe dronejournalistiek zich door de jaren heen ontwikkelt.Show less
Flipping the Classroom is een onderwijsconcept waarbij de docent de klassikale instructie voorafgaand aan de les in een digitale leeromgeving plaatst. Door deze ‘flip’ vindt de instructie niet meer...Show moreFlipping the Classroom is een onderwijsconcept waarbij de docent de klassikale instructie voorafgaand aan de les in een digitale leeromgeving plaatst. Door deze ‘flip’ vindt de instructie niet meer plaats in de groepsruimte maar in de individuele leerruimte (Bergmann & Sams, 2012; De Verdieping, Kennisnet, 2013). Dit geeft de docent de mogelijkheid om de vrijgekomen lestijd te faciliteren met meer diverse en hogere cognitieve leeractiviteiten. Voor dit onderzoek hebben 80 docenten (51 man, 29 vrouw) een online vragenlijst anoniem ingevuld. Van deze onderzoeksgroep is 91% werkzaam in het voortgezet onderwijs, passen 29 docenten Flipping the Classroom wel toe en 50 docenten het niet toe. De docenten zijn vergeleken op hun didactisch handelen, professionalisering en taaktevredenheid. De resultaten tonen aan dat er tussen de docenten geen verschil is in het denkvaardigheidsniveau van de aangeboden leeractiviteiten of in de taaktevredenheid. Er is wel een verschil vastgesteld tussen docenten die wel en niet Flipping the Classroom toepassen in de deelname aan professionele leeractiviteiten. Docenten die wel Flipping the Classroom toepassen lezen meer vakliteratuur, nemen vaker deel aan trainingen en experimenteren en reflecteren vaker op de lespraktijk. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit onderscheid in professionalisering plaatsvindt nadat Flipping the Classroom is toegepast of dat juist de verhoogde deelname aan professionele leeractiviteiten aanleiding is om met Flipping the Classroom te gaan beginnen.Show less
Binnen organisaties is er een groeiende interesse waar te nemen voor Web 2.0, hierna aangeduid als Digitale Technologische Elementen 2.0. Om te kijken welke rol DTE 2.0 kunnen spelen binnen het...Show moreBinnen organisaties is er een groeiende interesse waar te nemen voor Web 2.0, hierna aangeduid als Digitale Technologische Elementen 2.0. Om te kijken welke rol DTE 2.0 kunnen spelen binnen het corporate curriculum van organisaties in Nederland, is er een onderzoek uitgevoerd onder 156 hoger opgeleide en werkzame respondenten. De gegevens zijn verzameld via een vragenlijst bestaande uit gesloten en open vragen. Naast een kwantitatieve analyse met behulp van beschrijvende statistiek en Chi-kwadraat¬toetsen, is een kwalitatieve analyse uitgevoerd. De resultaten van het onderzoek tonen aan dat binnen de drie onderzochte werkcontextelementen (werkoverleg, externe gerichtheid en ontwikkelend leren) tweederde van de respondenten gebruik maakt van DTE 2.0. Het meest gebruikte DTE 2.0 is LinkedIn. Het belangrijkste functionele kenmerk waar een DTE 2.0 aan moet voldoen in de werkcontext, is snelheid. Voor wat betreft leerondersteunende kenmerken moet DTE 2.0 volgens de respondenten met name aansluiten bij het eigen competentieniveau van de gebruiker. DTE 2.0 heeft als meest positieve eigenschap voor het leerproces dat gebruikers in contact worden gebracht met andere experts. Versnippering van tijd wordt als meest belemmerend ervaren voor het leerproces. Verder komt uit de analyse met behulp van de Chi-kwadraattoets naar voren dat de leerfunctie probleemoplossende vaardigheden significante afhankelijkheid vertoont met het gebruik van DTE 2.0 binnen de werkcontext externe gerichtheid. Respondenten vinden dus dat het gebruik van DTE2.0 in die context de ontwikkeling van hun probleemoplossende vaardigheden meer stimuleert. Hetzelfde geldt voor de ontwikkeling van de leerfunctie zelfregulatie bij gebruik van DTE2.0 binnen die context. Er werd daarnaast significante afhankelijkheid gevonden tussen de werkcontext ontwikkelend leren en de leerfunctie zelfregulatie. Er is geen significant effect gevonden tussen het wel of niet gebruiken van DTE 2.0 binnen de drie werkcontexten en de mate van innovatie. Uit de kwalitatieve analyse komt naar voren dat de respondenten een positieve toekomst¬verwachting hebben over leren en innoveren in hun eigen organisatie via DTE 2.0. Over het algemeen genomen scoort de non-profitbranche lager dan de profitbranche bij het toepassen van DTE 2.0 binnen de drie gemeten werkcontextelementen.Show less