In dit paper wordt onderzoek gedaan naar de invloed van het integratiebeleid van Europese landen op de mate van integratie van allochtonen. De mate van integratie wordt hierbij gemeten aan de hand...Show moreIn dit paper wordt onderzoek gedaan naar de invloed van het integratiebeleid van Europese landen op de mate van integratie van allochtonen. De mate van integratie wordt hierbij gemeten aan de hand van de verschillen tussen autochtonen en allochtonen in drie dimensies. De dimensies vormen de afhankelijke variabelen in dit onderzoek en zijn het verschil in sociaal-culturele waarden, het verschil in de afhankelijkheid van sociale uitgaven en het verschil in werkloosheid tussen autochtonen en allochtonen. De onafhankelijke variabelen zijn de drie instrumenten van het integratiebeleid, namelijk de mobiliteit op de arbeidsmarkt, de toegang tot de nationaliteit en het antidiscriminatiebeleid. Met behulp van dit onderzoek kan uiteindelijk gekeken worden naar de effectiviteit van de verschillende integratiebeleid instrumenten om zo de integratie van allochtonen te bevorderen en uiteindelijk mogelijk het draagvlak onder de bevolking te verhogen. De verwachting is dat deze beleidsinstrumenten de verschillen tussen autochtonen en allochtonen in de drie verschillende dimensies zullen verkleinen dankzij de verbeterde integratie van allochtonen. Aan de hand van een multivariate regressie analyse zijn drie verschillende modellen gemaakt en geïnterpreteerd. Naar aanleiding van de analyses zijn drie hypothesen aangenomen en vier hypothesen verworpen. De beleidsinstrumenten hebben daarmee een wisselend resultaat laten zien. Allereerst leidt de mobiliteit op de arbeidsmarkt tot een groter verschil tussen autochtonen en allochtonen in de afhankelijkheid van de sociale uitgaven, wat mogelijk kan duiden op een verlaagde afhankelijkheid van allochtonen. Ditzelfde geldt voor het instrument toegang tot de nationaliteit. Verder zijn de resultanten van dit instrument positief, wat betekent dat dit beleidsinstrument leidt tot een afname in het verschil in sociaal-culturele waarden en werkloosheid tussen autochtonen en allochtonen. Als laatste leidt het antidiscriminatiebeleid tot een afname in het verschil in werkloosheid tussen autochtonen en allochtonen, maar wordt het verschil in de sociaal-culturele waarden groter. De onderzochte beleidsinstrumenten zijn daarmee wisselend effectief, maar allen hebben ze op minimaal een van de drie dimensies van integratie een positief effect. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen wat de precieze effecten zijn op de sociaal-culturele integratie en de afhankelijkheid van de sociale uitgaven.Show less
Wanneer organisaties groter worden, is te zien dat de organisatie vaak opgedeeld worden in divisies. Zo kennen we in de wereld van de veiligheidsregio's, kolommen. Ontwikkelingen in de samenleving...Show moreWanneer organisaties groter worden, is te zien dat de organisatie vaak opgedeeld worden in divisies. Zo kennen we in de wereld van de veiligheidsregio's, kolommen. Ontwikkelingen in de samenleving vragen juist om een meer geïntegreerde organisatie, waarbij samenwerking centraal staat. De relatie tussen enerzijds de plannen en intenties van de top van de organisatie en anderzijds welke strategie de organisatie daadwerkelijk heeft uitgevoerd kunnen verschillen. Dit onderzoek toont het verband aan tussen organisatiecultuur en de integratie van divisies. De casus in het onderzoek laat zien dat de organisatiecultuur ervoor zorgt dat de gewenste integratie niet plaatsvindt.Show less
Het debat over achterstandswijken wordt gedomineerd door het integratievraagstuk. Problemen in de wijk worden vanuit dit perspectief benaderd. De scriptie trekt deze benadering in twijfel en tracht...Show moreHet debat over achterstandswijken wordt gedomineerd door het integratievraagstuk. Problemen in de wijk worden vanuit dit perspectief benaderd. De scriptie trekt deze benadering in twijfel en tracht de etnische lens in dit debat te verminderen door het klasse-perspectief terug te brengen. Wanneer worden problemen gerelateerd aan klasse en wanneer aan etniciteit?Show less
In deze scriptie is onderzocht wat de organisatievorming en ontwikkeling van de Marokkaanse Vrouwen Vereniging Nederland zegt over de veranderde positie van Marokkaanse vrouwen in Nederland.
Iraniërs worden veelal omschreven als hoogopgeleid, hetgeen de verwachting wekt dat zij goed geïntegreerd zijn op de arbeidsmarkt. Maar is deze aanname juist? In deze thesis is gebruik gemaakt van...Show moreIraniërs worden veelal omschreven als hoogopgeleid, hetgeen de verwachting wekt dat zij goed geïntegreerd zijn op de arbeidsmarkt. Maar is deze aanname juist? In deze thesis is gebruik gemaakt van interviews om het verloop van de integratie op de arbeidsmarkt te onderzoeken, waarbij er onderscheid gemaakt is in het niveau van opleiding.Show less
Nu de treinkaping bij De Punt door de nabestaanden van de gijzelnemers weer in het nieuws gebracht is, wordt historisch onderzoek rondom de Molukkers hoogst relevant. Het doel van mijn MA-scriptie...Show moreNu de treinkaping bij De Punt door de nabestaanden van de gijzelnemers weer in het nieuws gebracht is, wordt historisch onderzoek rondom de Molukkers hoogst relevant. Het doel van mijn MA-scriptie is om beter inzicht te krijgen in de Molukse identiteit in de twintigste eeuw. Om te achterhalen hoe de Molukse identiteit eruit zag, heb ik onderzocht hoe deze beschreven wordt in historische bronnen zowel door de Molukkers zelf als door Nederlanders. Hiervoor onderscheidt de scriptie drie perioden: de koloniale periode tot de Indonesische revolutie, een korte tussenperiode waarin de RMS werd uitgeroepen die duurt tot de migratie van Molukse soldaten naar Nederland in 1952, en de periode in Nederland tot de treinkaping in 1977. Deze scriptie is uniek in die zin dat ze alle drie de perioden bestrijkt. Tot de geraadpleegde bronnen behoren onder meer de memories van overgave en tijdschriften uitgebracht door Molukkers in Nederland. Op deze manier ga ik na welke veranderingen optraden in de Molukse identiteit in de twintigste eeuw, in zowel Indonesië als Nederland. Uit de bronnen worden inderdaad meerdere veranderingen zichtbaar, en ze laten zien dat er meerdere Molukse groepen bestonden met ieder hun eigen idee van wat de Molukse identiteit inhield. Er blijkt dus eigenlijk niet zoiets is als dé Molukse identiteit te bestaan.Show less
Master thesis | Theology and Religious Studies (Master)
open access
Just after the beginning of the twenty-first century, the statement that ‘multiculturalism in the Netherlands has failed’ seems common. The purpose of this study is to investigate whether or not...Show moreJust after the beginning of the twenty-first century, the statement that ‘multiculturalism in the Netherlands has failed’ seems common. The purpose of this study is to investigate whether or not the Dutch ‘multicultural society’ has failed, according to John W. Berry’s concept of multiculturalism. In the first chapter of this literature study, theories of acculturation are explained and John W. Berry’s concept of bi-dimensional acculturation is formulated. The second chapter shows a historical overview of immigration policy in the Netherlands. In the third chapter, the debate on the multicultural society in the Netherlands is reconstructed through discourse analysis and gives an analysis of the five major arguments for the failure of the multicultural society. In the fourth chapter, a comparison is made of Berry’s theory of bi-dimensional acculturation and the Dutch concept of multiculturalism. The last chapter shows consequences of ineffective acculturation. This study shows that there is multiple explanation of the term ‘multiculturalism’ and that the Dutch government has never declared a multicultural policy of integration. According to Berry’s bi-dimensional model of acculturation, policies of integration in the Netherlands doesn’t seem that multicultural at al.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
open access
In deze scriptie wordt gezocht naar de oorzaak van het mislukken van de integratie van de Moreanen in de roman Paravion. In de scriptie wordt onderzocht of het falen van de integratie te maken...Show moreIn deze scriptie wordt gezocht naar de oorzaak van het mislukken van de integratie van de Moreanen in de roman Paravion. In de scriptie wordt onderzocht of het falen van de integratie te maken heeft met de sociale positie van de vrouwen in de roman. Uit de scriptie blijkt dat we niet met zekerheid kunnen zeggen dat de integratie van de Moreanen mislukt doordat ze de sociale positie van de vrouwen in Paravion niet kunnen accepteren. Wat we wel kunnen zeggen, is dat de positie van de vrouwen een groot onderdeel van de oorzaak van het falen is.Show less
Master thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (MSc)
closed access
In deze thesis bespreek ik culturele aspecten van kindermishandeling en de vraag of een universele definitie van kindermishandeling mogelijk is. Middels twee case studies over Turkse gezinnen in...Show moreIn deze thesis bespreek ik culturele aspecten van kindermishandeling en de vraag of een universele definitie van kindermishandeling mogelijk is. Middels twee case studies over Turkse gezinnen in Turkije en Turks-Nederlandse gezinnen in Nederland worden verschillen en overeenkomsten besproken in gedrag en opvattingen ten aanzien van kindermishandeling. Uit de case studies blijkt dat in Turkse gezinnen in Turkije het fysiek straffen van kinderen meer geaccepteerd wordt dan in Turkse gezinnen in Nederland. Daarnaast lijkt het ook zo te zijn dat tweede generatie Turks-Nederlandse ouders een opvoedingsstijl hanteren die dichter ligt bij de gangbare opvoedingsstijl die in Nederland wordt aangenomen. Dit leidt tot het inzicht dat gedrag en opvattingen ten aanzien van kindermishandeling onderhevig zijn aan verandering op het moment dat er sprake is van een assimilatie- of integratieproces. Deze veranderlijkheid in percepties op wat kindermishandeling is, maakt dat het onmogelijk is om een universele definitie van kindermishandeling op te stellen.Show less
Master thesis | Cultural Anthropology and Development Sociology (MSc)
open access
In mijn onderzoek onder Turkse Nederlanders kwam ik de tweeëndertigjarige Gül tegen. Zij vertelde mij dat zij voor de volle honderd procent Nederlands is en honderd procent Turks. Dit citaat roept...Show moreIn mijn onderzoek onder Turkse Nederlanders kwam ik de tweeëndertigjarige Gül tegen. Zij vertelde mij dat zij voor de volle honderd procent Nederlands is en honderd procent Turks. Dit citaat roept bij mij allerlei vragen op; wat maakt iemand honderd procent Nederlands? Is dit een genologisch gegeven? Of kunnen immigranten of kinderen van immigranten ook honderd procent Nederlander worden? Wat maakt iemand een Turk? Heeft het ‘Turk zijn’ effect op het ‘Nederlander zijn’? Deze vragen zijn allemaal vragen over de identiteit van Turkse Nederlanders . Deze vragen raken echter niet alleen maar aan de identiteit van Turkse Nederlanders. Deze vragen zijn ook al vele jaren onderwerp van het Nederlandse maatschappelijke en politieke debat en hebben op verschillende vlakken tot vragen rondom de Nederlandse identiteit geleid. Zo vindt de roep om het formuleren van een Nederlandse identiteit zijn oorsprong in de toegenomen culturele en etnische diversiteit. Een heldere definitie van de Nederlandse identiteit wordt nodig gevonden voor de binding tussen ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’ en de verbinding van allochtonen met ‘Nederland’ op basis van de Nederlandse normen en waarden en de Nederlandse cultuur. Hoewel het onduidelijk is wat deze Nederlandse identiteit nu precies inhoudt, is het wel duidelijk dat hierin weinig ruimte is voor de eigen identiteit van allochtonen. Bovendien zijn velen van mening dat de Nederlandse identiteit op gespannen voet staat met de islamitische identiteit. Deze (negatieve) definiëring van de Nederlandse identiteit maakt het voor Turkse Nederlanders lastig om zich hierin thuis te voelen. Hoewel men in de literatuur ervan overtuigd is dat mensen zich met meer dan één land kunnen identificeren, worden banden met het land van herkomst in het huidige politieke en maatschappelijke debat door een groeiend aantal politieke partijen als een teken van disloyaliteit aan Nederland gezien. Voor Turkse Nederlanders is een band met Turkije vaak een vanzelfsprekendheid. Dit leidt vaak tot een situatie waar Turkse Nederlanders zich zo erg voor het blok voelen gezet om uitsluitend te kiezen voor één land, dat dit leidt een situatie waarbij zij zich eerder minder dan meer met Nederland identificeren. Om dit te onderzoeken heb ik onder drieëndertig Turkse Nederlanders met behulp van een semigestructureerde vragenlijst onderzoek gedaan met de volgende onderzoeksvraag In hoeverre identificeren Turkse Nederlanders zich met Nederland, de Nederlandse identiteit en Turkije? De resultaten hiervan heb ik op zowel kwantitatieve als kwalitatieve manier verwerkt. In dit onderzoek kwam ik dus de boven reeds aangehaalde Gül tegen. Zij gaf als antwoord op de vraag “Voelt u zich Nederlands?” aan dat zij zich 100% Nederlands en 100% Turks voelde. Dit antwoord verraad de drie belangrijkste conclusies van mijn onderzoek . In de eerste plaats verwoordt dit citaat duidelijk de sentimenten van mijn respondenten dat zij zich zowel Turks als Nederlands voelen. In deze scriptie zal ik laten zien dat mijn respondenten een duidelijke emotionele band met Turkije voelen maar dat deze wel anders wordt vormgegeven dan voorheen. Op Nederland zijn mijn respondenten wel trots maar zij hebben op de meeste vlakken geen sterke patriottische gevoelens bij Nederland. In de tweede plaats spreekt uit dit citaat dat mijn respondenten niet willen kiezen tussen het Turks zijn of het Nederlands zijn, maar dat zij het beide willen zijn. In deze thesis valt te zien hoe mijn respondenten er voor kiezen om bepaalde Nederlandse en Turkse normen en waarden wel internaliseren en andere niet. Zoals u wellicht al heeft opgemerkt, heb ik in de titel van deze scriptie het citaat van Gül aangepast door er een vraagteken aan toe te voegen. Deze minimale aanpassing in de interpunctie verraadt de derde belangrijke conclusie in mijn onderzoek. Deze conclusie is dat mijn respondenten het gevoel hebben dat hun keuze voor (hun manier van) het ‘Nederlander zijn’ niet wordt geaccepteerd door ‘de Nederlanders’ en de teleurstelling dat er weinig waardering is voor hun bijdrage aan Nederland.Show less