Toen Margaret Thatcher premier van Groot-Brittannië werd in 1979, keken de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) hoopvol naar het eiland om een betere samenwerking te...Show moreToen Margaret Thatcher premier van Groot-Brittannië werd in 1979, keken de lidstaten van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) hoopvol naar het eiland om een betere samenwerking te bewerkstelligen dan het geval was onder de Labour regering. Zij kwamen echter bedrogen uit: Thatcher bleek vooral de confrontatie op te zoeken. Deze houding is opvallend omdat de Conservatieve Partij in 1975 tijdens het referendum nog veel pro-Europese geluiden liet horen. Deze scriptie kijkt als gevolg hiervan naar de tussenliggende periode, en stelt de vraag in hoeverre het Conservatieve schaduwkabinet van Margaret Thatcher tussen 1975-1979 een transitie heeft doorgemaakt in hun opvattingen over de EEG. Er wordt hoofdzakelijk gekeken naar drie vraagstukken: ten eerste de kwestie van directe Europese Parlementsverkiezingen, ten tweede een brede samenwerking van centrumrechtse partijen in het Europees Parlement, en ten derde de houding van het schaduwkabinet ten aanzien van het Europees Monetair Stelsel (EMS). Uit de analyse komt vooral naar voren dat het Conservatieve schaduwkabinet in deze periode in de oppositie een ambigue houding erop nahield. Aan de ene kant trachtte zij haar pro-Europese imago van de voorgaande jaren te bewaren, en zette zich daardoor actief in voor betere Europese samenwerking. Aan de andere kant speelde de soevereiniteitskwestie een belemmerende rol voor de partij. Bezien vanuit het principe van Britse parlementaire soevereiniteit, waar de Conservatieven zich aan vast klampten, was het nagenoeg onmogelijk zich te committeren aan grote Europese projecten die eind jaren zeventig werden voorgesteld. Daardoor zat het schaduwkabinet in deze periode vast tussen deze twee uitersten. Het gevolg? Het schaduwkabinet bleef zich openlijk graag etaleren als de pro-Europese partner, maar achter de schermen stapelden de kritische geluiden van Conservatieve schaduwministers zich op, onder aanvoering van de partijleider (Thatcher) zelf. Aan de hand van deze scriptie is een nuance geboden op de bestaande literatuur, en is een lacune gevuld in het historisch onderzoek naar deze periode. Verder heeft de scriptie laten zien dat veel confrontaties in de jaren tachtig onder Thatcher teruggevoerd kunnen worden op de problemen die de Conservatieve Partij al had ten aanzien van Europese integratie in de jaren zeventig. Uit de analyse valt te concluderen dat Thatchers' fameuze toespraak in Brugge (1988) niet uit de lucht kwam vallen.Show less
De afgelopen jaren is het debat rondom het Molotov-Ribbentroppact sterk gepolariseerd. Enerzijds verdedigt Rusland met hand en tand het narratief van de Sovjet-Unie als heldhaftige overwinnaar van...Show moreDe afgelopen jaren is het debat rondom het Molotov-Ribbentroppact sterk gepolariseerd. Enerzijds verdedigt Rusland met hand en tand het narratief van de Sovjet-Unie als heldhaftige overwinnaar van de Tweede Wereldoorlog, en is er voor het Molotov-Ribbentrop geen plaats. Immers, Groot-Brittannië en Frankrijk lieten de Sovjet-Unie geen keus met hun 'appeasement-politiek'. Anderzijds stelt het Europese Parlement, sterk beïnvloed door de Baltische Staten - de grote benadeelden van het pact -, dat door het Molotov-Ribbentroppact de Tweede Wereldoorlog kon plaatsvinden. Hoe is het tot deze 'memory war' gekomen, en waarom is de geschiedenis belangrijk voor zowel de Russische federatie als de Europese Unie?Show less