This Bachelor thesis investigates the Russian media during the second Chechen conflict based on the media coverage of Anna Politkovskaya. It gives a broad view of her media coverage and her view on...Show moreThis Bachelor thesis investigates the Russian media during the second Chechen conflict based on the media coverage of Anna Politkovskaya. It gives a broad view of her media coverage and her view on the conflict.Show less
Dit onderzoek schetst op basis van wetenschappelijke literatuur, populaire literatuur en een case study hoe RT en Spoetnik desinformatie gebruiken. Uit een analyse van de literatuur blijkt dat...Show moreDit onderzoek schetst op basis van wetenschappelijke literatuur, populaire literatuur en een case study hoe RT en Spoetnik desinformatie gebruiken. Uit een analyse van de literatuur blijkt dat Russische desinformatie een tamelijk recent verschijnsel is, dat verschilt van ouderwetse propaganda en het Sovjetfenomeen dezinformatsia. Waar ouderwetse propaganda tot doel had de ontvanger tot actie aan te zetten, lijkt desinformatie vooral bedoeld om de ontvanger te verwarren en in een passieve staat te brengen. Naast een grote hoeveelheid (tegenstrijdige) berichten komt uit de populaire literatuur nog een aantal elementen van desinformatie naar voren, namelijk samenzweringstheorieën, whataboutism, (geladen) taalgebruik, en journalistieke balans. Aan de hand van deze kenmerken is de case – de verslaggeving over MH17 door RT en Spoetnik – bestudeerd. De analyse laat zien dat er in de case sprake is van desinformatie, en dat de voornoemde elementen in meer of mindere mate gebruikt zijn in de verslaggeving.Show less
This thesis researches to what extent Indonesian online based media create a discourse that emphasize the Chinese-Christian identity of Basuki Thjahaja Purnama (Ahok) as a minority during the...Show moreThis thesis researches to what extent Indonesian online based media create a discourse that emphasize the Chinese-Christian identity of Basuki Thjahaja Purnama (Ahok) as a minority during the Jakarta gubernatorial elections of 2017. The thesis employs a qualitative discourse analysis method that researches online articles of news portals Tempo.co, Kompas, and The Jakarta Post. To understand discourse on the Chinese-Christian identity in its proper context, first is researched what the Chinese identity means within Indonesian society by taking a historical perspective. Secondly, this thesis explores the role of religion in modern Indonesian politics as well as the political and religious context of the 2017 Jakarta gubernatorial elections. News articles linked to Ahok’s blasphemy case, demonstrations against Ahok, and the elections are selected for analysis. In total 42 articles have been analyzed. The results show that there is difference in writing styles between English and Indonesian language based online news portals. Whereas the Indonesian language based news portals remain neutral to Ahok’s identity as Christian-Chinese by not referring to it, the English language based The Jakarta Post creates a narrative in which Ahok is emphasized as part of a Christian-Chinese minority.Show less
The War on Terror was initiated by President George W. Bush as a response to the terrorist attacks of September 11, 2001. The War on Terror was not just a concept, it was a range of strategies,...Show moreThe War on Terror was initiated by President George W. Bush as a response to the terrorist attacks of September 11, 2001. The War on Terror was not just a concept, it was a range of strategies, ideologies and expectations to justify the American response to the attacks and an expression around which the American public could rally. It shaped the nature and the scope of the American counterterrorism strategy to the terrorist attacks, into a specific form of conflict. This thesis demonstrates what the two different counterterrorism strategies entailed, and the different interpretations President Bush and President Obama gave to the War on Terror. Bush approached the attacks as an ‘act of war’, and rationalized the event through the Just War theory. Whereas Obama framed the conflict as a ‘crime’, of which the perpetrators should be brought to justice, in order to end the conflict as quickly as possible. During his campaign, Obama gave the impression of a foreign policy strategy that radically moved away from Bush. However, Bush had embedded a strong hegemonic discourse regarding the War on Terror in society. This social structure was complex to change, since it was entrenched in rhetoric, media and real-life institutions. Thus, Obama faced great difficulty during his first term, in order to change this hegemonic discourse, and was severely limited in executing his intended foreign policy regarding the Middle East.Show less
Er zijn financiële problemen op redacties van Nederlandse kranten. Lezers vinden hun nieuws online en daarmee nemen de inkomsten van kranten af. Commerciële actoren krijgen hierdoor steeds meer...Show moreEr zijn financiële problemen op redacties van Nederlandse kranten. Lezers vinden hun nieuws online en daarmee nemen de inkomsten van kranten af. Commerciële actoren krijgen hierdoor steeds meer kans om invloed uit te oefenen op de inhoud van het nieuws. Om de onafhankelijkheid van deze redacties te beschermen, hebben veel kranten een redactiestatuut, waarin onder meer staat dat de directie geen invloed mag uitoefenen over zaken als de inhoud van de artikelen. Dit statuut blijkt echter niet altijd helemaal volledig, dus waarborgt het de journalistieke onafhankelijkheid dan nog wel genoeg?Show less
Hoewel academici met name de huidige Chinese consumptiemaatschappij vanuit een Foucaultiaanse invalshoek, is het ook mogelijk om dit te doen vanuit een Gramsciaanse invalshoek. In deze scriptie...Show moreHoewel academici met name de huidige Chinese consumptiemaatschappij vanuit een Foucaultiaanse invalshoek, is het ook mogelijk om dit te doen vanuit een Gramsciaanse invalshoek. In deze scriptie betoog ik waarom dit laatste zinvol is.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze bachelorscriptie wordt gekeken naar een corpus van krantenartikelen over zowel mannelijke als vrouwelijke Nederlandse ministers. Er wordt onderzocht op welke manieren dagbladen mannelijke...Show moreIn deze bachelorscriptie wordt gekeken naar een corpus van krantenartikelen over zowel mannelijke als vrouwelijke Nederlandse ministers. Er wordt onderzocht op welke manieren dagbladen mannelijke en vrouwelijke politici omschrijven en of er een verschil geconstateerd kan worden tussen die omschrijvingen. Daarbij wordt uitgegaan van de cognitief linguïstische theorie dat de culturele modellen die het gedachtegoed over een bepaald onderwerp binnen een bepaalde cultuur structureren terug te zien zijn in het taalgebruik van de mensen die deel uitmaken van die cultuur.Show less
Hollywood has been the leading film industry in the cinematic universe for the past several decades. China on the other hand, has been one of the fastest rising economies during these same decades....Show moreHollywood has been the leading film industry in the cinematic universe for the past several decades. China on the other hand, has been one of the fastest rising economies during these same decades. China is one of the biggest markets for Hollywood to gain more exposure and income. However, the Chinese government has been known to influence society through the use of censorship. To research how Hollywood film studios cater towards the strict censorship laws of the CCP various (scholarly) sources media are studied. It is important to study the relationship between Hollywood and China because Chinese censorship influences what we see in all kind of films around the world.Show less
The Chinese government has been influencing the Chinese society through the media for many decades. To research whether the role of women in society is still being influenced through media by the...Show moreThe Chinese government has been influencing the Chinese society through the media for many decades. To research whether the role of women in society is still being influenced through media by the government, various online media are studied. Well-known Chinese women portrayed in these media are linked to one of the four categories created by Hung and Li. However, an apparent difference between the images of women in formal and informal media was not found to illustrate whether the government manages the society via this instrument. This does not necessarily mean that the Chinese government does not desire to influence its society on this topic.Show less
Dit onderzoek houdt zich bezig met de vraag hoe Oriëntalistische stereotypen over terroristen vorm krijgen in de zelfrepresentatie van terreurorganisatie IS (Islamitische Staat). Daarmee streeft...Show moreDit onderzoek houdt zich bezig met de vraag hoe Oriëntalistische stereotypen over terroristen vorm krijgen in de zelfrepresentatie van terreurorganisatie IS (Islamitische Staat). Daarmee streeft dit onderzoek naar het uitbreiden van kennis over hoe IS gebruik maakt van stereotypen afkomstig uit het Westen. Deze stereotypen geven ‘de ander’ weer en promoten daarbij afstand en verschil. Ten grondslag hieraan liggen theorieën over (post-)Orientalisme (Said, 2003; Dogra, 2012; Irwin, 2009) en stereotypen (Hall, 1997). Dit onderzoek legt de focus op het online propagandamagazine Dabiq, dat wordt uitgegeven door AlHayat Media Center. Het magazine beschikt over veel foto’s en kent een professionele vormgeving. Door middel van een kwalitatieve inhoudsanalyse zijn 431 beelden bekeken. Deze visuele analyse werd uitgevoerd met behulp van een coding frame, gebaseerd op verschillende Oriëntalistische stereotypen uit Westerse populaire media. Uit de resultaten blijkt dat IS visuele Oriëntalistische stereotypen over terroristen met name vormgeeft via de stereotypen barbarisme, gewelddadigheid en donkere bebaarde boos kijkende mannen met tulbanden. Zo waren er gruwelijke beelden van onthoofdingen, slecht behandelde gevangenen en bewapende IS-strijders aan het front te zien. Hierbij wordt nadrukkelijk ingezoomd op gruwel of dreiging om angst te zaaien. Dit beeldgebruik sluit aan op de Westerse perceptie van de islamitische terrorist. Opmerkelijk is dat hiernaast een groot gedeelte van het beeldmateriaal anders wordt vormgegeven dan de bovengenoemde Oriëntalistische manieren. In deze beelden toonde IS foto’s van een goed draaiende gemeenschap, een tevreden terrorist, blije kinderen of Westerse politieke leiders met een bedenkelijke gezichtsuitdrukking. Daarmee draait IS voor een groot deel de rollen in het Oriëntalistisch discours om. De aanhangers van IS proberen ook een positief zelfbeeld neer te zetten en, andersom, een negatief beeld van de Westerling. Hieruit blijkt dat ze in hun beeldgebruik Oriëntalistische stereotypen alleen toepassen als ze daar baat bij hebben. Ze accepteren het beeld dat IS-strijders ‘anders’ zijn, maar ze zijn daarbij niet onderdanig aan het Westen. Deze visuele analyse draagt bij aan kennis over hoe moderne terroristen in een digitaal tijdperk media kunnen gebruiken en inspelen op bepaalde Westerse percepties van de dreigende terrorist. Media zijn van groot belang voor terroristen. Vanwege nieuwe digitale ontwikkelingen beschikken terroristen nu over de mogelijkheid om eigen media-units op te zetten. Ze zijn niet meer afhankelijk van Westerse nieuwsorganisaties. Daarom is het belangrijk om het steeds verder ontwikkelende mediagebruik van terroristen nauwlettend in de gaten te blijven houden. Alleen dan kunnen Westerse journalisten beter begrijpen hoe terroristen zelf media inzetten en journalistieke activiteiten eigen hebben gemaakt.Show less
In 1975 bracht ex-CIA agent Philip Agee een boek uit over de geheime buitenlandse politiek die zijn voormalig werkgever voerde in Latijns Amerika. Na deze uitgave vluchtte Agee naar Europa en kwam...Show moreIn 1975 bracht ex-CIA agent Philip Agee een boek uit over de geheime buitenlandse politiek die zijn voormalig werkgever voerde in Latijns Amerika. Na deze uitgave vluchtte Agee naar Europa en kwam in 1977 uiteindelijk in Nederland aan. In deze scriptie wordt gekeken naar de wijze waarop de ex-agent wordt neergezet door verschillende Nederlandse kranten in die tijd.Show less
Deze scriptie bevat een onderzoek naar het publieke debat na de dood van Aleksandr Dolmatov. Van de media, leden van de Tweede Kamer en staatssecretaris Fred Teeven wordt bekeken hoe zij...Show moreDeze scriptie bevat een onderzoek naar het publieke debat na de dood van Aleksandr Dolmatov. Van de media, leden van de Tweede Kamer en staatssecretaris Fred Teeven wordt bekeken hoe zij verschillende verklaringen voor normoverschrijdingen hebben gebruikt in het debat. Geconcludeerd wordt dat Teeven als eindverantwoordelijke voor normoverschrijdingen werd beschermd door zijn hoge status als politicus voor het kabinet bestaande uit VVD en PvdA.Show less
This thesis explores the correlation between gender roles and the use of the high rise pattern in declarative sentences, and whether the High Rising Terminal is an indicator of insecurity, as...Show moreThis thesis explores the correlation between gender roles and the use of the high rise pattern in declarative sentences, and whether the High Rising Terminal is an indicator of insecurity, as Lakoff (1973) suggests. The Introduction gives an overview of the field and the relevant issues and literature and the concepts of gender roles (particularly the phenomenon of the ‘power woman’) and the High Rise are explained. The Methodology for the research consists of two tests. First, five minutes of speech of twenty women in Dutch media were analysed for frequencies of the End Rise. The two women who displayed the highest and lowest frequencies were then subjected to further research (with transcribed speech samples consisting of ten minutes) to investigate the nature and context of their End Rises and whether these End Rises constitute occurrences of the High Rise. The results for both tests, which show that there is little correlation between the High Rise and assumed insecurity, are presented in the Results chapter. In the Conclusion, the results are discussed in relation to the research questions and the implications of the research and its results are also discussed.Show less
The role of ICT in the classroom is becoming increasingly prominent for the transmission of knowledge. One of the challenges associated with the educational use of ICT is finding out what motivates...Show moreThe role of ICT in the classroom is becoming increasingly prominent for the transmission of knowledge. One of the challenges associated with the educational use of ICT is finding out what motivates teachers to use ICT for educational purposes. The main focus of this study is to examine the relationship between external factors and the educational use of ICT among primary school teachers. A distinction was made between three types of external factors: postive cognitive valences, perceived external support and school collegial support. A self-administered questionnaire was used to collect data from 227 primary teachers in the Netherlands. Ten teachers were interviewed using a semi-structured interview guide. No relationship is found between gender and positive cognitive valences. The data didn’t support the expectations of a relationship between school collegial support and educational ICT use. The results show that perceived external support influences the educational use of ICT among primary school teachers. In particular, the results show that environments supporting teachers to engage in ICT activities increase the ICT usage of primary school teachers. The outcome of the qualitative analysis shows that teachers referred mostly to the school as a source of external support. Parents were the second-most mentioned source and students seemed to be the least prominent source of external support. Further research is necessary to make a distinction between different types of perceived external support and their influence on educational ICT use.Show less
Hoewel de Europese Unie een steeds prominentere rol speelt in het dagelijks leven van de Nederlandse bevolking, lijkt de Unie op weinig steun van het Nederlandse publiek te kunnen rekenen: een...Show moreHoewel de Europese Unie een steeds prominentere rol speelt in het dagelijks leven van de Nederlandse bevolking, lijkt de Unie op weinig steun van het Nederlandse publiek te kunnen rekenen: een opmerkelijke paradox. Het beeld dat het publiek van de Europese Unie heeft, wordt gevormd door de informatie die beschikbaar is. In deze informatievoorziening vervullen de media een belangrijke rol. In een adviesrapport van de Universiteit Leiden, in opdracht van het Genootschap van Hoofdredacteuren, is daarom de Nederlandse berichtgeving kwalitatief onderzocht. Uit interviews met enkele betrokken correspondenten en journalisten kwam naar voren dat er relevante verschillen zouden bestaan in de berichtgeving van correspondenten in Brussel en die van journalisten in Nederland. Vooral een verschil in de ‘toon’ van de verslaggeving (het subjectieve oordeel van een verslaggever over de EU) en een verschil in het gebruik van frames (de invalshoeken die een journalist kiest in de berichtgeving) vielen op. De uitspraken uit het adviesrapport vormen de aanleiding voor de hoofdvraag van deze masterscriptie: in hoeverre bestaan er verschillen in de ‘toon’ en ‘framing’ van de berichtgeving over de Europese Unie tussen correspondenten uit Brussel en journalisten in Nederland? De antwoorden op deze hoofdvraag dienen, naast een wetenschappelijke doel, ook een maatschappelijk doel en vormen een aanvulling op een specifieke discussie. Na de presentatie van het adviesrapport, barstte de discussie tussen de hoofdredacteuren los óf er daadwerkelijk verschillen bestaan in de berichtgeving. Een aantal hoofdredacteuren, zonder correspondent in de Europese hoofdstad, dacht van niet. Aan de hand van een kwantitatieve, deductieve inhoudsanalyse van 154 krantenartikelen, is zowel de ‘toon’ van een artikel bepaald, als de aanwezigheid van ‘hanteerbare’ mediaframes. Dit zijn frames, zoals het conflictframe, die vaak voorkomen in de mediaberichtgeving, omdat ze een belangrijk journalistiek criterium bevatten (‘conflict’) dat een gebeurtenis nieuwswaardig maakt. De verwachting in dit onderzoek was dat correspondenten positiever over de Europese Unie zouden berichten dan journalisten in Nederland. Daarnaast zouden journalisten meer gebruik maken van hanteerbare mediaframes dan correspondenten. Er bleken alleen significante verschillen te bestaan in de toon van de berichtgeving tussen correspondenten en journalisten. Dit verschil lijkt echter voort te komen uit het relatief grote aandeel columnisten in het corpus van de journalisten in Nederland. Geconcludeerd kan worden dat er geen relevante verschillen lijken te zijn in de berichten tussen de verslaggevers. De hoofdredacteuren die deze stelling verdedigden, mogen meer op hun keuze om de ‘Brusselse’ berichten gelijk te stellen aan de ‘Nederlandse’, vertrouwen.Show less