De relatie tussen opleidingsfactoren van pabostudenten en de mate van rekenangst bij pabostudenten is onderzocht. De opleidingsfactoren ‘vooropleiding’, ‘het aantal benodigde pogingen voor het...Show moreDe relatie tussen opleidingsfactoren van pabostudenten en de mate van rekenangst bij pabostudenten is onderzocht. De opleidingsfactoren ‘vooropleiding’, ‘het aantal benodigde pogingen voor het behalen van de WISCAT-pabo’ en het ‘wel of niet gevolgd hebben van wiskunde in de bovenbouw van de havo’ zijn onderzocht. Nederlandse pabostudenten namen deel aan deze studie (N = 334) en de mate van rekenangst is gemeten door middel van de MAS, AMAS en stellingen over rekenen/wiskunde in niet-academische situaties. Uit de resultaten blijkt dat pabostudenten met een mbo-vooropleiding gemiddeld een hogere mate van rekenangst hebben dan pabostudenten afkomstig van de havo of het vwo. Verder is gevonden dat rekenangst een voorspeller is voor het aantal benodigde pogingen voor het behalen van de WISCAT-pabo, waarbij een hogere mate van rekenangst kan zorgen voor een hoger aantal benodigde pogingen. Tot slot is gebleken dat pabostudenten afkomstig van de havo en in de bovenbouw geen wiskunde gevolgd hadden, gemiddeld rekenangstiger zijn dan pabostudenten afkomstig van de havo en in de bovenbouw wel wiskunde gevolgd hadden. Deze bevindingen suggereren dat er sprake is van een relatie tussen opleidingsfactoren van pabostudenten en de mate van rekenangst. Om de generaliseerbaarheid van de gevonden resultaten te garanderen, is vervolgonderzoek nodig waarbij de groepsgroottes van meer gelijke grootte zijn. Verder is vervolgonderzoek naar de kwaliteit van het (reken)onderwijs in (voor)opleidingen belangrijk, omdat dit een bijdrage kan leveren aan het verkrijgen van inzicht in het verminderen van rekenangst bij pabostudenten.Show less