Nieuw-Guinea was voor lange tijd onbekend voor Nederland, zelfs toen het eiland was gekoloniseerd in de negentiende eeuw. Vanaf 1900 ontstaat er bij Nederland de behoefte om meer over het eiland te...Show moreNieuw-Guinea was voor lange tijd onbekend voor Nederland, zelfs toen het eiland was gekoloniseerd in de negentiende eeuw. Vanaf 1900 ontstaat er bij Nederland de behoefte om meer over het eiland te weten te komen om het te kunnen rechtvaardigen als kolonie. Hoe zag het eiland eruit, wat voor flora en fauna kwamen er voor, en het belangrijkst: wie woonden er? Dagboekschrijvers als Gerard Martinus Versteeg hebben hun indrukken achtergelaten in hun reisverslagen over de Papoea's, de Nieuw-Guinese bevolking. In deze scriptie is onderzocht hoe de arts tussen de rest van zijn tijdgenoten en het algemene discours van de vroeg-twintigste eeuw paste. Het blijkt dat hij een product was van zijn tijd, die zijn gedachten over het eiland NIeuw-Guinea en haar bevolking de vrije loop liet op papier.Show less
Een analyse van dagboeken en memoires van militairen die vochten in de Indonesische dekolonisatieoorlog. Hun relaas wordt vergeleken met uitkomsten in secundaire literatuur over oorzaken en...Show moreEen analyse van dagboeken en memoires van militairen die vochten in de Indonesische dekolonisatieoorlog. Hun relaas wordt vergeleken met uitkomsten in secundaire literatuur over oorzaken en motieven voor de oorlog. Aan de hand van het taalgebruik van de militairen in hun egodocumenten wordt een conclusie getrokken over hun referentiekader tijdens het conflict.Show less
Op de Inventaris Immaterieel Erfgoed van Nederland staat sinds 2006 de Indische rijsttafel vermeld. Voor bescherming van immaterieel erfgoed is niet alleen het doorgeven van de traditie van belang,...Show moreOp de Inventaris Immaterieel Erfgoed van Nederland staat sinds 2006 de Indische rijsttafel vermeld. Voor bescherming van immaterieel erfgoed is niet alleen het doorgeven van de traditie van belang, maar ook het documenteren van wat deze rijsttafeltraditie inhoudt. Vanuit een cultuurhistorisch perspectief zal de rijsttafel worden bestudeerd als een artefact dat is gecreëerd in de koloniale tijd in Nederlands-Indië en is meegenomen naar Nederland. Onderzocht wordt, hoe de rijsttafeltraditie is ontstaan en welke rol de rijsttafel vervulde in het sociale leven in de koloniale tijd en later in Nederland. Aan de hand van foto’s, objecten en persoonlijke verhalen wordt getoond, hoe in de koloniale tijd niet alleen het land werd toegeëigend, maar ook elementen van de inheemse cultuur. De slametan-maaltijd vormde inspiratie voor de rijsttafel. In de tafelcultuur rond de rijsttafel voltrok zich eenzelfde proces van toe-eigening en omvorming ten aanzien van kleding, batik en tafelzilver. De hoogstaande Javaanse cultuur intrigeerde Nederlanders en Indische vrouwen bleken in staat om goed aan te voelen, welke aanpassingen nodig waren om te voldoen aan een Europese smaak. Het resultaat van dit mengen van culturen vormt op zichzelf-staand erfgoed. Bij de recente hernieuwde belangstelling voor de Nederlandse koloniale geschiedenis mag aandacht voor het Indische erfgoed niet ontbreken.Show less
This thesis examines the role of the St. Eustatius' blue beads in both the colonial period and the modern days of the island. Many stories are known about these glass beads, and in this thesis...Show moreThis thesis examines the role of the St. Eustatius' blue beads in both the colonial period and the modern days of the island. Many stories are known about these glass beads, and in this thesis their veracity is tested by means of archival research, the results of archaeological studies and research in literature. Nowadays the beads have a significant meaning for the Statian community and have an almost cult status. Also for the archaeologists and tourists the beads are a intriguing phenomena and thus worth to research. Archaeology and maritime history are combined in this study in order to do a thoroughly research on these small objects with a comprehensive story.Show less
Het Deense eiland St. Thomas was gedurende het einde van de achttiende eeuw een belangrijk handelscentrum in het Caribische gebied. Al halverwege de zestiende eeuw ontstonden er opvallende ...Show moreHet Deense eiland St. Thomas was gedurende het einde van de achttiende eeuw een belangrijk handelscentrum in het Caribische gebied. Al halverwege de zestiende eeuw ontstonden er opvallende 'Nederlandse' connecties met dit eiland, dankzij een vroege Nederlandse vestiging. Zo werd er gedurende de achttiende eeuw een op het Nederlands gebaseerde creoolse taal gesproken: het Negerhollands. Daarnaast was het eiland gedurende deze eeuw meer 'Hollands' in karakter dan Deens. De ontwikkelingen van de Nederlandse connecties met het Deense eiland St. Thomas zijn echter tot op heden in de literatuur vrijwel onderbelicht gebleven. Deze scriptie gaat in op een aantal connecties tussen enerzijds de Republiek, St. Eustatius en Curacao en anderzijds St. Thomas. Ten eerste bestond er tussen de Republiek en St. Thomas een financiële connectie, in de vorm van plantageleningen, en een bestuurlijke connectie met de Nederlandse Hervormde Kerk op het eiland. Ten tweede waren er tussen de Nederlandse eilanden - St. Eustatius en Curaçao - en St. Thomas handels- en migratieconnecties. De terugval van de internationale positie van de Republiek in de achttiende eeuw zorgde ervoor dat de betrekkingen met dit eiland afnamen, terwijl de bloei van de handel op het eiland er juist voor zorgde dat er veel Nederlandse kleurlngen naar het eiland toetrokken.Show less
De scriptie is de eerste overzichtsstudie over het Europees verlof, een regeling die werknemers uit Nederlands-Indië met de Europese status het recht gaf meerdere maanden betaald verlof in Europa...Show moreDe scriptie is de eerste overzichtsstudie over het Europees verlof, een regeling die werknemers uit Nederlands-Indië met de Europese status het recht gaf meerdere maanden betaald verlof in Europa door te brengen. De centrale vraag van de scriptie luidt: wat is de plaats van Indische verlofgangers in de Nederlandse samenleving? Bij het beantwoorden van die vraag gaat de studie in op de afkomst van verlofgangers, hun sociale positie, hun vestigingspatroon in Nederland en hun relatie met niet-Indische Nederlanders. De periode van het interbellum is gekozen omdat uit deze periode de grootste hoeveelheid bronnen beschikbaar zijn. De focus op het interbellum sluit het gebruik van oudere bronnen echter niet uit, omdat veel ervaringen van verlofgangers hetzelfde bleven. Samengevat lijken verlofgangers voornamelijk een positief imago te hebben gehad. Vanuit Den Haag, de stad met de meeste verlofgangers, vertrokken bijvoorbeeld 3,5 keer zoveel mensen naar Indië als gemiddeld in Nederland. Vooral het feit dat er vanuit Den Haag meer vrouwen dan mannen naar Indië vertrokken wijst erop dat verlofgangers werden gezien als goede huwelijkskandidaten. Ook probeerden vele Nederlandse steden actief verlofgangers te werven. Indische verlofgangers verschilden (ongeacht hun afkomst) echter duidelijk van niet-Indische Nederlanders, wat voor een gevoel van wederzijdse bevreemding kon zorgen.Show less