De onderwijsbehoeften van leerlingen in het basisonderwijs lopen steeds verder uiteen. Toch wordt er van leerkrachten verwacht dat zij tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen....Show moreDe onderwijsbehoeften van leerlingen in het basisonderwijs lopen steeds verder uiteen. Toch wordt er van leerkrachten verwacht dat zij tegemoet komen aan de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. Differentiatie is hierbij van essentieel belang, maar uit onderzoek blijkt dat het leerpotentieel specifiek in het rekenonderwijs toch vaak nog onbenut blijft. In dit onderzoek wordt daarom onderzocht in hoeverre leerkrachten effectieve differentiatie toepassen tijdens de rekenles in groep 4 tot en met 8. Aan de hand van het ADAPT-meetinstrument zijn leerkrachten (N=10) tijdens een rekenles geobserveerd en is een aansluitend interview met dezelfde leerkracht over deze les afgenomen. Op basis van de verkregen data binnen vier verschillende differentiatiefasen (periodevoorbereiding, lesvoorbereiding, lesuitvoering en evaluatie) komt naar voren dat de mate van effectieve differentiatie verschilt tussen leerkrachten. Wel blijken er onderdelen binnen differentiatie te zijn waarop juist overwegend hoog of laag gescoord wordt. Deze onderdelen liggen verspreid over de vier differentiatiefasen. Zo wordt er door de leerkrachten weinig uitdagend aanbod opgesteld, zijn er bij sommige leerkrachten geen vaste instructiemomenten en missen er effectieve instructies voor de verschillende groepen leerlingen binnen een klas. Daarentegen activeren bijna alle leerkrachten de voorkennis bij leerlingen en monitoren zij de kennis, begripsvorming en het werkproces van leerlingen op elk niveau. Verder evalueren de leerkrachten waarom leerlingen lesdoelen niet behalen en brengen zij dit in kaart. Hiermee laten leerkrachten zien in volgende lessen aan te willen sluiten op de onderwijsbehoeften. De indicatoren waarop door de meeste leerkrachten lage scores zijn behaald, verdienen meer aandacht in toekomstig onderzoek en de praktijk. Sleutelwoorden: onderwijsbehoeften, differentiatie, ADAPT, rekenonderwijs, basisonderwijsShow less
In this experimental research is examined whether there is a relationship between the quality of the working memory and the degree of creativity of gifted students with their educational needs. For...Show moreIn this experimental research is examined whether there is a relationship between the quality of the working memory and the degree of creativity of gifted students with their educational needs. For this research are used the Guilford’s Alternative Uses Test (GAUT), the Sentence Span Measure (SSM) and an interview for 56 pupils from nine different elementary schools in the Netherlands. The pupils were in grade 6, 7 and 8 and the average age was 10.3 years. Through correlational analysis, cluster analysis and variance analysis is determined that there are, accept of one small relationship between the SSM and fluency on the GAUT, no significant relationships between the quality of the working memory and the degree of creativity of gifted students with their educational needs. The answers of the pupils at the interview are qualitatively analysed; in the conclusion some practical recommendations for education are done as a result of this analysis.Show less