Background: Selective mutism (SM) is a rare, heterogenous disorder classified as an anxiety disorder in the DSM-5 (APA. 2014). Due to a lack of research and the complexity of the disorder, much...Show moreBackground: Selective mutism (SM) is a rare, heterogenous disorder classified as an anxiety disorder in the DSM-5 (APA. 2014). Due to a lack of research and the complexity of the disorder, much remains unclear about the etiology and contributing risk factors of SM. More knowledge about the risk factors can contribute to early identification of children that are prone to developing SM. This may lead to better treatment outcomes, as earlier treatment is preferred. Methods: This quantitative, cross-sectional case-control study investigates if there is a relationship between facial emotion recognition and social anxiety in 4- and 5-year-olds that are exceptionally quiet in social situations. Additionally, this study tried to identify whether parental behavior has a moderating effect. This was done by performing independents samples t-tests and multiple regression analyses. 16 silent children (M = 5.1 years, SD = 0.64) and 17 healthy controls from the same group (M = 4.8 years, SD = 0.52) participated in this study. The children performed an affect recognition subtest and parents filled in online questionnaire about their child. Results: Results showed that the quiet children had higher levels of social anxiety compared to the controls, with a medium, negative effect (r = -.4). Additionally, parents of quiet children were found to show less positive parenting compared to the controls. No group differences were found in facial emotion recognition. Regression analysis showed a negative, but non-significant, relation between emotion recognition and social anxiety, in both the quiet children and the control group. Positive parenting was negatively correlated with social anxiety but did not show a moderating effect on the relation between social anxiety and emotion recognition. Discussion: According to this study, emotion recognition cannot be seen as a risk factor for social anxiety. Positive parenting is associated with lower social anxiety in the child. However, the direction of this relation remains unclear. Replication of this study with a clinical population is advised, as well as further research on the causal relation between social anxiety and parenting behavior.Show less
Sociale vaardigheden spelen een grote rol in het leven en ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling hiervan. In dit onderzoek is de invloed van verschillende ouderlijke eigenschappen op de...Show moreSociale vaardigheden spelen een grote rol in het leven en ouders spelen een grote rol in de ontwikkeling hiervan. In dit onderzoek is de invloed van verschillende ouderlijke eigenschappen op de ontwikkeling van sociale vaardigheden bij jonge kinderen bestudeerd. Daarbij is eveneens onderzocht of verschillende risicofactoren, onder andere middelenmisbruik en psychopathologie, van invloed zijn op de moeder- en kindfactoren. De ouderlijke eigenschappen zijn ouderlijke warmte, ouderlijke vijandigheid, ouderlijke overbescherming en reflectief functioneren. De sociale vaardigheden zijn imiteren en delen. De steekproef bestond in totaal uit 42 moeders met een gemiddelde leeftijd van 22.1 jaar (SD = 2.63). De kinderen van deze moeders (56.8% meisjes) hadden een gemiddelde leeftijd van 20.0 maanden (SD = 0.84). Het reflectief functioneren is gemeten met behulp van het Pregnancy Interview (PI), het ouderlijk gedrag is gemeten met behulp van The Parental Cognitions and Conduct Toward the Infant Scale (PACOTIS) en de sociale vaardigheden zijn gemeten met behulp van de Visual Perspectives (VP) en het Autisme Diagnostisch Observatie Schema (ADOS). Dit onderzoek toont aan de hoeveelheid risicofactoren aanwezig bij moeder een negatieve invloed heeft op het reflectief functioneren van moeder en de sociale vaardigheid imiteren van het kind. Daarnaast is er geen relatie gevonden tussen het reflectief functioneren van moeder, ouderlijke gedragingen en de ontwikkeling van sociale vaardigheden van het kind. Meer onderzoek is nodig voor meer duidelijkheid over de invloed van risicofactoren.Show less
De disruptieve gedragsstoornis is een overkoepelende term voor ODD en CD. Het type DBD zonder psychopathologische trekken, kenmerkt zich door emotionele disregulatie, wat leidt tot reactieve...Show moreDe disruptieve gedragsstoornis is een overkoepelende term voor ODD en CD. Het type DBD zonder psychopathologische trekken, kenmerkt zich door emotionele disregulatie, wat leidt tot reactieve agressie en een vijandige attributiestijl. Deze attributiestijl kan de perceptie op ouderlijk gedrag negatief beïnvloeden en zo mogelijk ook de kinduitkomsten. Het doel van dit onderzoek was: in kaart brengen of jongens tussen de 8 en 12 jaar met DBD en geen of weinig CU-traits, een modererende invloed hebben op de relatie tussen de perceptie van moeders en kinderen op ouderlijk gedrag. De steekproef omvatte 89 jongens in de leeftijd van 8-12 jaar. De perceptie van het kind op het ouderlijke gedrag van moeder, werd gemeten met de ‘Schaal voor Ouderlijk Gedrag’ (SOG) en de perceptie van moeder op eigen ouderlijk gedrag, werd gemeten met de ‘Alabama Parenting Questionaire – Parent Form’ (APQ – PF). De resultaten toonden een matige relatie tussen de perceptie van het kind op hard straffen door moeder en de perceptie van moeder op fysiek straffen van het kind. Het wel of niet zijn van een kind met DBD, heeft geen invloed op deze relatie. Dus kinderen met DBD en zonder psychopathologische trekken hebben geen andere perceptie op fysiek/hard straffen door moeder, dan kinderen zonder DBD. Omdat dit onderzoek uniek was in zijn onderzoeksgroep en vraagstelling, dient er vervolgonderzoek plaats te vinden om meer duidelijkheid te scheppen over de perceptie van kinderen met DBD op ouderlijk gedrag.Show less