In de Nederlandse taalkunde bestaat er al geruime tijd onenigheid over de status van het hulpwerkwoord zullen. Sommige auteurs wensen alleen een modale gebruiksmogelijkheid toe te kennen aan het...Show moreIn de Nederlandse taalkunde bestaat er al geruime tijd onenigheid over de status van het hulpwerkwoord zullen. Sommige auteurs wensen alleen een modale gebruiksmogelijkheid toe te kennen aan het werkwoord, terwijl anderen juist stellen dat zullen ook een zuiver temporeel gebruik kent. De vraag die aan het onderzoek ten grondslag ligt, is of zullen een modaal of (ook) een temporeel hulpwerkwoord is. Om antwoord te geven op deze vraag is eerst de status quo van de Nederlandse traditie beschreven, waarna er een analyse is gemaakt in termen van Langackers cognitieve grammatica. Deze analyse, en de analyses uit de Nederlandstalige traditie, zijn vervolgens gebruikt om de gebruiksmogelijkheden die naar voren kwamen uit het corpusonderzoek te verklaren. Hieruit bleek dat de meeste bestaande analyses onvoldoende geëquipeerd waren om rekenschap af te dragen voor alle gebruiksmogelijkheden. Het beschrijven van (de gebruiksmogelijkheden van) zullen in termen van Langacker bleek een vruchtbare aanpak, die alle gebruiksmogelijkheden uit het corpus kon verklaren. Verder bleek uit het corpusonderzoek dat aan zullen zowel een modaal als een temporeel gebruik toegekend moet worden.Show less
Bachelor thesis | Nederlandse taal en cultuur (BA)
closed access
In deze scriptie zal geprobeerd worden een verklaring te vinden voor het gelijktijdig optreden van twee analytische causatieven binnen één en dezelfde constructie. Uit literatuuronderzoek zal naar...Show moreIn deze scriptie zal geprobeerd worden een verklaring te vinden voor het gelijktijdig optreden van twee analytische causatieven binnen één en dezelfde constructie. Uit literatuuronderzoek zal naar voren komen dat het ongebruikelijk is voor de twee causatieven laten en doen om samen op te treden binnen één constructie. Dit omdat uit de bestaande literatuur blijkt dat beide werkwoorden een eigen domein hebben, waarbij beide domeinen niet verenigbaar met elkaar lijken te zijn. Hierbij zal de vraag of laten aan doen wordt toegevoegd, of andersom, en de conclusies die daaruit getrokken kunnen worden centraal staan. Verder zal uit het corpusonderzoek naar voren komen dat er een grote aantrekkingskracht op modaliteit uitgaat van de (dubbele) causatiefconstructie. Aan de hand van Langacker’s basic epistemic model zal een voorstel gedaan worden om een verklaring te geven voor deze in het oog springende collocatie.Show less
