Kinderen hebben verschillende manieren om nieuwe dingen te leren: ze kunnen iets zelf onderzoeken, maar ze kunnen ook de informatie van iemand of iets krijgen, zoals een ouder, docent of boek. Als...Show moreKinderen hebben verschillende manieren om nieuwe dingen te leren: ze kunnen iets zelf onderzoeken, maar ze kunnen ook de informatie van iemand of iets krijgen, zoals een ouder, docent of boek. Als de informatie komt van een ander of bijvoorbeeld een boek vergt dit wel het vertrouwen dat deze informatie klopt. Wanneer een kind in een boek iets leest over een land ver weg hebben ze geen manier om dit te checken. Ronfard et al. (2021) onderzocht hoe kinderen reageren als ze dit wel kunnen checken. Hierbij vonden ze dat kinderen meer geneigd zijn het feit te onderzoeken als het tegen hun intuïtie ingaat dan wanneer het heel logisch klinkt. Daarnaast hebben ze ook gevonden dat oudere kinderen sneller op onderzoek uitgaan. Omdat dit specifieke idee niet eerder is getest, is het doel van deze multiverse om te onderzoeken of kinderen meer op onderzoek uitgaan als ze iets horen dat tegen hun intuïtie ingaat. In deze multiverse is gevonden dat de bevindingen robuust zijn voor controle op opleidingsniveau van de ouders en voor een alternatieve berekening van deze variabele. De bevindingen waren niet robuust voor het controleren op de autoritaire waarden van de ouders, het gebruiken van leeftijd in plaats van leeftijdsgroep in de analyse, de exclusie van een kleine groep participanten waar het onderzoek niet goed liep en verschillende tests om hetzelfde effect te meten. De resultaten van de multiverse suggereren dat kinderen wel meer geneigd zijn om op onderzoek uit te gaan als ze iets horen dat tegen hun intuïtie ingaat, maar dat er geen sprake is van een interactie-effect met leeftijd hiervan.Show less
Autobiografisch geheugen, en in het bijzonder de specificiteit hiervan, is een belangrijk construct voor ons dagelijks functioneren. Het meeste wetenschappelijk onderzoek hiernaar laat onder andere...Show moreAutobiografisch geheugen, en in het bijzonder de specificiteit hiervan, is een belangrijk construct voor ons dagelijks functioneren. Het meeste wetenschappelijk onderzoek hiernaar laat onder andere zien dat deze specificiteit met leeftijd achteruitgaat. Barry et al. (2021) onderzochten dit effect in een vergelijking van de specificiteit van het autobiografisch geheugen tussen de werkende populatie en ouderen (50 plus). Hieruit kwam naar voren dat specificiteit van het autobiografisch geheugen, wanneer gemeten met de Autobiographical Memory Interview (AMI), op hogere leeftijd voor zowel jeugdherinneringen als in zijn algeheel juist beter functioneerde. De reden hiervoor zien ze zelf in het feit dat het temporeel onderscheid van de AMI deze test minder geschikt maakt voor jongeren, alsook dat specificiteit bij met name jeugdherinneringen wellicht sterker is op hogere leeftijd. Deze bevinding zet dus vraagtekens bij de resultaten van vorig onderzoek, maar bij het onderzoek van Barry et al. (2021) zijn ook vraagtekens te plaatsen. Daarom is het belangrijk om te controleren in hoeverre de resultaten van Barry et al. (2021) wat betreft de AMI robuust zijn. Dit is in dit artikel volbracht middels een multiverse-analyse. De uitkomst hiervan liet zien dat het effect van leeftijdsgroep op specificiteit van het autobiografisch geheugen gemeten door de AMI redelijk robuust bleek voor alternatieve leeftijdscriteria van groepsindelingen, alternatieve omgang met verwijderde participanten en alternatieve omgang met uitbijters. Wanneer deze combinaties van alternatieve keuzepaden echter werden gecombineerd met een alternatieve omgang met missende waardes binnen de AMI en/of een alternatieve scoringsmethode bleek het effect niet meer significant. Hierdoor leverden veruit het merendeel van de alternatieve analysepaden een niet-significant resultaat op. Dit duidt erop dat de manier waarop Barry et al. (2021) de ruwe antwoorden op de AMI hebben verwerkt een significante invloed heeft gehad op het uiteindelijke resultaat. Op basis hiervan moet gesteld worden dat de resultaten van het onderzoek niet robuust zijn. Daarbij lijkt het gerechtvaardigd, op basis van andere gebreken van Barry et al. (2021), om vraagtekens te zetten bij de validiteit van dit onderzoek.Show less
De betrouwbaarheid van onderzoek is van belang voor de geloofwaardigheid van een resultaat en voor wetenschap als geheel. Transparantie draagt bij aan de betrouwbaarheid van onderzoek. Hierbij is...Show moreDe betrouwbaarheid van onderzoek is van belang voor de geloofwaardigheid van een resultaat en voor wetenschap als geheel. Transparantie draagt bij aan de betrouwbaarheid van onderzoek. Hierbij is het van belang dat onderzoekers onder andere transparant zijn over analyses en data. Transparantie kan vergroot worden door een multiverse analyse uit te voeren. Bij een multiverse analyse worden de mogelijke combinaties van keuzes, die gemaakt kunnen worden binnen onderzoek, geanalyseerd. In dit bachelorproject is er een reproductie en multiverse analyse gedaan van het onderzoek van Weissman et al. (2020). Hierbij wordt de betrouwbaarheid en de robuustheid van het resultaat onderzocht. Weissman et al. (2020) hebben een relatie gevonden tussen emotioneel bewustzijn en psychopathologie. Bij de reproductie wordt er een ander resultaat gevonden dan Weissman et al. (2020). Dit resultaat laat verder wel een relatie zien tussen emotioneel bewustzijn en psychopathologie. Het onderzoek is niet volledig reproduceerbaar door het gebrek aan transparantie en beschikbare data. De multiverse analyse laat zien dat emotioneel bewustzijn een robuuste voorspeller is voor algemene symptomen van psychopathologie. Echter, blijkt er dat emotioneel bewustzijn wel gecorreleerd is met internaliserende psychopathologie, maar niet met externaliserende psychopathologie. Uit dit bachelorproject blijkt dat transparantie van belang is voor de betrouwbaarheid van onderzoek en de reproduceerbaarheid. Hierbij gaat het over transparantie over de analyses die zijn uitgevoerd en het beschikbaar stellen van ruwe data en syntax. Verder blijkt dat een multiverse analyse inzicht kan geven over de robuustheid van resultaat, maar hierbij ook het theoretisch kader kan verfijnen voor toekomstig onderzoek.Show less