Het gebruik van iconische foto’s in de krant gaat gepaard met een aantal moeilijke vraagstukken waar de redactie goed over na moet denken. Ten eerste zijn iconische foto’s vaak gruwelijk om te zien...Show moreHet gebruik van iconische foto’s in de krant gaat gepaard met een aantal moeilijke vraagstukken waar de redactie goed over na moet denken. Ten eerste zijn iconische foto’s vaak gruwelijk om te zien. Ten tweede zijn iconische foto’s vaak niet wat ze lijken en ten derde dienen ze geregeld een activistisch doel. Hoe gaan kranten om met deze moeilijkheden wanneer ze een iconische foto willen plaatsen? Hoe kiest de krant een foto bij een nieuwsartikel over een belangrijke gebeurtenis als er geen beeldrichtlijnen over iconische foto’s zijn en de ombudspersoon pas na het plaatsen van de foto een oordeel velt of het de juiste keus was om de foto te publiceren? Deze scriptie geeft daarom antwoord op de vraag: Hoe functioneren opvattingen en normen omtrent het gebruik van iconische foto’s in de Nederlandse kranten: de Volkskrant, de Limburger, Trouw en NRC, afgaande op ombudspersonen en beeldredacteuren werkzaam bij deze Nederlandse kranten?Show less
Soms zijn er meerdere namen waarmee steden en landen aangeduid kunnen worden. Welke naam je moet gebruiken, kan een lastige afweging zijn voor kranten wanneer die namen een politieke lading hebben....Show moreSoms zijn er meerdere namen waarmee steden en landen aangeduid kunnen worden. Welke naam je moet gebruiken, kan een lastige afweging zijn voor kranten wanneer die namen een politieke lading hebben. De Nederlandse naam ‘Wit-Rusland’ is bijvoorbeeld een exoniem van ‘Belarus’. Daar kan grondig over gediscussieerd worden binnen redacties. Dit onderzoek richt zich op die discussies en onderzoekt daarom de opvattingen van eindredacteuren en ombudspersonen. De discussie rondom politieke exoniemen wordt in dit onderzoek enerzijds in het kader van machtsstructuren binnen de taal, anderzijds in het kader van hoe redacties objectief proberen om te gaan met taalkwesties. Om het taalbeleid van kranten te onderzoeken, is er ook kennis nodig van het belang van taal in het algemeen. De woordkeus die dominant in de samenleving is, kan namelijk ook ons denken beïnvloeden. Daarom is er discussie over het gebruik van woorden die als politiek opgevat kunnen worden. Exoniemen zijn een voorbeeld van internationale taalkwesties die gevoelig kunnen liggen. Als taal politiek wordt, moeten redacties keuzes maken over hoe ze daarmee omgaan. Intern wordt er gediscussieerd over woorden en terminologie, maar het is lastig om objectief te blijven als woorden niet neutraal zijn. Het kiezen voor de ene of de andere term kan activistisch worden uitgelegd. Anderzijds hebben kranten een groot bereik en hebben hun taalkeuzes invloed op het taalgebruik van de maatschappij. Hoe gaan redacties om met die verantwoordelijkheid? Er is in het theoretisch kader speciale aandacht voor de rol van stijlboeken, eindredacteuren en ombudspersonen. Om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen, is er zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek gedaan. Aan de hand van een tiental kwesties die in het verleden hebben gespeeld is een kwantitatieve inhoudsanalyse gemaakt van het gebruik van endoniemen en exoniemen. Hoe vaak de beide termen gebruikt werden in de jaren voor en nadat er taalveranderingen zijn doorgevoerd in het stijlboek of discussie over heeft plaatsgevonden, toont aan dat veranderingen in het stijlboek zeer effectief zijn. Wat voor beleid er wordt gevoerd op geografische namen, maakt uit voor wat er in de krant staat. Ook zijn er diepte-interviews gehouden met verschillende ombudspersonen en eindredacteuren. Ze hebben inzicht gegeven in de redactionele processen en de afwegingen die gelden bij gevoelige keuzes. De kranten proberen over het algemeen de politiek buiten hun taalkundige beslissingen te houden, maar beseffen dat hun woordkeus wel zo opgevat kan worden. Over het algemeen wordt de voorkeur gegeven aan duidelijkheid en leesbaarheid van de krant. De geografische namen die gebruikt worden moeten makkelijk te begrijpen zijn en goed ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Wel zijn er verschillen te constateren in de mate waarin kranten terughoudend zijn om beslissingen door te voeren. Waar bij NRC de ‘taalrealiteit’ voorop staat, kijkt de Limburger meer naar het beleid van andere kranten. Trouw wil graag haar eigen afwegingen maken, zonder politieke factoren en lijkt daarin terughoudend, terwijl de Volkskrant het minst bang lijkt om veranderingen door te voeren.Show less
As current democratic governments are unsuccessful in fulfilling our moral obligations to future generations, future-focused institutions aim to adapt our democracy to neutralise this short-termism...Show moreAs current democratic governments are unsuccessful in fulfilling our moral obligations to future generations, future-focused institutions aim to adapt our democracy to neutralise this short-termism. However, it often appears to be impossible for future-focused institutions to be both effective and democratically legitimate. This thesis aims to resolve this dilemma by arguing for strong external representatives, representatives of future generations outside of legislative assemblies that have a strong mandate to veto laws that have a strong negative impact on future generations. To claim that this is not only effective but also democratically legitimate, this thesis analyses the most influential theories on the boundaries of the demos, the All Affected Interests Principle and Democratic Values Theory, and demonstrates that they require the inclusion of future generations by means of a strong-mandated representative. Finally, this thesis also provides several desiderata on how strong external representatives should be instituted and discusses its political feasibility.Show less
De journalistiek geniet het laatste decennium minder vertrouwen van de burgers. Om dit te herstellen proberen media meer verantwoording af te leggen over hun geleverde werk. Door middel van media...Show moreDe journalistiek geniet het laatste decennium minder vertrouwen van de burgers. Om dit te herstellen proberen media meer verantwoording af te leggen over hun geleverde werk. Door middel van media accountability systems, waarvan de mediaombudsman een goed voorbeeld is. De ombudsman functioneert als schakel tussen de lezers en de krant. Het instrument ‘ombudsman’ is in het leven geroepen toen internet nog niet bestond. In dit onderzoek is bekeken in hoeverre de ombudsman zich aanpast aan de mogelijk- en moeilijkheden die het internet biedt. Aan de hand van de ombudsmannen van De Volkskrant, NRC Handelsblad en De Standaard is geanalyseerd in hoeverre de ombudslieden op de hoogte zijn van de mogelijk- en moeilijkheden, en ze hier zelf iets mee doen en hoeveel waarde ze aan online kwesties toedichten. Er blijken verschillen te zijn tussen de ombudsmannen. Niet in de onderwerpen die ze aankaarten, maar vooral in de hoeveelheid aandacht die ze besteden aan online. In de columns komt het bij de ene ombudsman zelden aan bod, terwijl de andere zeer regelmatig over online kwesties schrijft. Ook blijkt dat de mogelijkheden die het internet biedt niet door alle ombudslieden evenredig wordt ingezet. Het zoeken van interactie met lezers is makkelijker geworden, maar wordt niet altijd benut, evenals de ruimte die het internet biedt om meer te publiceren. Samenvattend: ombudslieden zijn niet volledig aangepast op de mogelijkheden van het online mediaklimaat. De transparantie, wat een belangrijk doel is van het accountability instrument ‘ombudsman’, kan juist in het huidige mediaklimaat de waarde van een ombudsman vergroten.Show less